Jan Limbeek
Een van de speerpunten van de Russische president Vladimir Poetin is demografische politiek. De krimp van de Russische bevolking van de jaren negentig moest afnemen en liefst in groei van het aantal Russen omslaan. In een groot deel van Poetins heerschappij lukte dit uitstekend. Maar de laatste jaren is de demografisch neergang weer ingezet en gaat volgens voorspellingen steeds groter worden.
Toen Poetin in 2000 president werd, waren binnen- en buitenlandse demografische prognoses voor Rusland erg negatief. Demografen trokken de rampzalige bevolkingskrimp van de jaren negentig door tot in de toekomst en kwamen zo tot een erg kleine bevolking. De bevolkingskrimp van de jaren negentig had twee grondoorzaken:
Er kwamen destijds wel grote aantallen immigranten naar Rusland. Het grote immigratieoverschot compenseerde de natuurlijke bevolkingskrimp van de jaren negentig voor een groot deel. Tegen het eind van de jaren negentig normaliseerde het immigratieoverschot zich naar de huidige omvang van 200-300.000 per jaar. De totale bevolkingskrimp nam echter niet toe door de afname van het aantal immigranten, want de natuurlijke bevolkingskrimp nam eveneens af.
Onder president Poetin werden de demografische cijfers beter omdat de bevolking welvarender werd dankzij omvangrijke economische groei. Bovendien ging steeds meer geld naar gezondheidszorg, promootte de overheid een gezonde levensstijl en werd de herinnering aan de depressiejaren negentig minder vers. Daarnaast gebruikte Poetin de toenemende overheidsinkomsten om een heel netwerk aan stimuleringsmaatregelen op te bouwen die vrouwen moesten verleiden meer kinderen te nemen.
De demografische echo van de Tweede Wereldoorlog verdween geleidelijk in de eerste 15 jaar van deze eeuw en werd vervangen door een grotere generatie, die het gevolg was van een kleine babyboom in de jaren tachtig. De groep vrouwen van reproductieve leeftijd werd groter en het aantal geboorten steeg alleen al daardoor. Door de gunstige omstandigheden en door het overheidsbeleid steeg vanaf 2005 het totaal aantal kinderen, terwijl het sterftecijfer tegelijkertijd zienderogen afnam. Per vrouw nam het aantal kinderen weer toe vanaf het jaar 2000.
In 2013 gebeurde het wonder dat een decennium eerder geen enkele demograaf voor mogelijk had gehouden: het aantal geboorten overtrof het aantal sterfgevallen. Deze situatie van natuurlijke bevolkingsgroei bleef nog drie jaar bestaan, terwijl in 2012 en in 2016 de natuurlijke bevolkingsgroei nauwelijks negatief was.
Maar vanaf 2017 bleef het aantal geboorten weer duidelijk achter bij het aantal sterfgevallen. Deels was het verdwijnen van de natuurlijke bevolkingsgroei verwacht, omdat de groep vrouwen in reproductieve leeftijd weer kleiner zou worden. De kleine generatie van de jaren negentig werd volwassen én de nakomelingen van de demografische echo moesten weer voor een groter deel voor het nageslacht zorgen. Demografen hadden gedacht dat de geboortenafname eerder zou plaatsvinden. Maar de kleinere groep vrouwen kreeg meer kinderen dan voorspeld omdat het kindertal per vrouw steeds groter werd. Ook nam het sterftecijfer meer af dan was aangenomen.
Bron: Rosstat (gks.ru)
Er zijn 2,1 geboorten per vrouw nodig om de bevolkingsomvang op lange termijn in stand te houden, exclusief een eventueel migratieoverschot. Geen enkel Europees land haalt 2,1 geboorten, Rusland dus ook niet.
Rusland hoeft geen natuurlijke bevolkingsgroei te hebben om bevolkingsgroei te hebben, want er komen netto ieder jaar gemiddeld tussen de 200 en 300.000 mensen naar Rusland. Dit betreft vooral gastarbeiders en Russen die in de buurlanden wonen en naar Rusland verhuizen. Alleen als de natuurlijke bevolkingskrimp groter is dan het immigratiesaldo van 200-300.000, daalt de bevolkingsgrootte. Dat was vóór 2009 en sinds 2018 het geval.
Dat de Russische bevolking kleiner werd sinds 2018 is niet bijzonder, want dit was min of meer verwacht. Het tempo van de achteruitgang is evenwel groter dan statistici hadden voorzien doordat het aantal immigranten in 2018 per saldo sterk daalde en vooral door de hernieuwde afname van het aantal kinderen per vrouw.
Kregen Russinnen nog bijna 1,8 kind in de periode 2014-2016, in 2019 was dit gedaald naar 1,5 kind. Rosstat verwacht dat het vruchtbaarheidscijfer verder gaat dalen naar 1,42 kind per vrouw.
In de eerste elf maanden van 2019 was de natuurlijke bevolkingsafname 286.000. In dezelfde tijd kwamen er netto 250.000 immigranten naar Rusland. De bevolkingskrimp bedroeg 36.000 in elf maanden van 2019. In 2018 kromp de bevolking met bijna 100.000 zielen. Een grotere afname dan in 2019, maar dit kwam grotendeels door een veel lager immigratie-overschot dan normaal.
Prognose
Rusland telde per 1 januari 2020 146,7 miljoen inwoners (inclusief de 2,3 miljoen inwoners van de Krim). De Russische staatsdienst voor de statistiek Rosstat voorspelt in zijn meest recente prognose dat de Russische bevolking de komende jaren in hoog tempo gaat krimpen.
Volgens de gemiddelde prognosevariant telt Rusland begin 2036 143 miljoen inwoners, dus 4,7 miljoen Russen minder dan vandaag de dag. In de prognose van Rosstat van twee jaar geleden was dit nog 144 miljoen. Het grootste bevolkingsverlies vindt plaats in de periode 2022-2028. Het negatiefste jaar is 2027, de natuurlijke bevolkingskrimp bedraagt dan 583.500 Russen.