René Does
Vicepremier Olga Golodets deed op 3 april 2013 een bommetje afgaan in de arbeidswereld van Rusland. Ze berichtte toen dat de regering van bijna de helft van de werkenden in Rusland niet weet waar ze werkzaam zijn: ´In de sectoren die voor ons zichtbaar zijn, werken ongeveer 48 miljoen mensen. Van alle anderen is het niet duidelijk waar ze werkzaam zijn, hoe ze werkzaam zijn en waarmee ze bezig zijn.´
Olga Golodets. Foto: government.ru.
De potentië beroepsbevolking van Rusland bestaat uit 86 miljoen burgers. ´Bij ons betalen slechts 48 miljoen burgers van de [potentiële] beroepsbevolking alle verplichte sociale afdrachten, en alle anderen niet,´ aldus Golodets. De Russische staat loopt dus enorme bedragen aan belastingen en sociale premies mis.
Golodets´ cijfers betekenen dat van 38 miljoen Russen niet duidelijk is waar ze werken. Dit aantal komt neer op 27 procent van de totale bevolking van het land of - ter vergelijking - de totale bevolking van Polen. Golodets stelt dat de pensioenen met 50 procent verhoogd zouden kunnen worden tot 20.000 roebel (500 euro) per maand als al die onzichtbare werkenden wel sociale premies zouden betalen.
De onzichtbaarheid van zo veel werkenden in Rusland levert een aantal grote sociale problemen op. Zo wordt de betaalbaarheid van het pensioenstelsel door de vergrijzing een steeds groter probleem. Rusland heeft (bijna) een zuiver omslagstelsel: de werkenden betalen voor de gepensioneerden via afdrachten van pensioenpremies aan het Pensioenfonds van de staat.
Nu al komt het Pensioenfonds uit deze inkomsten jaarlijks één biljoen roebel (25 miljard euro) tekort. Dit wordt bijgepast uit de staatsbegroting en uit financiële reservefondsen uit de inkomsten uit de verkoop van olie en gas.
De officiële beroepsbevolking is in de praktijk altijd kleiner dan potentiële beroepsbevolking, dus de totale bevolking in de arbeidsleeftijd (15-72 jaar). Een gedeelte van iedereen die zou kunnen werken doet dit niet of is niet acief op zoek naar werk. Er zijn groepen volwassenen die niet tot de beroepsbevolking horen, zoals huisvrouwen, studenten en dienstplichtige soldaten. Volgens het Russische Staatsbureau voor de Statistiek (Rosstat) bestond de beroepsbevolking in februari 2013 uit 75,3 miljoen mensen, van wie er 4,3 miljoen (5,8 procent) werkloos waren volgens de definitie van de ILO (International Labour Organisation).
De enorme grijze en zwarte arbeidsmarkt in Rusland bestaat natuurlijk niet volledig uit groepen actieven aan de randen van de samenleving, zoals zwervers, bedelaars, scharrelaars, criminelen en prostituees. De grote meerderheid van de werkenden op het platteland en in de kleine gemeenten, de handelaren van voedsel van de individuele privé-boerderijen en de bouwvakkende ´zzp-ers´ in de kleine verbouwingen zijn belasting- en premietechnisch ongrijpbaar voor de autoriteiten. Er moeten ook veel zwart en grijs werkenden zijn in het grote bedrijfsleven.
Blijkbaar hebben werkgevers en werknemers in Rusland een gezamenlijk belang om een groot deel van de verrichte arbeid in het grijze en zwarte circuit te houden. Als verklaring stellen Russische economische journalisten dat de belasting- en sociale premiedruk te hoog is. Rusland heeft wel een lage loonbelasting in de vorm van een vlaktaks van 13 procent, maar hier komen 22 procent aan pensioenpremies, 5,1 procent aan medische premies en 2,9 procent aan sociale premies bovenop. In totaal komt de belasting- en premiedruk op arbeid op 43 procent uit.
Redacteur Pjotr Svojokosjtny van de website Polit.ru schreef op 5 april: ´Bij een voorbeeldsalaris van 10.000 roebel krijgt de werknemer 8.700 roebel en moet de werkgever nog eens 3.000 roebel aan de staat afdragen.´ Blijkbaar zijn deze afdrachten voor veel werkgevers te hoog om (alle) werknemers wit te laten werken. De werknemers hebben dan als voordeel dat ze de 13 procent loonbelasting in eigen zak kunnen houden.
De Russische overheid wil het grote onzichtbare deel van de arbeidsmarkt uit het grijze en zwarte circuit halen. De woorden van vicepremier Golodets zullen hierbij als waarschuwing en ´management by speech´ hebben gediend. Verder wil de overheid de nog steeds enorme betaling van salarissen in contanten in een ouderwets loonzakje aanpakken en de salarisbetalingen verplicht elektronisch maken. En president Vladimir Poetin heeft de oprichting van 25 miljoen ´hoogwaardige legale banen´ bevolen. Dan hebben werknemers minder prikkels om in het grijze en zwarte circuit te gaan werken.
De opzienbarende woorden van Golodets roepen nog veel vragen op. Weet de Russische overheid werkelijk niet van (maximaal) 38 miljoen Russen uit de arbeidsleeftijd waar zij werkzaam zijn of waarom zij niet werkzaam zijn? Denkt de overheid echt dat alle 48 miljoen legale werknemers wel geheel wit werkzaam zijn? Golodets zei ook dat door de onzichtbaarheid van zo veel werkenden ´mijnwerkers niet alleen de pensioenen moeten betalen van hun eigen ouders, maar ook van de ouders van degenen die niet betalen´.
Medewerker Konstantin Oegodnikov van het weekblad Itogi schreef op 8 april: ´Alleen de constatering van deze feiten is al een schandaal. Het blijkt dat de regering helemaal niets van de Russische economie weet. Welk geloof kun je hierna nog hechten aan bijvoorbeeld de officiële (en zeer bescheiden) cijfers over onze werkloosheid?´