René Does
'Dit is een absolute binnenlandse aangelegenheid van Nederland', was de reactie van Dmitri Peskov, de woordvoerder van president Vladimir Poetin, op de uitslag van het Nederlandse referendum van 6 april 2016 over het Associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne. De Russische leiders hadden niets te klagen over de verwerping van het verdrag in het referendum. Ze konden achterover geleund van de uitslag en de groeiende crisis binnen de Europese Unie kennis nemen.
Is het referendum in Nederland nog een beetje gevolgd in de Russische media? Jazeker, maar het haalde het niet bij enkele andere gebeurtenissen rond de zesde april, zoals de oprichting van een Nationale Garde in Rusland als nieuwe binnenlandse veiligheidsdienst en de hernieuwde gevechten tussen Azerbeidzjan en Armenië om de Armeense enclave Nagorno-Karabach in Azerbeidzjan.
Tegen Oekraïne
Midden oktober 2015 werd in Nederland duidelijk dat er voor het eerst een raadgevend referendum zou worden gehouden over het Associatieverdrag van de EU met Oekraïne. Alleen op de nieuwssite Gazeta.ru heb ik hier toen een langere beschouwing over gevonden van Roestem Faljachov met de voorspellende titel 'De Hollanders stemmen tegen Oekraïne'.
Hij zag in het aangekondigde referendum 'een overwinning van de Eurosceptici, die tegen de uitbreiding van de EU zijn, te meer met het arme en corrupte Oekraïne'. Ook de vluchtelingencrisis die toen zijn hoogtepunt naderde, versterkte deze verwachting over de negatieve uitslag.
Opmerkelijk was Faljachovs constatering dat het verzet van Rusland tegen het Associatieverdrag met Oekraïne niet de politieke en juridische bepalingen betrof ('Rusland is hier niet tegen'), maar juist de economische. Oekraïne lag toen nog in een vrijhandelszone met Rusland, waardoor Rusland via het openen van de economische grenzen tussen EU en Oekraïne indirect te maken zou krijgen met stevige concurrentie van westerse producten en producenten op de eigen markt. 'Feitelijk gaat het hier om de bescherming van de Russische markt, preciezer om de bescherming van de Russische producenten, die nog geen schade hebben ondervonden van concurrentie door kwalitatief betere buitenlandse producten.'
Aleksej Oeljoekajev. Foto: government.ru.
Minister Aleksej Oeljoekajev van Economische Ontwikkeling schatte de verliezen van Rusland door het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne op jaarlijks 100 miljard roebel (circa 1,3 miljard euro). Op 1 januari is de vrijhandelszone met Oekraïne opgeheven.
Voor en na het referendum publiceerden de betere Russische kranten en nieuwssites deskundige en objectieve artikelen met thema's als de geschiedenis van het associatieverdrag, de Nederlandse referendumwetgeving, de discussie over Oekraïne in Nederland tussen voor- en tegenstanders van het Associatieverdrag en wat de uitslag in combinatie met de opkomst nu voor gevolgen kon hebben voor de Nederlandse EU-politiek en het lot van het Associatieverdrag in Brussel.
Dat het een zaak van tijdsgebonden toeval en bewuste willekeur was dat het Associatieverdrag met Oekraïne als eerste het thema in een raadgevend referendum werd, als uiting van de groeiende weerstand tegen Europa, werd in verschillende beschouwingen uitgelicht. 'Opmerkelijk is dat vanaf 1 januari net zulke verdragen in werking traden met Georgië en Moldova, maar deze riepen geen brede maatschappelijke reactie op.
Oekraïne is natuurlijk andere koek', schreef Anna Prijdak op 4 april in een lange voorbeschouwing in de krant Kommersant. 'Het lijkt niet waarschijnlijk dat velen die in het referendum stemden goed weten wat zich in Oekraïne afspeelt of überhaupt precies weten waar dit grote land, een scherf van de ingestorte USSR, op de kaart ligt', dacht de redactie van Gazeta.ru in een commentaar op 7 april.
Reacties op uitslag
De redactie van Gazeta.ru verklaarde de afwijzing van het verdrag in het referendum uit de constatering dat 'de Europeanen, waaronder ook de inwoners van Nederland' vandaag de dag in de eerste plaats eigen zorgen hebben over de kwakkelende economie, de vluchtelingenstroom en de dreiging van terrorisme. Zij willen daar geen nieuwe verplichtingen met het arme en corrupte Oekraïne bij hebben.
Hierdoor konden de Russische leiders de uitslag als 'objectief feit' verwelkomen. 'Alsof de onwil van de Europeanen om in hun gemeenschappelijke woning een land met een half vernietigde economie en probleemregio's op te nemen de Russische politiek op het Oekraïense front zou legaliseren.'
De regeringsgezinde site Matjorik.ru van het Instituut voor GOS-landen van de Russische Academie van Wetenschappen over ontwikkelingen in de voormalige sovjetrepublieken is een rare mix van objectieve analyses en hysterische antiwesterse scheldpartijen. Wetenschappelijk medewerker Joeri Barantsjik van de afdeling Oekraïne van het instituut is een producent van zulke scheldpartijen en plaatste het referendum in Nederland binnen dit ultranationalistische Russische kader.
Hij stelde op 7 april dat 'vier van de vijf landen' ook tegen het Associatieverdrag zouden stemmen als een vergelijkbaar referendum in de andere EU-lidstaten wordt gehouden en dat de Europese leiders niet naar hun bevolkingen luisteren: 'Dit manifesteert zich in veel zaken, van de agressief hysterische houding tegenover Rusland en zijn president Vladimir Poetin tot het onvermogen om de toestroom van een agressieve minderheid in de vorm van vluchtelingen te weerstaan'.
Omdat volgens Barantsjik 'deskundigen' zouden hebben aangetoond dat '5 tot 8 procent' van de vluchtelingen in Europa uit IS-strijders zou bestaan, krijgt Europa binnenkort andere veiligheidsproblemen dan 'onvoorbereidheid om te strijden tegen Rusland' over Oekraïne.
De meeste Russische commentatoren zien in de uitslag van het referendum ook een signaal aan de Oekraïense leiders om daadwerkelijk aan de problemen in eigen land te werken. Oekraïne moet eerst zelf zijn zaken op orde krijgen en niet zeuren over een vermeende 'Russische hand' in de uitslag van het referendum in Nederland.
Oekraïne-correspondente Tatjana Ivzjenko van de kwaliteitskrant Nezavisimaja Gazeta schreef op 8 april in een analyse van de referendumuitslag: 'De argumenten waarmee de meerderheid van de Nederlanders tegen stemde, vallen volledig samen met de pretenties die de Oekraïners tegenover hun machthebbers naar voren brengen. De oorlog in de Donbass, de corruptie, de werkloosheid en het lage levenspeil in Oekraïne zijn precies de problemen die de Oekraïners in het begin van het jaar als de belangrijkste problemen van hun land noemden, eenzelfde lijst die in de ogen van de inwoners van Nederland een beletsel vormt voor samengaan met Oekraïne.'