Sana Krasikov
Nog een jaar
Uitgeverij De Geus
Breda 2010
255 blz.
ISBN 978-90-445-1492-6
€19,90
René Does
Er is weer een mooie nieuwe loot aan de groeiende boom van Amerikaanse sovjet-emigrantenliteratuur: de verhalenbundel Nog een jaar van de jonge schrijfster Sana Krasikov.
Sana Krasikov (1979) is een joodse Oekraïense, die na haar geboorte in Oekraïne haar kindertijd in Georgië doorbracht. Op haar negende verhuisde zij met haar ouders naar de Verenigde Staten. Ze werkte kort als advocate en ging daarna creative writing studeren aan de Universiteit van Iowa. Haar verhalen verschenen in vooraanstaande Amerikaanse tijdschriften en hebben inmiddels veel lof van literatuurcritici en enkele literaire prijzen ontvangen.
Tegenwoordig woont Krasikov in New York. De meeste van de acht verhalen in haar debuutbundel spelen zich in en rond New York af. Momenteel werkt Krasikov aan haar debuutroman.
Nog een jaar bevat intrigerende, spannende en soms ook schrijnende verhalen, die in een heldere en onopgesmukte stijl zijn geschreven. De hoofdpersonen, meestal vrouwen, zijn recente emigranten uit de voormalige Sovjet-Unie. Zo maken we kennis met Ilona en Maia uit Georgië, Victor uit Oekraïne, de jonge Tadzjiekse Gulnara uit het Oezbeekse Fergana, studente Anja uit Nizjni Novgorod, het oudere echtpaar Lev en Dina uit Tbilisi en hun nichtje Sonja, het echtpaar Grisja en Lera uit Moskou en in het laatste lange verhaal, het enige verhaal in de ik-vorm, een jonge joodse vrouw uit Tbilisi.
Emigranten leven tussen twee werelden: hun nieuwe leefwereld en hun oude leefwereld. Krasikovs personages weten zowel hun nieuwe als hun oude leefwereld met afstand te observeren en te boordelen. De Amerikaanse sovjet-emigrantenliteratuur bevat een sterke sociologische en antropologische component. Zo ook de verhalen in Nog een jaar.
De bundel is hierdoor onder meer een verhandeling over het verschijnsel sovjetemigratie in de afgelopen twee decennia. Op allerlei manieren komen de emigranten in de bundel in Amerika terecht, via de officiële weg als onderdeel van de brain drain, via werkvergunningen, studentenuitwisselingsprogramma’s, internethuwelijken. De stroom is in ieder geval omvangrijk, zoals Krasikov in het verhaal over Victor schrijft: ’Een complete wereld had zich als een inktvlek in een opgevouwen kaart verplaatst naar een ander continent.’
Een klein deel van de sovjetemigranten krijgt een goede baan vanwege de specifieke kwaliteiten en kennis die hij of zij met zich meebrengt naar de Nieuwe Wereld. Maar de meeste komen in baantjes in de tweede economie terecht, waarvan Krasikov een aanschouwelijk beeld schetst: als particulier bejaardenverzorgster, nanny, serveerster, eigenaar van een rijdende snackbar.
Het bijzondere in de verhalen van Krasikov is dat deze ogenschijnlijk maatschappijwetenschappelijke afstandelijkheid ruimschoots wordt gecompenseerd door sterke persoonlijke betrokkenheid via de persoonlijke psychische spanningen waaronder emigranten leven en de relaties die de hoofdpersonen hebben. Relaties vormen een tweede leidend thema in de verhalen: huwelijksrelaties, familierelaties, relaties tussen ouderen en kinderen, vriendschappen, interculturele relaties, werkrelaties. De verhalen van Krasikov zijn hierdoor zowel werelds als persoonlijk, en dat levert in Nog een jaar een hele mooie combinatie op.