Verschuift de Russische publieke opinie?

Jan Limbeek

Sinds de Russische inval in Oekraïne is er grote steun onder de bevolking voor de oorlog en het beleid van president Vladimir Poetin, een opstelling die in het Westen kan rekenen op een mix van afgrijzen en onbegrip. Een geheime opiniepeiling die door het Kremlin is besteld, laat enige veranderingen en nuances in de Russische visie zien.

De peiling is gehouden door staatsopiniebureau VTsIOM eind juni 2022 en in bezit gekomen van oppositiemedium Meduza. Op het eerste gezicht lijkt de steun voor de oorlog in Oekraïne nog steeds groot. Maar de steun is kleiner dan blijkt uit openbare peilingen van verschillende opiniebureaus, onder andere van VTsIOM zelf (ook uit juni) en het daaruit voortgekomen onafhankelijke Levada Centrum.

De vraag die VTsIOM stelde in de geheime peiling gaat over de oorlogsopvatting van de Russische bevolking: sommige mensen willen dat de militaire activiteit in Oekraïne zo snel mogelijk ten einde komt. Anderen vinden de tijd hiervoor nog niet rijp. Welke opvatting heeft u, de eerste of de tweede? Van de respondenten vindt 30 procent dat de 'militaire operatie' zo snel mogelijk beëindigd moet worden (de eerste visie) en een meerderheid van 57 procent wil nog even doorgaan (de tweede visie). De rest (13 procent) geeft geen antwoord.

De openbare VTsIOM-peiling is veel positiever voor het Kremlin en laat zien dat 77 procent van de respondenten 'geneigd' is voort te gaan met de oorlog en nog geen een op de vijf respondenten (17 procent) wil een einde aan de oorlog. Een dergelijke vraag van het onafhankelijke Levada Centrum (zie onderstaande afbeelding), gesteld in de periode van 23 tot en met 29 juni, geeft geen wezenlijk ander beeld.

figuur met cijfers over de oplopende spanningen in Oost-Oekraïne volgens de Russsische bevolking

Bron: Levada Centrum, 30 juni 2022

Het is niet duidelijk waar het verschil tussen de openbare en geheime peilingen vandaan komt, te meer niet omdat de respondenten niet weten wat er met hun antwoorden gebeurt. Waarschijnlijk heeft het te maken met nuanceverschillen in de vragen. Zo hebben degenen in de geheime VTsIOM-peiling de mogelijkheid 'zo snel mogelijk' de oorlog te beëindigen. Als dit niet lukt, kan men gewoon doorgaan met de oorlog. De respondenten wordt met andere woorden de mogelijkheid gegeven een einde aan de oorlog te willen, maar ze hoeven dit niet te doen ten koste van alles. Dat scheelt.

Analyse van de resultaten
Ondanks een ogenschijnlijke afname van de steun voor de oorlog wordt die nog steeds door een ruime meerderheid van de Russen gesteund. Maar een specificering van de voor- en tegenstanders laat een minder gunstig beeld voor het Kremlin zien.

Het blijkt dat de jongere leeftijdsgroep van 18 tot en met 24 jaar oud in groten getale van de oorlog afwil: 56 procent wil er een einde aan en 19 procent wil doorgaan. Ook bij de leeftijdsgroep van 25 tot en met 34 jaar wil, is het percentage voorstanders van beëindiging van de oorlog groter: 43 om 41 procent. De oudere leetijdsgroepen staan in meerderheid achter de oorlog. In het algemeen geldt: hoe ouder, hoe Kremlin-gezinder.

De meeste voorstanders van de oorlog zijn te vinden in steden van meer dan een miljoen inwoners. Hier wil twee op de drie respondenten (62 procent) de oorlog voortzetten. Dat is vijf procentpunt meer dan het Russische gemiddelde. De inwoners van Ruslands grootste steden Moskou en Sint Petersburg zijn minder oorlogszuchtig: 48 procent wil doorgaan en 40 procent wil stoppen.

Niet vreemd is dat het grootste deel van de 'actieve internetgebruikers' de oorlog wil stoppen (47 procent) en slechts een derde (35 procent) wil doorgaan. Degenen die hun informatie van de tv halen zijn daarentegen in grote meerderheid voor voortzetting van de oorlog (68 procent). Niet meer dan 22 procent van hen wil van de oorlog af.

Waarom lijkt de steun voor de oorlog in Oekraïne zo omvangrijk. Allereerst geldt het informatiemonopolie van de Russische staat. Maar dit monopolie is niet absoluut. Als je iets meer moeite doet, kan de geïnteresseerde Rus zich uitgebreid laten informeren. Deze Russen zijn kritischer, maar meestal niet erg prowesters. Dit komt omdat de westerse opstelling als anti-Russisch wordt ervaren, waardoor steun aan het Westen voelt als collaboratie. Hoe kun je je als Rus in groten getale scharen achter leidende westerlingen, die de vernietiging van Rusland propageren. Denk aan Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, die bij de afkondiging van sancties na de Russische invasie aankondigde de Russen graag in armoede te willen storten ('degrade the Russian economy'). En dat voortdurend herhaalt.

Er zijn natuurlijk nog vele andere redenen die Poetin apologeten kunnen hebben, zoals angst voor repercussies op een kritische houding of de universele neiging van ieder volk om achter 's lands leiding te gaan staan in tijden van oorlog. De weinig veroordelende houding van grote delen van de wereld, zoals China en India, helpt niet mee om de eigen rol eens goed onder de loep te nemen. En een groot deel van de Russische bevolking ondervindt bovendien weinig nadelen van de oorlog of sancties.

We mogen aannemen dat het bij de Russische leiding bekend is dat de juridische strafbaarheid van een kritische houding tegenover het leger en de oorlog, leid tot gekleurde sociologische resultaten. Concreet kan de oorlog minder populair zijn dan blijkt uit verschillende peilingen. Maar hoeveel minder?

De socioloog Grigory Joedin, die Meduza te woord stond, vond de resultaten van het geheime VTsIOM-onderzoek 'voorspelbaar', want vergelijkbaar met andere onderzoeken. Hierboven is al gebleken dat deze bewering feitelijk niet klopt. Bovendien verwacht Joedin dat de tegenstanders van de oorlog hun bezwaren niet in protesten kenbaar zullen maken en dat je dus niets aan hun oppositie hebt.

Alleen Poetin bepaalt of de oorlog ten einde komt, het sentiment onder de bevolking heeft hier volgens Joedin niets mee te maken. Maar aangezien wij weten dat Poetin bijzonder goed kijkt naar peilingen die de gevoelens die leven onder de bevolking reflecteren, zouden mildere gevoelens wel degelijk het beleid kunnen beïnvloeden.

De belangrijkste conclusie van de geheime VTsIOM-peiling lijkt mij dat de oorlogshouding van de Russische bevolking niet diep zit. Het zou verder kunnen veranderen en zich, als de trend zo doorgaat, best kunnen uiten.


Wellicht kent Poetin Rusland beter dan wij

Er zijn drie grote opiniepeilingsbureaus in Rusland: het Levada Centrum, VtsIOM en FOM. Volgens een artikel van Meduza (17 juli 2020) is er nog een vierde. De stand van het land geeft dit bureau weer met behulp van grotere en wellicht betrouwbaardere onderzoeken. Hierop zou president Vladimir Poetin zijn beslissingen vooral baseren.

Het betreft de sociologische afdeling van de FSO (Federalnaja Sloezjba Ochrany), die hooggeplaatste personen beveiligt, onder wie president Poetin. De FSO staat los van de geheime dienst FSB of de militaire inlichtingendienst GROe.

Volgens de onderzoekers van Meduza maakt dit bureau niet alleen gebruik van een grotere doelgroep - hoe meer respondenten hoe betrouwbaarder de resultaten kunnen zijn - maar is men ook niet geneigd de resultaten te kleuren met de al bestaande ideeën die de president of premier toegedicht worden. Vaak worden de onderzoeken aangevuld met meningen van experts. De grootte van de onderzoeken, de zelfstandigheid van de onderzoekers en de invloed van experts maken de informatie mogelijk erg geloofwaardig.

De grotere FSO-onderzoeken kunnen tienduizenden respondenten omvatten. Kleinere onderzoeken van de FSO tellen nog altijd 2.000 à 6.000 respondenten. Vtsiom gebruikt zo'n 11.000 respondenten en het Levada Centrum iets meer dan 1.600. Het Levada Centum staat te boek als oppositioneel en wordt daardoor betrouwbaarder gevonden.

Luister naar een Engelstalige podcast van Meduza over sociologisch onderzoek van de FSO met o.a. Denis Volkov, directeur van Levada Centrum

Het is geen geheim dat de FSO sociologisch onderzoek verricht - hoewel weinigen dit weten - maar de inhoud van de onderzoeken is wel geheim, hoewel er af en toe wat uitlekt. Het opheffen van de quarantaine-maatregelen in de stad Moskou in juli 2000, waartoe Poetin burgermeester Sergej Sobjanin aanzette, was volgens Meduza gebaseerd op informatie van het FSO. Uit peilingen van de FSO was gebleken dat de maatregelen in toenemende mate op weerstand konden rekenen, hetgeen de stemming over de toenmalige grondwetswijzigingen negatief zou kunnen beïnvloeden.

Helaas kunnen we vanwege het geheime karakter van de onderzoeken de betrouwbaarheid van het sociologisch onderzoek van de FSO niet controleren. De informatie kan alleen door de president of de regering aangevraagd worden. We weten evenmin in hoeverre het beleid op de FSO-onderzoeken gebaseeerd is. Het enige dat we weten is dat Poetin veel belang hecht aan de publieke opinie in Rusland.

Een vroegere Kremlin functionaris vertelde Meduza dat de sociologische studies van de FSO 'somber, misschien zelfs te somber' zijn, terwijl voor de analyses van VTsIOM het omgekeerde geldt: ze zijn te roodkleurig. Zijn oplossing was om de resultaten van de FSO en VTsIOM op te tellen en te delen door twee.

Ook andere bronnen vinden de resultaten van de FSO onderzoeken nogal pessimistisch, in ieder geval negatiever dan die van VTsIOM en FOM. Het Levada Centrum wordt niet genoemd, want dit bureau wordt door het Kremlin officieel aangemerkt als 'een buitenlandse agent'. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat de openbare informatie van het Levada Centrum niet wordt gebruikt of zelfs gewaardeerd.

Het is de bedoeling van de FSO onderzoeken om potentiële problemen, dreigingen en negatieve tendensen te signaleren. De FSO heeft diepe zakken, kan onafhankelijk onderzoek doen en geeft de meest onwelgevallige informatie door aan het Kremlin. Toch wil dit niet zeggen dat de FSO het altijd bij het rechte eind heeft. Bovendien geldt: al zou de FSO beschikken over foutloze informatie van alle gebieden in Rusland, dan nog hoeft Poetin deze informatie niet te gebruiken.