Dana Grigorcea
Het fundamentele gevoel van schuldeloosheid
Uit het Duits vertaal door Janneke van der Meulen
Uitgeverij Atlas Contact
Amsterdam/Antwerpen 2017
224 blz.
ISBN 9789025448479
€21,99
René Does
Als de jonge Roemeense bankmedewerkster Victoria in de roman Het fundamentele gevoel van schuldeloosheid van de Roemeense schrijfster Dana Grigorcea op haar werk in Zürich een overval meemaakt, die ze overigens laconiek ondergaat, wordt ze om bij te komen door haar werkgever een tijdje op verlof gestuurd. Ze gaat hiervoor naar haar geboortestad Boekarest.
Victoria behoort tot de 'Wende-generatie', of de 'overgangsgeneratie', de generatie van jonge Roemenen die tijdens hun tienerjaren of adolescentie in 1989 de ondergang van het communisme en de overgang naar het kapitalisme hebben meegemaakt. Ook komt ze waarschijnlijk uit een vóór de communistische tijd welgestelde en hooggeplaatste familie, want er is sprake van 'aan mijn familie gerestitueerde huizen, bossen en wijngaarden'.
Via het verlof van Victoria schetst Grigorcea (1979, Boekarest) een bijzonder en persoonlijk portret van de Roemeense hoofdstad Boekarest. De roman is overigens uit het Duits vertaald. 'Grigorcea studeerde Duitse en Nederlandse filologie in Brussel en woont, na jaren in België, Oostenrijk en Duitsland te hebben doorgebracht, met man en kinderen in Zürich. Ze spreekt vloeiend Nederlands', meldt een korte biografie onder haar foto op de tweede bladzijde van het boek.
Het bijzondere van Grigorcea's roman is dat het geen verhaal is over hoe zij en Boekarest de overgang van onderdrukkende communisme onder de Ceauşescu's naar wild kapitalisme ervaren, wat je als westerse lezer als eerste verwacht, maar een anekdotisch, melancholisch en poëtisch verhaal over haar Roemeense achtergrond en geboortestad.
Tijdens haar verlof ontmoet ze familieleden, jeugdliefdes, jeugdvrienden en buren, met wie ze herinneringen ophaalt, restaurants en cafés bezoekt en door Boekarest trekt. Ze loopt door de stille regeringswijk Cotroceni, langs kerken, zit in bus 368 en bezoekt voor het eerst het enorme Huis van het Volk, waarvoor oude stadswijken onder Nicolea Ceauşescu met de grond gelijk werden gemaakt ('5100 kamers, 200 toiletten, 480 kroonluchters, 150 000 gloeilampen - ik som alles op en val in slaap.')
Hierbij heeft ze aandacht voor de hemel boven Boekrest ('de mooie hemel, zoals je die alleen boven Boekarest hebt, een prentenkaarthemel, iets verbleekt, aan de randen groenig') en de bomen in de stad, die de 'roemeensheid' ervan bepalen, 'want Roemenië is een land van oude linden en eiken, notenbomen en moerbeibomen, voor mijn part ook dennen, maar treurwilgen zul je er zo gauw niet vinden'.
Tijdens haar verlof komen bij Victoria ook allerlei jeugdherinneringen naar boven, zoals hoe zij goed kon schaken tijdens haar schooltijd, hoe zij als pionierster op een communistische feestdag een bos bloemen moest aanbieden aan de vrouw van de leider, in wie de lezer natuurlijk Elena Ceauşescu herkent, en het kijken naar de 'kleurentelevisie' bij de buurman.
Kortom, het is allemaal niet zo erg en zeker niet zwaar wat Grigorcea over Boekarest en haar vroege leven in de stad vertelt. Dat is het 'fundamentele gevoel van schuldeloosheid' uit de titel van het boek en misschien wel het primaire levensgevoel van de Roemeense Wende-generatie, want te jong om de ellende van de communistische tijd echt te hebben gevoeld ook te jong om medeschuldig te zijn aan de periode van wild kapitalisme die daarop volgde.
Door de benadering van het thema, de bescheiden omvang en de melodieuze stijl is Het fundamentele gevoel van schuldeloosheid een licht boek. Hierdoor heeft Grigorcea een eigenzinnige en aparte bijdrage geleverd aan de literatuur over de omwenteling in Oost-Europa op het einde van de vorige eeuw.