René Does
Met een anti-crisisprogramma van 135 punten wil de Russische regering de economische crisis aanpakken. In het kader van het anti-crisisprogramma wordt er ook nog geprobeerd een herstart te maken met de privatisering van staatsbedrijven om het weer stijgende begrotingstekort aan te pakken.
De eerste versie van het anti-crisisprogramma dat eind januari 2016 werd gepresenteerd, voorzag in de uitgave van 737 miljard roebel (ongeveer negen miljard euro) aan stimuleringsmaatregelen in een programma met 96 punten. Op 18 februari werd een tweede versie naar buiten gebracht ter waarde van 880 miljard roebel (10 miljard euro) en met een stimuleringsprogramma van 135 punten.
Behalve monetaire stimulering beoogt het plan 'een structurele hervorming' van de Russische economie. Tot het einde van de maand februari heeft het Ministerie van Economische Ontwikkeling de tijd om een definitieve versie te presenteren.
Verliezen
Naast structurele kwalen als de zeer sterke afhankelijkheid van grondstoffen lijdt de Russische economie momenteel onder twee conjuncturele problemen, namelijk de westerse economische sancties en de snel gedaalde olieprijs op de wereldmarkt.
De Economische Expertgroep, een onafhankelijk onderzoeksinstituut dat nauw met het Russische Ministerie van Financiën samenwerkt, heeft volgens de krant Novyje Izvestija van 19 februari berekend dat de westerse financiële sancties en de gedaalde olieprijs de Russische economie in de periode 2014-2017 een verlies van 600 miljard dollar kosten. Jaarlijks betekent dit in deze periode een daling van 2,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
Vanwege de waardedaling van de roebel had het bbp in dollars in 2015 een omvang van 1,3 biljoen dollar, ofwel 30 procent minder dan het bbp in dollars van 2014. Het verlies van 6oo miljard dollar is gelijk aan het totale inkomen van bijna 2,5 federale begrotingen (247,4 miljard dollar) van 2015. Ter vergelijking: de federale begroting van de Verenigde Staten is met bijna vier biljoen roebel 16 keer zo hoog als die van Rusland.
Programma
Hoewel het anti-crisisprogramma nog niet definitief is uitgewerkt, zijn de contouren ervan wel duidelijk. De stimuleringsmaatregelen zijn in vier onderdelen op te delen: het aantrekkelijker maken van het investeringsklimaat, financiële ondersteuning van armlastige regio's, stimulering van economische sectoren en 'behoud van de sociale stabiliteit', met name voorkoming van oplopende werkloosheid. Vier economische sectoren die op extra steun kunnen rekenen zijn de auto-industrie, de machinebouw voor de transportsector, de woningbouw en de lichte industrie (RBK, 27 januari 2016).
Zo is voor de Russische auto-industrie in het anti-crisisprogramma 150 miljard roebel gereserveerd. Armlastige regio's kunnen een beroep doen op 310 miljard roebel aan overheidskredieten. De nieuwssite Gazeta.ru vroeg op 19 februari of de betreffende regio's hier echt blij mee moeten zijn, want de totale schuld van armlastige regio's bedraagt nu al twee biljoen roebel.
Nog enkele maatregelen uit het pakket: 28 miljard roebel voor stimulering van het midden- en kleinbedrijf, 20 miljard roebel voor 'projectfinanciering' en 7 miljard roebel voor doelgerichte ondersteuning van 'monosteden', dat wil zeggen steden die economisch afhankelijk zijn van één sector of één bedrijf.
Verder is vaak niet duidelijk uit welke bronnen geplande uitgaven in het programma betaald kunnen worden. Vaak staat bij de 135 punten van het anti-crisisprogramma 'financieringsbron nog te bepalen'. Verschillende maatregelen zullen daarom een chotelka (onvervulde wens) blijven, aldus Gazeta.ru.
Naast uitgaven heeft het anti-crisisprogramma daarom ook een inkomstenhoofdstuk. Voor het regionale hulpprogramma wil het Ministerie van Financiën burgers overhalen in staatsobligaties te beleggen. Bovendien moet de belastinginning worden verbeterd door vanaf 1 januari 2017 de databases van de belastingdienst, de douane, het kadaster en het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan elkaar te koppelen. Zo mogen burgers met woonlastenschulden dan niet naar het buitenland reizen zonder eerst hun schulden te hebben betaald.
Voorts worden er bezuinigingen in de overheidsbegroting doorgevoerd. Zo zullen de defensie-uitgaven in 2016 met 5 procent worden gekort, waarmee een jarenlange trend van stijgende defensie-uitgaven wordt omgebogen. Na pensioenen (66,1 miljard dollar) zijn defensie-uitgaven met 51,8 miljard roebel de grootste uitgavenpost in de Russische staatsbegroting.
De militaire bezuinigingen komen praktisch geheel uit inkrimping van de aankoop en ontwikkeling van nieuwe wapensystemen, zo meldde het dagblad Vedomosti op 19 februari. Op de Russische militaire activiteiten in Syrië zal niet worden bezuinigd.
Vergadering in het Kremlin op 1 februari over privatiseringskwesties. Foto: kremlin.ru.
Privatisering
Ook de privatisering van staatsbedrijven is weer van stal gehaald om de overheidsbegroting te ondersteunen, waarbij dan het extra argument van noodzakelijke 'herstructurering' van de Russische economie wordt aangehaald. Voor de herstart van de privatisering riep president Vladimir Poetin op 1 februari de betrokken ministers en bedrijfsdirecteuren bijeen in het Kremlin.
Het gaat om sectoren en bedrijven als de Russische Spoorwegen, de Sberbank, de oliebedrijven Rosneft en Basjneft, het pijpleidingenbedrijf Transneft, het diamantwinningsbedrijf Alrosa, luchtvaatmaatschappij Aeroflot, stuwdammen- en stuwmerenbouwer RosGidro en het zeescheepvaartbedrijf Sovkomflot.
Het Ministerie van Financiën hoopt de komende twee jaar met het gereanimeerde privatiseringsprogramma één biljoen roebel binnen te slepen (in 2015 waren er 7,2 miljard roebel aan inkomsten uit privatisering). Of dit gaat lukken is echter zeer de vraag.
Zo zijn er strenge randvoorwaarden aan de privatisering van de genoemde bedrijven gesteld: de Russische staat moet een controlepakket van aandelen behouden, omdat het marktleiders in strategische sectoren betreft, investeerders moeten Russische jurisdictie hebben, ze moeten een ontwikkelingsplan voor het gewilde bedrijf presenteren en mogen voor de aankoop van aandelen geen kredieten van staatsbanken aangaan. En als er 'weggooiprijzen' worden geboden, gaat de verkoop niet door, zo waarschuwde Poetin.
Vanwege de huidige economische crisis zijn investeerders echter niet van plan en niet in staat een hoofdprijs te betalen voor te privatiseren staatsbedrijven. Zo zei minister van Financiën Anton Siloeanov op 2 februari tegen de Nezavisimaja Gazeta: 'Dit is ons telkens terugkerende probleem: we plannen optimistische inkomsten uit privatisering en bedenken grote projecten, maar de economische conjunctuur verslechtert en de verwachte inkomsten blijven uit.'