Sana Valiulina
Kinderen van Brezjnev
Uitgeverij Prometheus
Amsterdam 2014
508 blz.
ISBN 978 90 446 2640 7
€19,95
René Does
Sana Valiulina heeft een intrigerend boek geschreven. Dat begint al met de titel, Kinderen van Brezjnev, en de omvang van het werk, 508 bladzijden. Maar het blijkt ook de meest weerbarstige roman van de Nederlandse schrijfster met Estse, Tataarse en Russische wortels.
Kinderen van Brezjnev is opgebouwd uit vier delen die op zichzelf staan en, ondanks enkele dwarsverbanden, met enkele uitbreiding per deel ook als vier aparte werken uitgebracht hadden kunnen worden. De roman begint idyllisch, met het strandleven van Esten en Russen in de Estse badplaats Ruha aan de Oostzeekust, voor een groot deel bezien door de ogen van een schoolmeisje.
Het zijn de communistische hoogtijdagen in de jaren zeventig onder partijleider Leonid Brezjnev. Toch zijn ook de eerste ontbindingsverschijnselen in de volwassen sovjetmaatschappij waarneembaar: de communistische leuzen klinken steeds holler, burgers zijn vooral bezig met het verkrijgen van westerse consumptiegoederen uit Finland en de jongeren worden cynischer, losbandiger en gewelddadiger.
De delen twee, drie en vier spelen zich achtereenvolgens af in de eindtijd van de Sovjet-Unie, tijdens het wildwestkapitalisme van de jaren negentig en in de huidige Poetin-tijd. Het tweede deel beschrijft het middelbare schoolleven en de wereld van criminele jongeren in de Estse hoofdstad Tallinn, de laatste groep zich verbergend in de kelders van de eenvormige sovjethoogbouw in de buitenwijken.
In deel drie is de nieuwe zakenman Kostja, voorheen leraar literatuur, de hoofdpersoon. Hij wordt rijk in een decennium waarin het bezit van een Mercedes de maat der dingen wordt: ´Een Mercedes-Benz de natte droom van alle burgers die niet alleen met democratie en vrijheid genoegen wilden nemen, en dat waren de meesten.´
Indrukwekkend is het laatste deel vier. Rond de dood van advocaat Sergej Magnitski in november 2009, die stierf in een cel van de Moskouse Boetyrka-gevangenis na medische verwaarlozing van zijn in de cel opgelopen galstenen, pancreatitis en galblaasontsteking, schetst Valiulina een zeer somber en zwart beeld van het Rusland onder Vladimir Poetin.
Magnitski was in november 2008 gearresteerd, nadat hij de financiële kaalpluk door corrupte ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken van het investeringsbedrijf Hermitage Capital Management van zijn Amerikaanse werkgever Bill Browder had aangeklaagd. Valiulina schept een fictieve, maar naar het huidige Rusland geboetseerde staat, waarin de hoofdpersonen als menselijke prototypen worden behandeld.
Rusland heet Gazolia. Moskou heet Pegelburg. Belangrijke personen in het vierde deel zijn de Boekhouder (Magnitski), de Overste (Poetin), de Sportvrouw (turnster Alina Kabajeva) en de Eerste Raadgever (ideoloog en grijze kardinaal Vladislav Soerkov). Wat echt bijblijft van dit deel zijn het wrede en droevige lot van de Boekhouder en de diepe angst en peilloze eenzaamheid van de Overste.
De vier delen bij elkaar maken van Kinderen van Brezjnev een caleidoscopisch boek van de generatie Russen en andere sovjetburgers die onder partijleider Brezjnev zijn opgegroeid. Het boek is zo stevig gefundeerd dat de onevenwichtigheden, die er ook in zitten, de zeggingskracht niet wezenlijk ondermijnen.
Aan de andere kant maken de vier redelijk losstaande delen het geheel ook een verbrokkeld verhaal. Terwijl de eerste drie delen zich in Estland afspelen, gaan we in het laatste deel onverwacht naar een op Rusland lijkend ´Gazolia´. Hoofdstukken met spanning en vaart worden afgewisseld met enkele trage en moeilijk doordringbare hoofdstukken.
Opvallend is verder dat de montere toon en de humor uit de eerdere romans van Valiulina in Kinderen van Brezjnev praktisch geheel ontbreekt: de sfeer is overheersend drukkend en er verdwijnt in de loop van het boek steeds meer licht uit het verhaal. De vier delen hebben een steeds tragischer afloop. De bladspiegel weerspiegelt deze donkerte grafisch: de bladzijden zijn vol en de alinea´s zijn lang.
Niettemin bleef ik het boek tot het einde fascinerend vinden. Ik zal het vooral herinneren als een eerbetoon aan moedige, beschaafde en eerlijke eenlingen als de Boekhouder en een aanklacht tegen degenen die de omstandigheden rond zijn dood mogelijk maakten. En dat zijn er een heleboel in Gazolia, niet alleen de Overste.