Oekraïne moet kiezen

Rusland moet hard zijn best doen om Oekraïne in zijn invloedssfeer te houden. Succes hierin is allerminst verzekerd.

René Does

In 1991 viel de door Rusland overheerste Sovjet-Unie uit elkaar. Sinds die tijd beschouwt Rusland de voormalige sovjetrepublieken als onderdeel van zijn natuurlijke invloedsfeer, met uitzondering van EU-lidstaten Estland, Letland en Litouwen. Een speciale rol in deze geopolitieke ambities is weggelegd voor Oekraïne. Niet alleen doordat Oekraïne in het westen aan Oost-Europese landen grenst die lid zijn geworden van de NAVO en de Europese Unie, maar ook vanwege de historische, religieuze, etnische en culturele verbondenheid tussen Russen en Oekraïners. Rusland moet niettemin hard zijn best doen om Oekraïne in zijn invloedssfeer te houden.

Grijze Zone
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie leverde geen geopolitiek vacuüm op. Op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie werden drie multilaterale organisaties opgericht.

Op politiek gebied was dat het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS); op militair gebied werd in 1992 de Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid (ODBK) opgericht; en op economisch terrein in 2000 het Euraziatische Economische Gemenebest (EvrAzES). Allerdrie moesten ze enerzijds het scheidingsproces vreedzaam en gecoördineerd laten verlopen en anderzijds dienen als hefbomen voor behoud van de Russische invloed in Ruslands ´geopolitieke achtertuin´.

De voormalige Sovjetrepublieken nemen in verschillende mate aan deze multilaterale organisaties deel. Er bestaat een ´kern-GOS´ van vijf voormalige Sovjetrepublieken die van alle drie de organisaties volwaardig lid zijn: Rusland, Wit-Rusland, Kazachstan, Kirgizstan en Tadzjikistan. De andere zes ex-Sovjetrepublieken participeren in mindere mate.

Oekraïne doet voor de helft mee: het is volwaardig lid van het GOS, heeft een waarnemersstatus bij de EvrAzES en is geen lid van de ODBK. Die laatste twee zijn bewuste keuzes. Volwaardige lidmaatschappen van EvrAzES en ODBK zouden mogelijke toekomstige lidmaatschappen van NAVO en Europese Unie onmogelijk maken.

Sinds de uitbreidingsrondes van de Europese Unie met nieuwe lidstaten in Oost-Europa ligt Oekraïne, samen met Wit-Rusland en Moldavië, in een ´Grijze Zone´ tussen Rusland en de Europese Unie. In deze zone bestaat een permanente spanning tussen integratie in westerse structuren als de NAVO en de Europese Unie en bovengenoemde multilaterale organisaties. Binnen Oekraïne zelf wordt dit nog versterkt door een meer pro-westerse houding in het westen van het land en een meer pro-Russische houding in het oosten van het land, waarbij grosso modo de Dnjepr de scheidslijn vormt.

Uit de comfortzone
Oekraïne heeft (nog) geen duidelijke keuze gemaakt in zijn geopolitieke voorkeur: sterkere integratie met het Westen of sterkere integratie met de regio van de voormalige Sovjet-Unie. De politieke leiders van het land trekken in dit opzicht naar het midden: pro-westerse politici als de voormalige president Viktor Joesjtsjenko en de voormalige premier Joelija Timosjenko werden minder anti-Russisch dan zij zich profileerden en de huidige, als pro-Russisch bekend staande president Viktor Janoekovitsj wijst verdere betrokkenheid bij westerse structuren niet bij voorbaat af.

De in Oekraïne machtige industriële en financiële bedrijfsconglomeraten van binnenlandse oligarchen werken zo´n keuze tegen, omdat zij tot nu toe het best konden gedijen en functioneren zonder externe inmenging in hun activiteiten.

Maar het land nadert steeds dichter het moment om uit zijn 'grijze comfortzone' te stappen. In november zal de Europese Unie tijdens de EU-top onder voorzitterschap van Litouwen beslissen of met Oekraïne een Associatieverdrag zal worden gesloten. Rusland daarentegen voert de druk op Oekraïne op om lid te worden van de Douaneunie, die sinds 1 juli 2011 functioneert en waarvan Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan lid zijn. Deze Douaneunie moet de wegbereider zijn van een volwaardige Euraziatische Unie vanaf 2015 op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie.

Voor Rusland is de gewenste geopolitieke overheersing over Oekraïne dus helemaal geen zekerheid. Welke thema´s en middelen zet Rusland in om Oekraïne naar zijn kant te trekken?

Aardgas
Ook Oekraïne is hard getroffen door de economische crisis. In 2012 groeide de Oekraïense economie slechts met 0,2 procent en in het eerste kwartaal van 2013 vond er een krimp van 1,3 procent plaats. Het tekort op de handelsbalans steeg van 2 miljard dollar in 2009 naar bijna 15 miljard dollar in 2012.

In april startte Oekraïne met het IMF onderhandelingen voor het verstrekken van 15 miljard dollar aan nieuwe kredieten. Maar hiervoor eist het IMF wel voor de bevolking en bedrijven pijnlijke hervormingen, met name het afschaffen van de subsidies op de energieprijzen.

In plaats van het IMF kan ook Rusland financiële steun bieden, vooral in de vorm van een lagere gasprijs. In april 2010 sloten president Janoekovitsj en zijn Russische collega Dmitri Medvedev het Verdrag van Charkov, waarin het contract voor de legering van de Russische Zwarte Zeevloot in de Oekraïense havenstad Sevastopol tot 2042 werd verlengd in ruil voor een korting van 30 procent: met ingang van 27 april 2010 betaalde Oekraïne 230 dollar voor duizend kubieke meter gas in plaats van 330 dollar. Naar verwachting levert dit in tien jaar tijd een totale korting van 40 miljard dollar op.

Echter, Oekraïne kreeg afgelopen januari een boete van zeven miljard dollar, omdat het door de economische crisis minder Russisch gas had afgenomen dan was afgesproken.

Rusland is bereid Oekraïne financieel te helpen, maar daar moet wel iets tegenover staan: lid worden van de Douaneunie. Plus de vorming van een consortium voor het beheer van de infrastructuur op gasgebied. Hierdoor krijgt Gazprom de Oekraïense gassector geheel of gedeeltelijk in handen en daar zien de Oekraïense leiders, oligarchen en ook de Europese Unie niets in.

Oekraïne heeft zelfs de ambitie een zelfstandige hub te worden op gasgebied als doorvoerland van Russisch gas. Europa heeft als tegenreactie aangeboden derde partij te worden in een eventueel nieuw te vormen consortium voor het beheer van de Oekraïense gasinfrastructuur.

Minder afhankelijk
Rusland probeert zijn afhankelijkheid van doorvoerland Oekraïne te verminderen door de aanleg van de pijpleidingen Noordstroom via de Oostzee en Zuidstroom vanuit de Kaspische Zee.

Oekraïne op zijn beurt wil zijn afhankelijkheid van Rusland als leverancier verminderen door gas te importen uit Turkmenistan en Qatar (de laatste als LNG), aan te sluiten op de Verenigde Europese Energiemarkt, gas te winnen in de Zwarte Zee en door middel van schaliegas. Oekraïne heeft naar schatting vijf tot tien biljoen kubieke meter aan voorraden schaliegas. Toch zal het nog minstens vijf jaar duren voor al deze alternatieven voor Russische gasleveranties praktijk kunnen worden.

De Oekraïense leiders beseffen dat ze met de Douaneunie moeten samenwerken. In plaats van een volwaardig lidmaatschap wil Oekraïne een waarnemersstatus volgens de formule ´3 + 1´: drie volwaardige leden en één waarnemer. Achter deze formule kan door Oekraïne druk worden gezet met het dreigement dat in het geval van weigering nauwere samenwerking met het IMF en de Europese Unie zal worden gezocht.

Taalwet
Ook op cultureel gebied was er een integratiethema dat veel stof deed opwaaien, namelijk de rol en de status van de Russische taal in Oekraïne. Vorige zomer werd een taalwet aangenomen, die bepaalde dat een andere taal dan het Oekraïens als regionale ´officiële taal´ kon worden gebruikt als minstens 10 procent van de bevolking van een regio die taal als moedertaal had. Voor het Russisch betrof dat zeker de regio´s in het oosten en zuiden van Oekraïne.

Deels betekende de nieuwe wet een nieuwe formalisering van de bestaande taalpraktijk. Maar tegenstanders beschouwen de nieuwe taalwet als bedreiging van de soevereiniteit van Oekraïne en nieuwe onderwerping van Oekraïne aan Rusland.

De nieuwe Taalwet leidde tot chaos en een ´politieke Toren van Babel´ in de woorden van voormalig minister van Onderwijs Pjotr Simonenko. Behalve dat helemaal niet duidelijk werd hoe die officiële tweetaligheid in de betrokken regio´s praktisch georganiseerd en betaald moest worden, versterkte de wet weer eens de tegenstelling tussen het ´Oekraïense´ westen en het ´Russische´ oosten van het land.

Bovendien was de wet in de praktijk alleen met de positie van de Russischtaligen in Oekraïne in het achterhoofd geschreven. Maar er zijn ook nog andere etnische minderheden in het land, en die begonnen zich te roeren.

Een mogelijk voorstel om van het Russisch de tweede staatstaal te maken is er echter nooit geweest. Dit zou als een te grote buiging naar Rusland worden gezien. Volgens een opiniepeiling van het toonaangevende onderzoeksbureau Razoemkov Centrum over de verhouding tussen het Oekraïens en het Russisch is 43,6 procent van de Oekraïense bevolking voor het Oekraïens als enige staats- en officiële taal, 25 procent voor de regeling uit de nieuwe Taalwet met het Russisch als mogelijke regionale officiële taal en 23,9 procent voor het Russisch als tweede staatstaal naast het Oekraïens.

Opmerkelijk genoeg liet Rusland zich in de taalkwestie niet horen. Dit onderstreept het patroon dat Rusland in zijn buitenlandse politiek met genoegen hard power bedrijft en de waarde van het inzetten van soft power onderschat. Rusland probeert Oekraïne meer met de knoet dan met wortels in zijn geopolitieke invloedssfeer te houden.

Oekraïense gastarbeiders
Het bovenstaande blijkt bijvoorbeeld uit de omgang met Oekraïense gastarbeiders en studenten in Rusland. Naar schatting wonen er 1,5 miljoen Oekraïners in Rusland, die makkelijk werk vinden, maar zich meestal niet officieel laten registreren. Van de Oekraïense gastarbeiders werkt 43 procent in Rusland. Maar de Russische Federale Migratiedienst wil maar liefst 700.000 Oekraïense gastarbeiders het recht op verblijf in Rusland ontzeggen wegens onofficiële activiteiten.

Verwaarlozing door Rusland van de rol die de Russische taal en cultuur kunnen spelen in de politiek tegenover Oekraïne is ook te zien in het internationale onderwijsbeleid jegens potentiële Oekraïense studenten: voor hen worden nauwelijks studiebeurzen aan Russische universiteiten beschikbaar gesteld.

Correspondente Tatjana Ivzjenko in Kiev van de Russische krant Nezavisimaja Gazeta schreef: ´Daarom gaan er ieder jaar meer Oekraïense abituriënten in Polen studeren, waar het goedkoper is, in de Verenigde Staten, waar beurzen beschikbaar zijn, en in Engeland, waar een opleiding even duur is, maar wel meer prestige heeft. Dientengevolge oriënteert de jonge generatie zich meer op het Westen dan op Rusland.´

Afstand
In juni 2013 publiceerden een Oekraïens en een Russisch onderzoekscentrum - het Kievs Internationaal Instituut voor Sociologie en het Levada Centrum - de resultaten van een gezamenlijke studie naar de visie van de Russen en de Oekraïners over de verhouding tussen beide landen. Hieruit bleek dat nog maar 15 procent van de Russen en 14 procent van de Oekraïners voorstander waren van een samengaan van beide landen.

Directeur Konstantin Zatoelin van het Instituut voor GOS-landen van de Russische Academie van Wetenschappen verklaart de toenemende verwijdering tussen beide landen uit twee ontwikkelingen: het geleidelijk uitsterven van de generaties in beide landen die nog in de Sovjet-Unie hebben gewoond en het ongenoegen over de politieke en economische conflicten tussen beide landen.

Overigens betekent meer afstand van Rusland niet automatisch nauwere betrekkingen met Europa. Integratie in Europa gaat gepaard met het moeten voldoen aan politieke, economische en juridische hervormingen. Zo moet Oekraïne voor de EU-top in Litouwen in november aan negentien volwaarden voldoen wil de EU met het land een Associatieverdrag tekenen.

Een van die voorwaarden is het aanpakken van ´juridische willekeur´, waarmee in de eerste plaats de als politiek gemotiveerde veroordeling van ex-premier Joelija Timojenko wordt bedoeld. Het is de vraag of Oekraïne aan alle EU-voorwaarden kan en wil voldoen.

Anderzijds moet de Europese Unie accepteren dat Oekraïne door zijn geschiedenis en geografische positie niet anders kan dan ook met Rusland zo goed mogelijke politieke en economische betrekkingen onderhouden. Op dit punt had de Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne, John Tefft, lof voor president Janoekovitsj: ´De president voert naar mijn mening een juiste politiek. Oekraïne moet een onderdeel van Europa worden en gelijktijdig streven naar goede betrekkingen met Rusland. En de Verenigde Staten hebben daar geen enkel bezwaar tegen.´


cover van 'Donau'Dit artikel is overgenomen uit het tijdschrift Donau, dat als thema Russische invloeden in Midden- en Oost-Europa heeft.