Bulgarije kiest communist als president
Hellen Kooijman
Op 18 november, in de tweede ronde van de Bulgaarse presidentsverkiezingen,
werd de zittende president Petar Stojanov verslagen door Georgi Parvanov, de
kandidaat van de Bulgaarse Socialistische Partij (BSP). Debet aan deze uitslag
was onder meer de lage opkomst. Meer dan 40 procent van de kiezers bleef thuis.
De socialist Georgi Parvanov, een 44-jarige historicus, won in de eerste ronde op 11 november met slechtst 1,4 procentpunt meer dan de 49-jarige advocaat en president Petar Stojanov. Omdat de opkomst van 41,5 procent veel te laag was, kwam er een tweede ronde. Tegen de verwachting in, werd ook die gewonnen door Parvanov. De socialist kreeg 54,13 procent van de stemmen en Stojanov 45,87 procent. Ook dit keer bleef de opkomst laag: slechtst 55 procent van de kiezers kwam naar de stembus.
Hoewel de post van president vooral ceremonieel is en de echte macht bij premier Saksekoboerggotski en het parlement ligt, is de overwinning volgens politieke waarnemers een teken aan de wand. De lage opkomst is volgens hen te wijten aan het afbladderende vertrouwen van de Bulgaren in de politiek. Tijdens de presidentsverkiezingen van 1992 was de opkomst nog bijna 75 procent.
Erger nog is dat de overwinning van Parvanov aan zou tonen dat ook het vertrouwen in premier Saksekoboerggotski een flinke knauw heeft gekregen. De voormalige koning en zijn Nationale Beweging van Simeon II (NBS II) eindigde in de parlementsverkiezingen van juni als eerste. De premier beloofde in 800 dagen het land schoon te vegen van corruptie en armoede. Na meer dan 150 dagen is er volgens de Bulgaren nog maar bar weinig veranderd. Reden te meer, volgens sommige analisten, om niet te gaan stemmen.
Anderen hebben een tweede verklaring voor de lage opkomst: de Bulgaren die Simeon II steunen, zouden in verwarring zijn geraakt door diens onduidelijke houding ten opzichte van Stojanov. Stojanov had er namelijk voor gezorgd dat de ex-koning niet mee kon doen aan de presidentsverkiezingen. Tot oktober was het niet duidelijk achter welke presidentskandidaat de beweging van Simeon stond. Saksekoboerggotski zelf gaf uiteindelijk te kennen wel achter Stojanov te staan. Een deel van de afgevaardigden van de NBS II wilde echter een eigen kandidaat naar voren schuiven. De algehele indruk onder de bevolking was dan ook die van halfslachtige steun van de NBS II voor Stojanov.
Parvanov lijkt te hebben gewonnen door de opkomst van het groeiende leger van, meestal politiek rood gekleurde, gepensioneerden en een kleine groep van nieuwe rijke Bulgaren. Zijn verkiezingsprogramma zag er evenwel bijna hetzelfde uit als dat van Stojanov: een einde maken aan de corruptie, verhoging van de levensstandaard en aanpakken van de werkloosheid. Parvanov heeft ook al laten weten door te gaan met de voorbereidingen voor toetreding tot de Europese Unie en het lidmaatschap van de NAVO. Ook zegt hij nauw te willen samenwerken met premier Saksekoboerggotski.
Parvanov heeft tevens gemeld dat hij zijn lidmaatschap van de BSP wil opgeven omdat een president 'het staatshoofd is van alle Bulgaren'. Stojanov heeft laten weten in de toekomst geheel uit de politiek te stappen. Na zijn nederlaag zei hij in de verkeerde richting, namelijk enkel die van de weg naar de Europese Unie, te hebben gefocust. 'Alle argumenten over Europese en Atlantische integratie lijken natuurlijk vals voor iemand die honger lijdt', aldus Stojanov.