cover boek

Bas van der Plas
'Ik ben moe en heb honger…' Ostarbeit - een documentaire
Uitgeverij Insudok
Narva, Sint-Petersburg 2019
254 blz.
ISBN 9789076539003
€24,95

Slavernij van Sovjetburgers in nazi-Duitsland

André Roosen

Ruslandkenner Bas van der Plas heeft met zijn interessante studie 'Ik ben moe en heb honger…' een nazi-misdaad uit de Tweede Wereldoorlog beschreven die tamelijk onderbelicht is gebleven: in de oorlog werden ook miljoenen inwoners van de Sovjet-Unie gedeporteerd om dwangarbeid in nazi-Duitsland te verrichten, te definiëren als Ostarbeit.

Duitse mannen voerden oorlog waardoor er een tekort aan arbeidskrachten ontstond in de landbouw en industrie, dat opgevuld moest worden door slavenarbeiders uit vooral Oekraïne en Rusland. De Duitsers begonnen op grote schaal krijgsgevangenen, maar vooral burgers weg te voeren na Operatie Barbarossa in 1941.

Meer dan de helft van de arbeiders waren vrouwen. Zij waren vaak het slachtoffer van verkrachting. Ook werden veel kinderen naar Duitsland gesleept. De leeftijdsgrens werd in 1943 verlaagd tot 10 jaar. Zij die probeerden om deportatie naar Duitsland te voorkomen, werden doodgeschoten. Hun dorpen werden platgebrand.

Voor de huisvesting van de dwangarbeiders werden er in Duitsland speciale kampen ingericht. De omstandigheden waarin ze moesten leven en werken waren deplorabel. Ze werden immers beschouwd als Slavische Untermenschen. Ze kregen niet genoeg te eten en werden afgebeuld, mishandeld en vermoord. Hun hele bestaan was geregeld in Duitse voorschriften. Er waren regels over de situatie in de kampen, op het werk, voor beloning en voor bestraffing. De weinig vrije tijd die ze hadden, was aan een uitgaansverbod onderworpen. Contact met de Duitse bevolking was illegaal. Het aantal dwangarbeiders uit de Sovjet-Unie wordt geschat op meer dan 5 miljoen.

Van der Plas heeft met veel compassie de gedwongen tewerkstelling gedocumenteerd. Compassie is zijn grootste drijfveer om recht te doen aan de slachtoffers van de Ostarbeit. Hij geeft deze grote groep mensen definitief hun stem terug. Dat doet hij door te citeren uit brieven van overlevenden van de slavenarbeid in nazi-Duitsland aan de internationale organisatie Memorial in Moskou. Deze organisatie beoogt het consolideren van de nagedachtenis van de getroffenen van politieke onderdrukking door totalitaire regimes.

Van der Plas eindigt het boek met een zelf geschreven novelle over een van de Sovjetslavinnen, op basis van herinneringen en dagboeken. Zo wordt een indringend beeld gegeven van de heftige manier waarop in hun leven werd ingegrepen door de nazi's.