Michel Krielaars
Het brilletje van Tsjechov. Reizen door Rusland
Uitgeverij Atlas Contact
Amsterdam/Antwerpen 2014
415 blz.
ISBN 978-90-450-2486-8
€19,99
René Does
Rusland is een enorm groot land dat je niet zo makkelijk helemaal bereist, ook niet als je er vaker komt. Daarom is het prettig als er af en toe boeken verschijnen van reizigers die het land wel uitvoerig bereisd hebben, zodat je je kunt overgeven aan vervangend leunstoeltoerisme. Vaak worden zulke boeken geschreven door (voormalige) westerse correspondenten in Rusland. Het brilletje van Tsjechov. Reizen door Rusland van Michel Krielaars, tot twee jaar geleden Rusland-correspondent van NRC Handelsblad en nu chef boeken van deze krant, is zo´n boek. En het is een fijn exemplaar in het genre.
Krielaars´ boek heeft een vernuftige opzet. Krielaars heeft zijn liefde voor zijn favoriete schrijver Anton Tsjechov (1860-1904) gekoppeld aan drie verhaallijnen, die elkaar voortdurend afwisselen en onderling versterken: het nareizen van alle plaatsen waar Tsjechov heeft gewoond en gereisd, Tsjechovs visie op het leven in het algemeen en dat in Rusland in het bijzonder en - verbonden aan dat laatste - beschouwingen en reportages over het huidige Rusland onder president Vladimir Poetin.
Het boek heeft daarom drie hoofdthema´s: het werk en leven van Anton Tsjechov, een beeld van Rusland van het einde van de negentiende eeuw door de ogen van de schrijver en beschouwingen en analyses over het moderne Rusland. Krielaars noemt Tsjechov zijn ´held´.
In de voetsporen van Tsjechov kom je door grote delen van Rusland. De schrijver werd geboren in de provinciestad Taganrog in het zuiden van Europees Rusland als zoon van een weinig commerciële en een beetje godsdienstwaanzinnige winkelier. Nadat zijn vader failliet was gegaan, verhuisde het gezin naar Moskou, waar het Tsjechov lukte medicijnen te gaan studeren en arts te worden.
Als succesvolle schrijver-arts kocht Tsjechov een buitenhuis in het dorp Melichovo ten zuiden van Moskou en maakte hij een lange reis naar het eiland Sachalin in het noordoosten van Siberië om daar een strafkolonie te bezoeken. Met deze verre reis wilde Tsjechov zijn leven en zijn werk van nieuwe impulsen voorzien.
Op het einde van leven woonde Tsjechov als tbc-patiënt op plekken waar een warmer klimaat zijn ziekte verzachtte, op de Krim en in het zuiden van Frankrijk. Hij stierf in het Duitse kuuroord Badweiler. Al deze plekken heeft Krielaars nagereisd dan wel bezocht.
Tsjechov was niet een politiek geëngageerde schrijver en had, anders dan grote literaire tijdgenoten als Lev Tolstoj en Fjodor Dostojevski, geen uitgesproken of messianistische meningen over de aard van Rusland en de plaats van het land in de wereld. Voor Tsjechov waren nuchterheid en hard werken de beginselen waarmee hij het leven tegemoet trad. Tsjechovs rol als de reisleider in het boek van Krielaars is er dan ook een van neutrale en toch betrokken verslaggever van zijn tijd.
Krielaars voegt daar dus zijn eigen reportages en beschouwingen over het postcommunistische Rusland onder Poetin aan toe. En die zijn tamelijk somber, ondanks de vooruitgang die is geboekt. Krielaars vertelt over het autoritaire politieke systeem, de grote kloof tussen de politieke en economische elite en de bevolking, de corruptie, het alomtegenwoordige alcoholisme en de omvangrijke prostitutie (er zijn volgens mensenrechtenorganisaties drie miljoen hoeren in Rusland).
In enkele hoofdstukken schetst Krielaars het zware leven van veel Russische vrouwen, die vaak wanhopig zijn van het gebrek aan mannen met verantwoordelijkheidsgevoel en met slechte eigenschappen als drankzucht, losse handjes en vreemdgaan. Hij heeft ook ruime aandacht voor het leven op het platteland, dat geplaagd wordt door ontvolking en verwaarlozing.
Zoals zoveel geïnteresseerden in het land heeft Krielaars een haat-liefde-verhouding met Rusland. Want naast bovenstaande nare zaken zijn er ook altijd mooie dingen. Krielaars wordt vaak overweldigd door de natuur en de weidsheid van het land, de gastvrijheid van veel Russen en de onbaatzuchtige hulpvaardigheid die je buiten de grootste steden tegenkomt.
Verder is er de grote belangstelling voor kunst en met name literatuur die veel Russen hebben. De literatuur blijft een belangrijke bron om het land een beetje te kunnen bevatten. En ook het geduld en het uithoudingsvermogen van de Russen met hun moeilijke levensomstandigheden vallen hieronder.
Ondanks alles blijven ze zo goed mogelijk van het leven genieten. Leuk in dit verband is het bezoek dat Krielaars met de gereformeerde ´Henk´, een hoogleraar informatica van de Vrije Universiteit, brengt aan een badhuis om met Henks Russische partners over het opzetten van een joint venture te praten. Als de Russische informatici vertellen over hun emigratiewens naar Amerika en Israël, melden zij: ´En als Henk zin heeft, is hij ook welkom. Maar eerst moet hij een beetje leren genieten van het leven.´
Het brilletje van Tsjechov is in een soepele vertelstijl geschreven. Persoonlijk vond ik het middendeel van het boek het mooiste en het interessantste, het deel waarin Krielaars Tsjechovs reis naar Sachalin volgt en in de Oeral en Siberië steden bezoekt als Nizjni Novgorod, Oeljanovsk, Kazan, Samara, Jekaterinburg, Tomsk, Irkoetsk, Chabarovsk en Vladivostok. Daar zitten vaak mooie en heel leefbare steden bij. Krielaars maakt de lezer enthousiast deze plaatsen toch ook eens aan te doen.
Wijd opgezette correspondentenboeken over Rusland als Het brilletje van Tsjechov worden meestal alleen door Angelsaksische correspondenten geschreven als ze hun standplaats Moskou verlaten. Nederland heeft nu met dit boek van Krielaars ook een steentje bijgedragen.