Bloei en neergang van de Russische motorindustrie

René Does

De naam Oeral is niet alleen verbonden aan het middelhoge gebergte dat de grens vormt tussen Europees Rusland en Siberië, maar ook aan het bekendste motormerk van Rusland. Maar de Oeral is steeds minder op de Russische wegen te zien, hoewel de motor het enige overgebleven Russische motormerk is.

Qua productieaantallen is de Russische motorindustrie de laatste twee decennia gedegradeerd van een miljoenenbedrijf naar een sector van kruimelwerk in duizendtallen. Misschien zal er de komende jaren een hele lichte mate van herstel te zien zijn in de motorindustrie.

Sovjettijd
In de laatste decennia van het bestaan van de Sovjet-Unie produceerde het land jaarlijks 1,5 miljoen motoren. De motor diende voor de rijders bijna altijd als substituut voor een auto. Er was geen vrije automarkt in de Sovjet-Unie: wie een auto wilde en kon kopen, kwam op een jarenlange wachtlijst te staan. Dan maar als minst slechte alternatief op de motor stappen.

Irbit-fabriek in de sneeuw

In 1941 werd de Oeral-fabriek verplaatst van Moskou naar Irbit in de Oeral. Foto: www.imz-ural.com.

De Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek telde drie grote motorfabrieken: de Oeral-fabriek in Irbit onder de rook van Jekaterinboerg voor zware motoren met een motor van meer dan 500 cc, de fabriek in Izjevsk van het gelijknamige merk met motoren vanaf 350 cc en de motorenfabriek in Kovrov in de provincie Vladimir voor lichte motoren, zoals die van het merk Voschod.

Verder werden in de Oekraïne motoren van het merk Dnepr geproduceerd en in Wit-Rusland motoren van het merk Minsk. Uit de socialistische broederstaten waren de motoren van het merk Jawa uit Tsjechoslowakije ook nog populair.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 stortte de motorindustrie van Rusland razendsnel in elkaar. Dit had drie oorzaken. Nu de vrije aankoop van auto´s mogelijk was en na enige tijd ook de welvaart onder de bevolking toenam, werden er massaal auto´s aangeschaft. De motor verloor zijn functie als substituut van de auto.

Verder stapten de overgebleven motorrijders bijna allemaal over op de aanschaf van buitenlandse motoren. En de onvriendelijkheid van Rusland voor motorrijders kwam nu nog duidelijker naar voren: het land heeft een koud klimaat en daardoor een motorseizoen dat slechts loopt van mei tot en met september, en de wegen zijn te slecht en gevaarlijk voor een beetje onbezorgd motorrijden. Russische automobilisten hebben vaak geen enkele consideratie met medeweggebruikers op twee wielen.

Zo zag de Oeral-fabriek in Irbit zijn verkopen teruglopen van 130.000 motoren in 1992 naar 1.200 in 2012. In de toptijd werkten er in de fabriek 10.000 arbeiders; tegenwoordig zijn dat er nog maar 160.

Russische markt
De huidige kopersmarkt van motoren in Rusland bestaat uit liefhebbers, dat wil zeggen mensen die meestal ook een auto bezitten, maar het leuk vinden om in hun vrije tijd motor te rijden en motorrijden als een vorm van persoonlijke levensstijl zien. In 2012 werden er 13.000 nieuwe motoren verkocht in Rusland. Deze kopersmarkt zou de komende jaren met 20 tot 30 procent kunnen groeien. Maar jaarlijkse motorverkopen in de honderdduizendtallen zullen nooit meer bereikt worden.

Wat betreft het type motoren zijn er twee deelmarkten. Twee derde van de motorverkopen bestaat uit lichte sportmotoren met een motorinhoud van 50 tot 200 cc. Het zijn vooral Chinese merken die in dit marktsegment verkocht worden, zoals Lifan, Zongshen en Qinqqi. Daarnaast is er een markt voor zware motoren voor de Russische subcultuur van bajkery (bikers). Deze bestaat uit de bekende wereldmerken: Yamaha, Suzuki, Honda, Kawasaki, BMW, Harley Davidson.

Buitenland
In Rusland is er nog maar één motorfabriek over, die van de Oeral in Irbit. Daarbij is de fabriek nog slechts een assemblagebedrijf van buitenlandse onderdelen. Een geheel zelfstandige Russische motorindustrie bestaat niet meer en komt waarschijnlijk niet meer terug.

Afbeelding van een motor met zijspan

De Ural Patrol uit 2013. Foto: www.imz-ural.com.

Bovendien verkoopt Oeral praktisch al zijn motoren in het buitenland. Ook de directeur van de fabriek, Ilja Chaït, woont in het buitenland, namelijk in de Amerikaanse stad Seattle. Amerika is de belangrijkste afzetmarkt van de Oeral-motor. In Amerika zijn er 72 motordealers die ook Oerals verkopen, in Europa iets meer dan 60, in Canada 12 en in Australië 8.

Oeral richt zich in het Westen op twee nichemarkten onder de motorliefhebbers. Allereerst zijn dit de motorrijders met een voorkeur voor retro motoren. Ten tweede heeft Oeral een unieke positie op de markt van motoren met zijspan: de Oeral is het enige merk dat een zijspanmotor produceert waarvan het wiel van de zijspan ook motorisch wordt aangedreven. Deze zijspan is heel geschikt om mee te crossen over ruig terrein.

Chaït hoopt de huidige jaarproductie van 1.500 motoren van zijn fabriek te kunnen uitbreiden tot 10.000 motoren in 2020. Maar van Rusland als afzetmarkt heeft hij geen verwachtingen meer: ´Ten opzichte van mijn bedrijf ben ik optimistisch gestemd, maar ten opzichte van ons land helaas pessimistisch.´


Bronnen: