Riga viert 800-jarig bestaan

door Onno Bus

In 2001 viert de Letse hoofdstad Riga haar 800-jarig bestaan. In januari was de opmaat voor de feestelijkheden; van april tot in de herfst zijn er concerten, tentoonstellingen, conferenties en sportevenementen. Het hoogtepunt van de festiviteiten is in augustus.

Het beeld van de oude binnenstad van Riga (Vecriga) wordt beheerst door drie kerktorens. De Dom in het midden, de Petruskerk en de Jacobskerk aan weerskanten daarvan. Hier omheen ligt het centrum met veel monumentale gebouwen. Langs het centrum stroomt de Duna (Lets: Daugava) die even verder in zee uitmondt. Rond het centrum ligt een ring van statige gebouwen uit de tijd rond 1900. Verder weg zijn uitgestrekte buitenwijken, voornamelijk met flats van na 1945.

De wijken op de andere Dunaoever zijn met het centrum verbonden door de spoorbrug en een oude verkeersbrug. Na de Tweede Wereldoorlog moesten beide herbouwd worden. Veel later kwam er een moderne brug voor het snelverkeer. De plannen voor een metroverbinding werden niet uitgevoerd.

In de binnenstad is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd en gerestaureerd. Dit is het rijkste deel van de stad. Toch zijn ook hier veel sporen van jarenlange verwaarlozing zichtbaar.

Riga is een havenstad aan de Oostzee met 764.000 inwoners. In totaal telt Letland bijna 2,4 miljoen mensen. In 1991 herkreeg het land zijn onafhankelijkheid, na meer dan een halve eeuw bezetting door de Sovjet-Unie. De bevolking van Riga nam sindsdien met één zesde af.

Russen (45 procent) en Letten (40 procent) vormen de twee grootste bevolkingsgroepen. Verder wonen in Riga Wit-Russen, Oekraïners en Polen en een kleine joodse gemeenschap. Het Lets is nu de officiële taal, Russisch is de tweede taal. Van de vreemde talen zijn Engels en Duits het meest gesproken.

De Letse regering heeft aansluiting bij de Europese Unie en de NAVO hoog op haar verlanglijstje staan. De Baltische landen werken al samen met de landen van de Noordse Raad. Gedurende een half jaar, tot mei 2001, is Letland voorzitter van de Raad van Europa. In die rol zal het in Riga een conferentie houden over de kleine talen in Europa, waaronder het Lets.

Riga is aangesloten bij de 'Vereniging van steden aan de Oostzee'. Verder onderhoudt de stad verschillende stedenbanden, waarbij het Noord-Duitse Bremen een bijzondere plaats inneemt.

Bisschop Albert
Riga werd in 1201 gesticht door de uit Duitsland afkomstige bisschop Albert van Buxhoeveden (1165-1229) die stamde uit een Nedersaksisch geslacht. Hij was kanunnik in Bremen. In 1299 wijdde de kerk hem tot bisschop met als taak het christendom aan de Duna te helpen verbreiden. Naar de daar woonachtige Lijven, een Fin-Oegrisch volk, heette zijn bisdom Lijfland. Ten zuiden en ten oosten van de Lijven leefden Letse stammen.

Sinds 1184 stond er aan de Duna in het dorpje Uexküll (Lets: Ikskile) een kerk. Bisschop Albert wilde echter een stad als steunpunt en dat werd Riga. Hiertoe organiseerde hij een kruisvaart over de Oostzee. De Deense koning Waldemar, de Duitse vorst Filips van Hohenstaufen en Paus Innocentius III steunden het plan.

Edelen en werklieden uit Noord-Duitsland volgden bisschop Albert naar de Dunamonding en in de zomer van 1201 begon de bouw van de bisschopsstad. De nieuwe stad diende tevens als versterkte nederzetting voor de Duitse kolonie. Voor de Duitse kooplieden, die al langer met de oud-Russische vorstendommen handelden, werd Riga een marktplaats.

Met de stichting van Riga begon een langdurige Duitse dominantie in Letland en Estland. Het bisdom breidde zich flink uit. De ridders vormden een orde die later opging in de Duitse Orde. Zij onderwierpen en bekeerden de inheemse bevolking, die eeuwenlang een ondergeschikte rol zou blijven spelen. Na verloop van tijd werden de boeren horigen op het land van Duitse grondbezitters. Deze horigheid werd pas in 1819 afgeschaft.

In Lijfland ontstond een kerkelijke Ordestaat, waarbij de bisschop de macht moest delen met de stad Riga en de Ridderorde. De drie partijen kwamen vaak met elkaar in botsing maar bleken uiteindelijk even sterk.

Riga verwierf in 1226 het stadsrecht van Visby. In 1282 trad de stad toe tot het Hanzeverbond, in de veertiende en vijftiende eeuw een belangrijke handelsmacht. In de zestiende eeuw bereikte de Reformatie de stad Riga, die al snel overging tot de leer van Luther. Sindsdien hielden predikanten zich met de Letse volkstaal bezig.

In de Lijflandse Oorlog (1558-1583) ging de Ordestaat ten onder. Rusland viel het gebied aan maar uiteindelijk werd Lijfland verdeeld door Polen-Litouwen, Zweden en Denemarken. Riga kreeg steeds andere heersers. In 1581 viel ze in Poolse handen, in 1621 in Zweedse handen.

In de zeventiende eeuw was Riga na Stockholm de belangrijkste Zweedse stad. Juist in die tijd deden veel Hollandse schepen Riga aan. In 1710, tijdens de Grote Noordse Oorlog (1700-1721), veroverde Rusland de stad. Riga herstelde langzaam van de schade geleden door oorlog, honger en pest, maar bleef als havenstad meetellen.

Een nieuwe impuls kreeg Riga toen in 1861 een spoorwegverbinding aangelegd werd. Het werd een grote haven- en industriestad. De bevolking begon toe te nemen en de stad groeide flink. Rond 1900 beleefde Riga een bloeitijd die duurde tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914.

Roerige twintigste eeuw
In 1901 was Riga een belangrijke stad in het Russische rijk. Het was de hoofdstad van het Gouvernement Lijfland. Duitsers waren nog altijd prominent aanwezig, maar de meeste inwoners waren Letten en Russen. De vierde grote groep waren de Rigaer joden.

In de twintigste eeuw kende Riga twee maal een Duitse bezetting, in de jaren 1917-1918 en van 1941 tot 1944. Het maakte drie maal een communistische machtsovername mee: in 1919, 1940 en 1944. Twee maal was Riga de hoofdstad van een onafhankelijk land, in 1920 en van 1991 tot de dag van vandaag. Dan was er ook een staatsgreep: in 1934 werd de Letse democratie afgelost door een gematigd autoritair bewind dat Letten begunstigde.

In 1914 had Riga een half miljoen inwoners. In 1920 was, als gevolg van de Eerste Wereldoorlog en de Vrijheidsoorlog, meer dan de helft van de bevolking vertrokken of gestorven. In 1940 woonden er 400.000 mensen in Riga. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verloor Riga wederom de helft van haar inwoners.

Het sovjetbewind deporteerde en vermoordde zijn 'tegenstanders': Letten, joden en andere inwoners van Letland. Maar ook de nazi-bezetters vermoordden de joden en andere delen van de bevolking. Groepen Letse fascisten deden daar actief aan mee. (Momenteel tracht Letland een verdachte uitgeleverd te krijgen door Australië.)

In 1944 keerde het sovjetbewind in Letland terug. Velen werden van collaboratie verdacht en streng gestraft. Dat waren voor een deel ook mensen die in een Duits werkkamp hadden gezeten. Deportaties naar Siberië maakten opnieuw slachtoffers.

De communisten behielden bijna vijftig jaar hun macht. In die tijd kwamen uit de hele Sovjet-Unie veel immigranten naar Riga. Zij gingen veelal werken in de zich uitbreidende industrie. De komst van grote aantallen Russen was demografisch gezien in het nadeel van de Letten. Die konden zich niet neerleggen bij hun inlijving bij de Sovjet-Unie. Het verzet nam eerst af, maar werd vanaf 1987 weer openlijk en massaal. Het hield aan totdat in 1991 de Sovjet-Unie uiteen viel.

Tien jaar later viert een sterk veranderd Riga haar jubileum. Hopelijk wordt het een feest voor de hele stad en niet alleen voor de oude binnenstad.



Een keuze uit het programma 'Riga 800':



Omhoog
Terug naar archief