Peter d'Hamecourt & Julia Klotchkova
Leven als God in Rusland
Uitgeverij Conserve
Schoorl 2008
124 blz.
ISBN 978 90 5429 272 2
€19,95
Nina Brugman
Van de vier boeken die Peter d'Hamecourt na zijn afscheid schreef, neemt het pas verschenen Leven als God in Rusland een bijzondere plaats in. Ten eerste omdat het geen gewone beschrijving van het Moskouse dagelijkse leven en de problemen van deze metropool is. Ten tweede, omdat dit een 2-in-1 boek is over het plattelandsleven en tegelijkertijd een kookboek. En ten derde, omdat het boek een coauteur heeft: de Russische culinair journaliste Julia Klotchkova.
Peter d'Hamecourt woont al bijna twintig jaar in Rusland. Hij heeft een datsja in de buurt van Malojaroslavets, een historisch stadje honderd kilometer ten zuidwesten van Moskou, waar hij in al die jaren een behoorlijke kennis over het Russische plattelandsleven opbouwde. Strikt genomen is het geen echte 'datsja', maar eerder een huis in een echt Russisch dorp.
Vanuit de eerste persoon maakt d'Hamecourt ons vertrouwd met de vele elementen uit het niet al te gemakkelijke leven van de stedelingen die zichzelf vol trots datsjniki (datsja-eigenaars) noemen.
Het eerste element is, natuurlijk, de datsja zelf. Het begrip 'datsjaleven' houdt een aparte wereld in, die sterk van het stedelijke bestaan verschilt. d'Hamecourt probeert een verklaring voor de onafscheidelijke band van de Russen met hun natuur te vinden. Hij doet dit in het verhaal van Julia Klotchkova over de datsja van haar oma, waar ze als kind iedere zomer doorbracht.
In de zeventiende eeuw waren er al datsja's in Rusland, maar echt populair werden ze in de periode 1850-1910, toen veel welgestelde inwoners van Moskou en Sint Petersburg 's zomers de natuur opzochten.
Ook in de sovjettijd bleven Russen deze traditie trouw. In de jaren zestig konden veel sovjetburgers een klein stukje land van de staat krijgen (600 m2), waarop ze - vaak met grote moeite - hun zomerhuisjes bouwden, met een bijbehorende moestuin. Voor een datsjnik is zijn moestuin een bron van trots en plezier. Wat tijdens de vrij korte Russische zomer in de moestuin is gegroeid, wordt gezien en geprezen als een cadeau van de natuur. Met deze 'cadeautjes' kunnen de recepten gemaakt worden die in het boek staan.
Omdat veel datsja's in of in de buurt van een bos staan, en de paddenstoelenjacht een hobby van veel Russen is, is het geen wonder dat er ook recepten met deze 'bosgeschenken' in het boek staan. Wat de moestuin niet biedt en wat ook niet uit het bos gehaald kan worden, wordt gekocht op de plaatselijke boerenmarkt, zoals vlees, honing en zuivel.
Het verhaal over het datsjaleven zou niet compleet zijn zonder sjasjlyk. Russen zijn dol op sjasjlyk-uitstapjes naar het bos. Dat sjasjlyk maken niet zomaar vlees roosteren is, leest u bij Peter d'Hamecourt.
Hij laat u tevens kennismaken met Nikolaj, zijn buurman, die een 'meester' is in het samogon stoken. Maar behalve deze zelfgestookte drank, drinken de Russen 's avonds ook lekker lang hun thee. Met een klontje suiker tussen de tanden of met een potje (meestal zelfgemaakte) jam en een eindeloos gebabbel, kan een gewone theevisite urenlang duren. In dit gedeelte van het boek staan recepten van cakes, jam en heerlijke taarten. Peter d'Hamecourt geniet al jaren van zijn leven op het Russische platteland.