Bengt Jangfeldt
Een leven op scherp. De legendarische dichter Vladimir Majakovski, 1893-1930
Vertaling: Edith Sybesma
Uitgeverij Balans
Amsterdam 2009
464 pagina's met illustraties
ISBN: 978 94 60 3204 2
€45 (tot eind 2009: €39,95)
Nicole de Boer
Begin oktober was de Zweedse literatuurwetenschapper Bengt Jangfeldt (1948) in Amsterdam om het eerste exemplaar van de Nederlandse vertaling van zijn biografie over de futuristische dichter Vladimir Majakovski (1893-1930) in ontvangst te nemen.
Halverwege de jaren '70 was Jangfeldt bezig te promoveren op de Russische avant-garde, toen hij in Moskou Lilja Brik ontmoette. Brik was Majakovski's grote liefde en zijn muze. Ook al was zij getrouwd met zijn beste vriend, zij bleven vijftien jaar dicht in elkaars buurt. Jangfeldt heeft aldoor contact met haar en - na haar dood in 1978 - haar stiefkinderen gehouden.
Hij werkte vele jaren aan de lijvige biografie. In Zweden werd het boek een bestseller en Jangfeldt ontving er het Zweedse equivalent van de Booker prijs voor. Majakovski is in Zweden de populairste buitenlandse dichter. Al sinds de jaren vijftig wordt zijn werk vertaald in het Zweeds. Jangfeldt heeft zelf ook veel gedichten van Majakovski vertaald.
Lange tijd hing er een zweem van romantiek om de Russische dichter. Iemand die uit het land kwam waar zoveel verboden was en die zowel politieke gedichten als prachtige liefdeslyriek geschreven had, die moest wel heel bijzonder zijn.
Bij de levensbeschrijving heeft Jangfeldt geprobeerd de hoofdstukken zó te schrijven alsof hij nog niet wist wat er zou volgen. Dat hielp hem om stuk voor stuk episodes van Majakovski's leven en dat van zijn naasten te ordenen en zich te richten op wat in die periode belangrijk was. Hij beschrijft het leven in futuristische kringen in de jaren rond de revolutie. Soms verdwijnt Majakovski zelfs bijna helemaal uit beeld, omdat de hele vertelling op Lilja Brik of een andere vriend of vriendin is gefocust.
Deze manier van schrijven leidt er ook toe dat Majakovski's zelfmoord in 1930 niet als een verrassing komt. Majakovski werd geroemd door het Sovjet-regime. Jangfeldt heeft de publicatie van zijn biografie meer dan een jaar uitgesteld omdat juist toen hij aan de afronding toe was, in Rusland het dossier over de zelfmoord uit het KGB-archief beschikbaar kwam. Hij was razend benieuwd welke informatie het zou bevatten en of het nog verrassingen zou opleveren.
Het archief bevatte een foto van de levenloze dichter, die ook in Jangfeldts boek is opgenomen, en een gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenis in het huis van Majakovski aan de Ljoebljankadwarsstraat in Moskou. Majakovski had zichzelf door zijn hart geschoten.
Een rapport dat vijf dagen na zijn dood verscheen, noemde de veelgeplaagde schrijver Michail Boelgakov "de volgende zelfmoordkandidaat". Stalin nam deze opmerking ter harte en belde Boelgakov nog diezelfde dag op om hem aan werk te helpen. Lange tijd bestond het vermoeden dat Stalin did deed uit angst om in korte tijd nog een grote literator te verliezen. Dit is met het openbaar worden van beide dossiers bevestigd.
Majakovski liet een afscheidsbrief na, helemaal in zijn stijl geschreven, met een bijzonder mooi gedicht, waarin de dichtregel stond "ik sta quitte met het leven".
Majakovski was een moeilijk en zwaarmoedig mens, verzucht zijn biograaf. Maar een zenuwpees noemt hij hem niet. Wel heeft Majakovski op driekwart van de foto's in het boek een sigaret in zijn mondhoek hangen, waaruit je niet anders kan concluderen dan dat hij de ene peuk met de andere aanstak. Ook uit zijn vaak dwingende of wanhopige brieven aan Lilja Brik komt een neurotisch figuur naar voren. Majakovski leed aan smetvrees en gokte altijd en om alles.
Kennelijk vormde werken een uitlaatklep voor hem, want hij had een enorme productie en was altijd wel ergens mee bezig. Hij schreef naast poëzie ook proza, toneelstukken en reclameteksten, maakte films en schilderde.
De biografie bevat een grote hoeveelheid brieven, foto's en tekeningen, waarvan vele niet eerder gepubliceerd werden. Vele figuren uit Majakovski's directe omgeving passeren de revue, onder wie de dichter Boris Pasternak en de taalwetenschapper Roman Jakobson. Jangfeldt sprak met een aantal van hen, onder wie Majakovski's Amerikaanse dochter.
De beschrijvingen houden niet op bij Majakovski's dood. Van alle belangrijke personen wordt verteld hoe hun leven verder verliep en ook beschrijft Jangfeldt uitgebreid de canonisering van Majakovski, zo'n vijf jaar na zijn overlijden. Pasternak noemde dit zijn 'tweede dood'. Hoe getalenteerd Majakovski was blijkt uit feit dat hij, ook nu men niet meer verplicht is hem te lezen, nog steeds in hoge mate gewaardeerd wordt.
In Rusland is de biografie eveneens op de markt gebracht en het boek loopt daar goed. Jangfeldt publiceerde eerder in Rusland de correspondentie tussen Majakovski en Lilja Brik. In de Sovjet Unie werd de relatie tussen Brik en Majakovski uitgewist, hoewel veel gedichten aan haar opgedragen zijn en de omslag van Pro eto (Hierover) door Alexander Rodtsjenko met een foto van Lilja Brik heel beroemd is. De reden was tweeledig: men vond de driehoeksverhouding onzedig en bovendien waren de Briks van Joodse afkomst.
De Nederlandse vertaling van Een leven op scherp is erg goed. De specifieke termen die eigen waren aan Rusland en de Sovjet-Unie zijn foutloos omgezet. Voor de geciteerde gedichten is dankbaar gebruik gemaakt van de vertalingen van de in 1999 overleden Marko Fondse, die meer dan dertig jaren besteedde aan de vertaling van het oeuvre van Vladimir Majakovski.
De biografie nodigt uit om Majakovski (weer) te gaan lezen, onder andere Een wolk in broek, De ruggegraatsfluit en zelfs een gedicht als Vladimir Ilitsj Lenin.