Valeri Panjoesjkin en Michail Zygar
Gazprom. Ruslands nieuwe wapen
Het Spectrum
Houten 2008
275 blz.
ISBN 978 90 491 0001 8
€19,95
Jan Limbeek
De meeste Russische auteurs die over de hedendaagse politiek schrijven volgen ofwel slaafs de Kremlin-standpunten of ze zijn overmatig kritisch. In het laatste geval zijn de complottheorieën legio, neemt de corruptie gigantische vormen aan en zit aan alle overheidsbeslissingen een luchtje. Het ergste is dat de stellingen worden geponeerd als onomstotelijke feiten, zonder daarbij afdoende bewijzen te leveren.
Gazprom. Ruslands nieuwe wapen van de journalisten Valeri Panjoesjkin en Michail Zygar is een gunstige uitzondering. Het is een verademing dat ze de stellingname van bijvoorbeeld Poetin niet bij voorbaat onbetrouwbaar achten. De auteurs proberen kritisch en objectief te zijn. Ze hebben gesprekken gevoerd met veel ingewijden.
Gazprom is de grootste aardgasleverancier ter wereld. De bijna monopolist in Rusland bezit vier enorme gasvelden en twaalf pijpleidingen met een gezamenlijke lengte van 160.000 kilometer. In de jaren negentig was het bedrijf feitelijk onafhankelijk van Rusland, het was een staat in de staat. In ruil voor de levering van goedkoop gas aan de Russen deed Gazprom wat het wilde. Het betaalde weinig belastingen en nauwelijks dividend. De bedrijfstop eigende zich een flink deel van Gazprom toe. Er werden dochterbedrijven opgericht, waarvan de aandelen op naam van kinderen, echtgenotes, broers en zusters werden gezet. De zoon van het toenmalige hoofd van Gazprom, Rem Vjachirev, leidde bijvoorbeeld Gazexport, een van de lucratiefste bedrijfsonderdelen.
Het staatsbelang van 38 procent was via een trustakte in handen van Gazprom zelf. Volgens Boris Nemtsov was het in handen van Vjachirev persoonlijk. Nemtsov was in 1997 vice-premier en minister van Brandstof en Energie en stond bekend als een veelbelovende jonge liberale hervormer. De pogingen van Nemtsov om weer zeggenschap te krijgen over de staatsaandelen resulteerden in zijn ontslag als minister.
Nemtsov krijgt er in het hele boek flink van langs. Uit Nemtsovs uitgebreide kritiek op Gazprom distilleren de auteurs onwaarheden en overdrijvingen. Ook waar hier geen sprake van is, merken de auteurs dat op. Nemtsov heeft het er bijvoorbeeld over dat Gazprom in 2006 geen 25 maar 30 miljard dollar winst maakte. Het verschil van vijf miljard dollar is in de zakken van de topmanagers beland. De auteurs concluderen: '... wij hebben geen bewijs dat Nemtsov gelijk heeft, maar zelfs als hij gelijk heeft, liggen deze cijfers stukken lager dan het niveau van corruptie voor heel Rusland.'
In de jaren negentig was Gazprom zo sterk dat het onwelgevallig beleid van de regering kon tegenhouden. Onder Poetin is Gazprom niet langer onafhankelijk. Nadat Poetin eind mei 2001 topman Vjachirev had vervangen door zijn eigen team onder leiding van Aleksej Miller, kwam Gazprom stevig in staatshanden. Poetin zorgde ervoor dat de staat een meerderheidsbelang kreeg en hij hield zich bezig met alle benoemingen op topniveau. Hij zorgde er ook voor dat het bedrijf nog groter werd, bijvoorbeeld door Gazprom het oliebedrijf Sibneft te laten kopen. Alleen de eigen cultuur en het superioriteitsgevoel van Gazprom bleven overeind.
Het veranderde beleid blijkt onder meer uit de speciale verhouding van Gazprom met het gasrijke Turkmenistan van de in december 2006 overleden megalomane president Saparmoerad Nijazov. In de jaren negentig beschouwde Gazpom Turkmenistan als een concurrent, waarvan het zo min mogelijk gas wilde toelaten in het pijpleidingnetwerk. Hoewel Turkmenistan ten tijde van de Sovjet-Unie eenderde van al het gas leverde, betaalde Gazprom daar zo min mogelijk voor en zeker geen harde valuta. Onder Poetin wil Gazprom liefst al het Turkmeense gas hebben en daarvoor ook betalen. Want nu geldt: gas is macht en hoe meer gas hoe meer macht.
Poetin gebruikt Gazprom om de buurlanden onder de duim te houden. Bedrijfseconomische overwegingen zijn ondergeschikt aan politieke. Gazprom wordt gebruikt om zoveel mogelijk invloed te vergaren. Als een wapen, aldus de auteurs.
In Gazprom zijn de auteurs af en toe wat te wijdlopig. Zo valt een hele geschiedenis van Wit-Rusland te lezen vanaf 1994 onder de autoritaire Aleksandr Loekasjenko, die slechts zijdelings met Gazprom te maken heeft. De reden om dit verhaal te houden is slechts de aanname dat Loekasjenko in het zadel kon blijven door controle over het gas dat door Gazprom tegen een vriendenprijsje geleverd werd. (Voor het Wit-Russische regime was goedkope olie trouwens belangrijker, maar dit terzijde.) Het is een onbewijsbare stelling en heeft sowieso niets te maken met Gazprom.
Van een geheel andere orde is het daaropvolgende verhaal over Oekraïne. Zeker sinds de Oranje Revolutie van eind 2004 staan de relaties met Rusland, en dus met Gazprom, onder druk. Dat heeft de Oekraïense president Viktor Joesjtsjenko ook aan zichzelf te wijten.
Joesjtsjenko ergerde zich aan de enorme bedragen die aan de strijkstok bleven hangen bij de gasleverantie van tussenpersoon Itera en later RosUkrEnergo. 'Wie één jaar werkte bij het Oekraïense gasbedrijf Naftogaz, en hetzelfde geldt voor het Russische Gazprom, was 365 dagen later een miljardair,' zei hij. Joesjtsjenko wilde afzien van de tussenhandel en Europese prijzen gaan hanteren.
In april 2005 stelde hij dat zelf voor aan Poetin, tot vreugde en verbazing van de Russen. Joesjtsjenko had de gedachtegang dat Oekraïne helemaal geen lage prijs betaalde voor het gas want het land rekende volgens hem te lage transitkosten voor het vervoer van Russisch gas over Oekraïens grondgebied. Als Oekraïne hogere transitkosten zou rekenen en Gazprom die zou verrekenen in de gasprijs, dan zou er geen sprake van zijn dat Rusland de Oekraïense economie subsidieerde met een lage gasprijs. Oekraïne kon dan rustig de marktprijs betalen. Weinig onafhankelijke experts zouden de visie van Joesjtsjenko delen, zeker niet na de grote mondiale prijsstijgingen na 2004.
Gazprom is een makkelijk leesbaar boek, dat ook voor niet-specialisten betrekkelijk toegankelijk is. Kenners van de materie kunnen er nog genoeg nieuws in vinden. De auteurs koppelen de algemene geschiedenis van Rusland vanaf het begin van de jaren negentig aan de wederwaardigheden van Gazprom. Iets meer aandacht voor de bedrijfsvoering van Gazprom had wellicht niet misstaan. Maar aan de andere kant zou dit de leesbaarheid van het boek waarschijnlijk verminderd hebben.