Alexander Etkind
Warped mourning. Stories of the Undead in the Land of the Unburied
Stanford University Press
Stanford (Californië) 2013
300 blz.
ISBN 978-0-8047-7393-5
€24,95
Jan Limbeek
Na de dood van Stalin in 1953 werd zijn systeem van terreur, willekeur, marteling en massamoord ontbonden. Maar tot op de dag van vandaag wordt in Rusland om de tientallen miljoenen slachtoffers niet gerouwd. In Warped mourning, Stories of the Undead in the Land of the Unburied betoogt Alexander Etkind (Leningrad 1955), hoogleraar Europees-Russische verhoudingen aan het European University Institute in Florence, dat de Russische samenleving alleen kan normaliseren als het schokkende verleden erkend wordt. Anders blijven de vele slachtoffers rondspoken in de moderne samenleving. Daarvan zijn vele sporen zichtbaar in literatuur, films en beeldende kunst.
Alleen gedurende Chroesjtsjovs destalinisatie en de laatste jaren van Gorbatsjovs glasnost begon men met de verwerking van de vele duistere kanten van het Stalinistische verleden. Maar dit zette niet door. In het Rusland onder Jeltsin was men de interesse verloren en onder Poetin werd het Stalinistische verleden zelfs meer gewaardeerd.
Etkind ziet een enorme kloof tussen het gebrekkige Russiche herinneringsvermogen en de decennialange schaamte en boetedoening van de Duitsers voor Hitlers misdaden. Daarbij moet wel aangetekend worden dat oudere Duitsers het nazi-regime het liefst vergaten en dat berufsverboten voor nazi's zeker niet volledig waren. Maar in de Sovjet-Unie gebeurde helemaal niks. Vrijwel niemand verloor zijn positie.
In Etkinds boek komen vergelijkingen met het nazi-regime regelmatig terug. Hoewel hij geen simpele vergelijkingen maakt, krijgt de lezer de indruk dat hij de misdadigheid van het Stalin-regime erger vond dan de nazi-misdaden. In de Sovjet-Unie was willekeur namelijk kenmerkend. In nazi-Duitsland wist je of kon je aanvoelen dat je in het concentratiekamp zou verdwijnen of vermoord zou worden als je bijvoorbeeld Jood of een activistische communist was. In Stalins Sovjet-Unie kon iedereen slachtoffer worden. Het was meer regel dan uitzondering dat beulen in de volgende terreurronde slachtoffer werden. Alsof Eichman of Höss (commandant van Auschwitz) in de concentratiekampen zouden belanden.
Deze willekeur is inderdaad een opmerkelijk en kenmerkend verschil tussen beide regimes. Maar is de sovjetterreur daardoor erger geweest? Veel mensen zullen de val van NKVD-beulen als Jagoda, Jezjov en lagere 'zuiveraars' een prachtige rechtvaardiging vinden voor hun monsterlijke daden. Bovendien waren verreweg de meeste sovjetslachtoffers gewone boeren, bij wie willekeur niet zo'n grote rol speelde, omdat ze bijna allemaal slachtoffer werden van collectivisatie en/of hongersnood.
Aan de andere kant werden ook veel 'onschuldige' leden van de intelligentia slachtoffer van de willekeurige Stalin-terreur. Bijvoorbeeld de schrijver Osip Mandelstam. Hij werd in 1934 gearresteerd omdat hij een satirisch gedicht over Stalin geschreven had. Een doodzonde. Hijzelf verwachtte een zwaar vonnis, maar kreeg slechts een interne verbanning opgelegd, samen met zijn vrouw. Waarschijnlijk kreeg hij zo'n lichte straf omdat Stalin zijn gedicht amusant vond. Enkele jaren later schreef Mandelstam een lofdicht op Stalin, waarna hij gearresteerd werd en naar de Goelag verdween, waar hij al snel overleed. Niemand was veilig in de Sovjet-Unie onder Stalin, wat hij ook deed of naliet.
In slechts één opzicht komt de Sovjet-Unie er beter vanaf dan nazi-Duitsland. Partijleider Nikita Chroesjtsjov heeft in 1956 uit vrije wil de misdaden van Stalin opgebiecht, waarmee hij ook zichzelf in diskrediet bracht, hoewel hij zijn rol probeerde te minimaliseren. Stel, vraagt Etkind zich af, dat Duitsland de oorlog gewonnen zou hebben. Zou Hitlers opvolger, Himmler bijvoorbeeld, de Holocaust ook betreurd hebben?
Dit verklaart waarom Chroesjtsjov de grote held is van Etkind. Hij was weliswaar verantwoordelijk voor tienduizenden gezuiverden als partijchef van Moskou (vanaf 1934) en Oekraïne (vanaf 1937), maar hij veroordeelde de misdaden vrijwillig. Dit had hij ook niet kunnen doen. De Holocaust werd beëindigd en geopenbaard door de overwinnaars van nazi-Duitsland, de sovjetterreur werd beëindigd door de vroegere daders zelf.
Maar hierbij bleef het wel. Er is weinig bekend over de precieze hoeveelheid slachtoffers van de Stalin-terreur: er is geen volledige lijst van slachtoffers, noch van hun beulen. Er zijn weinig gedenkplaatsen, musea en monumenten, die de komende generaties de gebeurtenissen uitleggen. De paar die er zijn, zijn alle particulier initiatief.
Het is belangrijk het verleden te herdenken om te voorkomen dat het zich herhaalt. Dit was een van de overwegingen van Chroesjtsjov (naast politieke berekening) om met de destalinisatie te beginnen. Voor hemzelf was het gunstige effect dat hij na zijn afzetting in 1964 de luxe had om zes jaar later in zijn eigen bed te overlijden.
In Warped Mourning toont Etkind de sporen van de Stalinistische terreur in beeldende kunst, literatuur en film. Om zijn boek goed te kunnen waarderen moet de lezer dan ook geïnteresseerd zijn in kunst en liefst ook wat kennis hiervan hebben. Als dit het geval is, zal hij de originele invalshoeken van Warped Mourning zeker op prijs stellen.