cover boek

Erika Fatland
Engelbewaarder van Beslan
Uitgeverij De Geus
Breda, 2012
254 blz.
ISBN 978 90 445 2342 3
€17,95

Op zoek naar de waarheid over Beslan

René Does

Tijdens de eerste drie dagen van september 2004 vond in het stadje Beslan de ergste terroristische actie van postcommunistisch Rusland plaats. Gedurende de eerste dagen van het nieuwe schooljaar werden ruim 1.110 mensen, merendeel vrouwen en kinderen, gegijzeld in de gloeiend hete gymzaal van School nummer 1. Bij de gewelddadige bevrijdingsactie op 3 september kwamen 333 mensen om het leven, onder wie 186 kinderen.

De jonge Noorse antropologe Erika Fatland heeft een hartverscheurend en belangrijk boek geschreven over deze tragische gebeurtenis: Engelbewaarder van Beslan. In dit boek laat zij slachtoffers en nabestaanden van gedode gegijzelden aan het woord, onderzoekt ze wat zo´n gebeurtenis met een kleine gemeenschap als die van Beslan doet en probeert ze antwoord te geven op de vraag wat er precies gebeurd is van 1 tot 3 september. Want dat is tot de dag van vandaag nog steeds niet helemaal duidelijk.

Beslan is een stadje van 35.000 inwoners in de deelrepubliek Noord-Ossetië in de Noord-Kaukasus. Fatland bracht twee lange periodes in Beslan door: in de herfst van 2007 en in het voorjaar van 2010. In de eerste periode deed zij onderzoek voor haar masterscriptie over de terreuractie en stond ze onder toezicht van autoriteiten en lijfwachten. In de tweede periode reisde zij op eigen houtje met een toeristenvisum.

Wat de meeste indruk maakt in het boek is het beeld van het enorme menselijke leed, lichamelijk en psychisch, dat de terroristische actie heeft toegebracht. Overlevenden leven bijna allemaal met trauma´s en de nabestaanden van doden leven met diepe gevoelens van rouw en dikwijls met schuld door de onmacht tijdens de drie noodlottige dagen en de hartverscheurende keuzes die soms gemaakt moesten worden.

Omdat de terreuractie een school betrof, waren de slachtoffers vooral vrouwen en kinderen, terwijl de mannen vooral onder hun onmacht leden. En mannelijke eer stelt zwaar in de patriarchale Noord-Kaukasus. Slachtoffers reageren verschillend op wat hun overkomen is: sommigen gingen verwoed op zoek naar de waarheid, anderen leiden een teruggetrokken bestaan met dagelijkse bezoeken aan de begraafplaats waar de doden liggen.

Verder komt de incompetentie, wanorde en leugenarij die in Rusland blijkbaar vaak met terroristische acties gepaard moeten gaan, sterk naar voren.

Ondanks waarschuwingen voor een op handen zijnde terroristische actie namen de regionale veiligheidsorganen geen voorzorgsmaatregelen zoals strengere bewaking en extra wegcontroles. Het duurde lange tijd voordat er na het begin van de actie politie ter plaatse was. Zoals gebruikelijk werd er door de autoriteiten in eerste instantie gelogen over het aantal gegijzelden dat in de school vast zou zitten: dat werd als veel te laag gegeven.

Over het aantal gijzelnemers bestaat onduidelijkheid. Officieel waren dit er 32, van wie er 31 werden gedood tijdens de bevrijdingsactie. Slechts één gijzelnemer is voor het gerecht gekomen: de Ingoesjeet Noerpasji Koelajev. Maar er gaan berichten dat er meer gijzelnemers waren, met 72 als hoogst genoemde aantal. Zijn er terroristen weten te ontkomen tijdens de bevrijdingsactie?

Fatland is deskundig over de ingewikkelde etnische verhoudingen in de Noord-Kaukasus. Hoewel de actie bedacht was door de beruchte Tsjetsjeense terroristenleider Sjamil Basajev, die in de zomer van 2006 is gedood door de Russische veiligheidsdiensten, was de directe leiding van de gijzeling in de school in handen van de Ingoesjeet Roeslan Choestjbarov, de ´Kolonel´. De meeste gijzelnemers waren Ingoesjeten. Fatland gaat daarom in op de haat tussen de islamitische Ingoesjeten en christelijk-orthodoxe Osseten, dus tussen daders en slachtoffers, die in de buurrepublieken Ingoesjetië en Noord-Ossetië naast elkaar wonen.

Fatland legt uit dat de onenigheid tussen Ingoesjeten en Osseten niet zozeer een religieuze en etnische achtergrond heeft, maar vooral een territoriale. In 1944 werd een stukje van Ingoesjetië, het Prigordny-district, door Stalin bij Noord-Ossetië gevoegd wegens vermeende collaboratie van de Ingoesjeten met nazi-Duitsland, hetgeen het volk ook op deportatie naar Centraal-Azië kwam te staan (na Stalins dood mochten zij terugkeren).

In de herfst van 1992, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, vochten de Ingoesjeten en Osseten een korte oorlog met elkaar om het district, maar dit bleef bij Noord-Ossetië. Veel Osseten wijten de wreedheid van de terreuractie in Beslan aan het feit dat de gijzelnemers Ingoesjeten waren.

Fatland onderzocht ook wat de gevolgen op langere termijn zijn van zo´n gebeurtenis in een kleine gemeenschap als die van Beslan. Naast de wederzijdse steun en gemeenschappelijke rouw tijdens en direct na de terreuractie, leidde die later ook tot afgunst en jaloezie. Secretaresse Raisa van de school noemde dit tegen Fatland ´de levenden tegen de doden´. ´Dus de overlevenden tegen degenen die iemand verloren hadden. Ze vonden het maar niks dat wij nog leefden.´ Ook was er afgunst om de schadeloosstellingen die werden uitbetaald, want hiervoor werden nabestaanden en slachtoffers in verschillende klassen ingedeeld.

Er zijn twee nabestaandenorganisaties in Beslan: de gematigde Moeders van Beslan en de meer radicale Stem van Beslan. Ook bijgeloof, een veel voorkomend verschijnsel in Rusland, komt om de hoek kijken. Moeders van Beslan ging korte tijd in zee met de wonderdokter Grigori Grabovoj, die in 2005 beweerde dat hij de dode kinderen van Beslan weer tot leven kon wekken.

Vanwege de leugens, het gebrek aan openheid en het permanent lopende onderzoek naar de actie zijn er ook veel complottheorieën in omloop gekomen over de toedracht van de terreuractie. Eentje gaat natuurlijk over de veiligheidsdienst FSB. Of president Vladimir Poetin zou belang bij de terreurdaad hebben gehad. Inderdaad was de gijzelingsactie voor Poetin aanleiding een politieke centralisering door te voeren in de vorm van het afschaffen van de directe gouverneursverkiezingen en het verhogen van de kiesdrempel in het parlement voor politieke partijen van 5 naar 7 procent.

Beslan onderstreept de grote rol die politiek leider Poetin speelt in een autoritair en personalistisch politiek stelsel als dat van Rusland. Aan de ene kant wordt hij vaak aangewezen als de grote schuldige en aan de andere kant is hij de persoon op wie veel slachtoffers hun hoop hebben gevestigd voor morele en financiële genoegdoening.

Fatland probeert zelf ook achter de waarheid achter de terreuractie in Beslan te komen. ´Hoe moest ik in deze wirwar van complottheorieën, mythen en fantasierijke halve waarheden mijn eigen weg vinden?´ Ze besluit zich te verdiepen in alle beschikbare onderzoeksrapporten, boeken en andere informatie. Naast de onderzoeken van individuele journalisten en de nabestaandenorganisaties is er een onderzoek van een officiële parlementaire commissie, die stelde dat de ontploffingen die op 3 september de dodelijke bevrijdingsactie in gang zetten, van binnen kwamen. Dit is de officiële versie.

Veel gegijzelden stelden echter dat de ontploffingen van buiten kwamen, dus onderdeel waren van de bevrijdingsactie door de veiligheidsorganen. Deze versie werd onderzocht door het dissidente commissielid Joeri Saveljev, parlementariër van de kleine nationalistische partij Rodina (Moederland). Die bevestigde deze waarneming van de gegijzelden in zijn eigen persoonlijke rapport van ruim duizend pagina´s. Fatland hecht terecht veel waarde aan het rapport van Saveljev.

Uiteindelijk komt ook Fatland niet achter de waarheid. In het laatste hoofdstuk loopt ze zelf ook vast in een wat wazig hoofdstuk over de rol van de vermeende dubbelagent Vladimir Chodov, de enige Osseet in de groep gijzelnemers, die zich tot de islam had bekeerd en radicaliseerde. Maar Fatland komt wel redelijk ver en uit haar verhaal zijn wel enkele conclusies te trekken:

Saveljev vertelde Fatland: ´Eén minuut voor de explosie in de gymzaal werd de commandant van de Alfa-troepen door een sluipschutter die op het dak van de gymzaal was opgesteld, gedood. Het is mogelijk dat de bestorming van de school een reactie hierop was, gezien het feit dat het eerste schot ongetwijfeld voor de sluipschotter op het dak bedoeld was. In dat geval is het spontaan gebeurd, in een opwelling, als een wraakactie.´