David Satter
It Was a Long Time Ago, and It Never Happened Anyway. Russia and the Communist Past
Yale University Press
New Haven & London 2012
383 blz.
ISBN 9780300111453
€29,99

RUSLANDS WORSTELING MET DE HERINNERING VAN HET COMMUNISTISCHE VERLEDEN

Stéphanie Kneppers

Recent verscheen David Satters nieuwe boek, It Was a Long Time Ago, and It Never Happened Anyway, waarin Satter de worsteling van de Russen met hun sovjetverleden analyseert. David Satter was jarenlang correspondent in Moskou voor de Financial Times en The Wall Street Journal. Thans is hij als onderzoeker verbonden aan het Hudson Institute en aan de Johns Hopkins-universiteit.

In de inleiding van zijn boek confronteert Satter de lezer met de problematiek van de Russische herdenkings- en herinneringscultuur. De Russische regering heeft zich nooit officieel gedistantieerd van het communistische sovjetregime, dat verantwoordelijk is voor de dood van twintig miljoen sovjetburgers.

In Rusland is er zelfs geen nationaal monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de communistische terreur. Het in 1990 in Moskou opgerichte monument van de Solovetski-steen was aanvankelijk bedoeld als tijdelijk monument, dat later plaats zou moeten maken voor een monument dat meer recht zou doen aan het enorme aantal slachtoffers van de terreur. Een dergelijk monument is er nooit gekomen.

Ook een nationaal museum, waarin aandacht wordt besteed aan de communistische terreur, ontbreekt. Wel zijn er op lokaal niveau de afgelopen twee decennia een aantal musea geopend, die gewijd zijn aan de slachtoffers van het sovjetregime, waaronder een museum in Tomsk en het voormalige sovjetkamp Perm-36. De interesse voor deze musea is echter gering.

Ook voor plaatsen die verbonden zijn met de verschrikkingen van de Grote Terreur (1937-1938) is weinig aandacht. Nog steeds zijn veel massagraven niet gelokaliseerd. De verantwoordelijke sovjetleiders zijn nooit veroordeeld; in plaats daarvan is Stalin in het afgelopen decennium stilzwijgend gerehabiliteerd.

Het onvermogen om de slachtoffers van de communistische terreur te gedenken, heeft volgens Satter ernstige gevolgen. Het draagt bij aan het morele verval van de Russische maatschappij en werpt een donkere schaduw over de toekomst van Rusland.

Het boek telt veertien thematisch opgebouwde hoofdstukken. Satter neemt de lezer mee op zijn zoektocht door Rusland langs de belangrijkste plekken die verbonden zijn met de wreedheden van het sovjetregime. Vervolgens licht Satter deze plekken toe, plaatst ze in hun historische context, en reflecteert op de huidige situatie in Rusland. Daarnaast schetst Satter in een aantal hoofdstukken de totstandkoming van het Russische denken over het sovjetverleden.

Hoezeer Rusland nog altijd worstelt met het sovjetverleden wordt duidelijk in de eerste hoofdstukken. Satter behandelt daarin onder andere de controverse die in 2002 ontstond rond de eventuele herplaatsing van een standbeeld van de omstreden Tsjeka-oprichter Felix Dzjerzjinski op het Loebjanka-plein in Moskou. Uiteindelijk werd het standbeeld niet teruggeplaatst. Eind 2005 kwam er, ondanks protest van mensenrechtenorganisaties, toch een buste van Dzerzjinski op de binnenplaats van het hoofdkantoor van de Moskouse politie.

Verder toont Satter de passiviteit van de Russische regering bij het onderzoek naar en de lokalisering van massagraven. Dat veel Russen tot op de dag van vandaag nog niet weten waar tijdens de Grote Terreur gefusilleerde familieleden begraven liggen, lijkt als vanzelfsprekend te worden aangenomen. Satter doet ook een poging te achterhalen waarom Russen sympathie voor het communisme koesterden en tegenwoordig vaak een nostalgische hang naar het sovjetverleden hebben.

Een terugkerend element in het boek is de vraag waarom de Russen in de loop van de jaren '90 steeds minder aandacht kregen voor de slachtoffers van het communisme en juist idealiserend gingen terugverlangen naar de Sovjet-Unie. Deze tendens stond volgens Satter in schril contrast met het tijdperk van Gorbatsjovs glasnost, waarin het onderwerp van de communistische terreur bespreekbaar werd en er vanuit de bevolking juist behoefte ontstond aan herdenking van slachtoffers.

Het wordt duidelijk dat de roerige overgang van de sovjetplaneconomie naar een markteconomie, en de sociaal-economische gevolgen hiervan, de huidige Russische herinneringscultuur grotendeels hebben gevormd. De dagelijkse strijd om in economisch barre tijden te overleven, ging de herdenking van de slachtoffers van het sovjetregime overschaduwen.

Satter eindigt zijn boek met de sombere conclusie dat respect voor het individu in Rusland alleen kan worden verankerd wanneer de Russen de realiteit van de misdaden van het sovjetregime onder ogen zien en veroordelen, breken met de Russische staatstraditie en de menselijke waarde van de slachtoffers erkennen. Satter constateert dat zonder breuk met het verleden oude sovjetgewoonten blijven voortbestaan en dat daarom een individueel mensenleven in het huidige Rusland nog steeds niet veel waard is.

Dat deze stelling op zijn plaats is, blijkt uit recentere voorbeelden die Satter aandraagt: bij het beëindigen van de gijzelingen in het Moskouse Doebrovka-theater (2002) en in Beslan (2004) offerden de Russische autoriteiten op roekeloze wijze burgers op. Satters boodschap is duidelijk. Alleen wanneer de Russen het sovjetverleden proberen te begrijpen en te veroordelen, kunnen zij er morele lessen uit trekken en kan worden voorkomen dat de Russische staat in de toekomst opnieuw het individu zal inzetten om staatsdoelen te verwezenlijken.

De titel van het boek, It was a long time ago, and it never happened anyway, illustreert kernachtig de belangrijkste stelling van Satter: doordat de Russen de zwarte bladzijden in hun geschiedenis niet onder ogen willen zien en proberen te vergeten, maken deze ook geen deel uit van het Russische nationale bewustzijn. Tragische gebeurtenissen worden verdrongen door heroïsche episoden uit het nationale verleden. Niet alleen krijgen toekomstige generaties hierdoor een verkeerd beeld van het nationale verleden, maar ook zullen de tragische episoden uiteindelijk worden gewist uit het geheugen.

Het boek is populair-wetenschappelijk, waardoor het voor een breder leespubliek toegankelijk is. Het taalgebruik is helder en het boek is indringend geschreven. De passages met persoonlijke verhalen van Russen, wier ouders ten tijde van de Grote Terreur na huiszoekingen werden gearresteerd en gefusilleerd, zijn soms schokkend. De auteur beschikt over goede kennis van de materie en verlevendigt het historische aspect met persoonlijke observaties. Satter toont een grote betrokkenheid bij het onderwerp. Het boek is zeer goed gedocumenteerd en met bronnen onderbouwd. Naast mondelinge getuigenissen en (eigen) interviews, baseert Satter zich ook op wetenschappelijke studies en journalistieke bronnen.

Het zou een welkome toevoeging zijn geweest als Satter een apart hoofdstuk had gewijd aan de door het sovjetregime kunstmatig gecreëerde hongersnood in Oekraïne van 1932-33. Satter besteedt weliswaar aandacht aan de Holodomor, maar als integraal onderdeel van een hoofdstuk over de geschiedschrijving in Rusland. Aan de andere kant ligt het zwaartepunt van Satters boek bij Rusland, hetgeen wellicht zijn keuze verklaart de Holodomor niet apart te behandelen.

Soms is Satter geneigd zijn betoog kracht bij te zetten met voorbeelden die te ver afstaan van het hoofdonderwerp. Zo heeft Satter in de inleiding bijvoorbeeld het verhaal opgenomen van de vijfentwintigjarige Rus Taras Sjoegajev, die de dood vond in een vuilniswagen en door de hulpdiensten aan zijn lot werd overgelaten. Satter wil met dit verhaal zijn stelling onderbouwen dat er in het huidige Rusland geen respect is voor het individu, maar het voorval dat hij aandraagt heeft een enigszins absurdistisch gehalte.

Verder is het jammer dat Satter geen gebruik heeft gemaakt van beeldmateriaal om zijn verhaal te illustreren. Het was voor de lezer wellicht verhelderend geweest wanneer Satter een fotokatern had ingevoegd met (eigen) foto's van de door hem besproken monumenten of (vergeten) herdenkingsplaatsen. Het had verder behulpzaam geweest als Satter in zijn boek een landkaart van Rusland had opgenomen, waarop de in zijn boek genoemde plaatsen zouden zijn aangemerkt. Ondanks deze kleine punten van kritiek is Satter erin geslaagd een goed boek te schrijven, dat de moeite waard is om van begin tot einde gelezen te worden.