De opvallende inhaalrace van Slowakije
De regering-Dzurinda op weg naar Europa
door Edwin Bakker
Slowakije is bezig met een opvallende inhaalrace. De achterstand die het als
gevolg van het autoritaire beleid van de regeringen-Meciar op de weg naar
Europa opliep ten opzichte van Polen, Tsjechië en Hongarije is in het afgelopen
jaar door de regering-Dzurinda grotendeels ingelopen.
De regeringscoalitie, bestaande uit christen-democraten, sociaal-democraten, sociaalliberalen, liberalen en vertegenwoordigers van de Hongaarse minderheid, begon pas in februari 2000 met de onderhandelingen met de Europese Unie; dat was twee jaar later dan Polen, Tsjechië en Hongarije. Begin juni 2001 was het land met zestien afgesloten hoofdstukken van het acquis communautaire ongeveer even ver als deze drie buurlanden (Hongarije 18, Tsjechië 18, Polen 15). Is hier sprake van een van de meest succesvolle regeringen in Centraal-Europa van dit moment?
Hervormingen
Om de achterstand ten opzichte van de andere Visegrád-landen in te halen, moest
Slowakije een aantal politieke veranderingen doorvoeren. Dat zou veel moeite kosten.
Deels omdat hiervoor de grondwet gewijzigd diende te worden, deels
omdat het vroeg om een andere politieke cultuur. Het breken met Meciars
restrictieve minderhedenbeleid en met het nationalistische streven naar een puur
Slowaakse natiestaat, was een van de noodzakelijke politieke veranderingen.
Mensenrechten, inclusief de rechten van minderheden, zijn onderdeel van de zogeheten Kopenhagen-criteria voor toetreding van kandidaat-leden tot de Europese Unie. De regering diende zich met name een tolerantere houding van de overheid ten opzichte van de Hongaarse minderheid aan te meten. Dit werd voor een belangrijk deel reeds vóór het aantreden van het kabinet gerealiseerd door de deelname van de Hongaren aan de regering; een unicum in de (Tsjecho-)Slowaakse geschiedenis.
In de eerste maanden na het aantreden van het kabinet werden veel van de repressieve maatregelen die onder Meciar waren uitgevaardigd ongedaan gemaakt. Daarnaast werd direct aanstalten gemaakt met de installatie van een gezamenlijk Slowaaks-Hongaarse commissie voor minderheden zoals bepaald in het bilaterale verdrag van 1995 tussen Slowakije en Hongarije. Ook wist de regering-Dzurinda in 1999 een door de Hongaren lang verwachtte en door de EU min of meer geëiste wet op het gebruik van minderheidstalen door het parlement te loodsen.
Op het gebied van democratisering bereikte de regering-Dzurinda een belangrijk politiek doel toen een grondwetswijziging aangenomen werd die de directe verkiezing van de president mogelijk maakte. Deze verkiezingen werden kort daarop, in mei 1999, gehouden en resulteerde in een overwinning van de sociaal-democraat Rudolf Schuster, die oud-premier Meciar met een duidelijke meerderheid versloeg.
Eind februari van dit jaar behaalde de regering-Dzurinda haar grootste succes. Ondanks fel verzet door de uit neocommunisten en nationalisten bestaande oppositie, werd een omvangrijk pakket grondwetswijzigingen goedgekeurd door een voor dergelijke wijzigingen noodzakelijke meerderheid van zestig procent in Slowakije's parlement. Twee weken later kreeg het ook de officiële steun van president Schuster.
De geamendeerde grondwet staat de regering toe om politieke veranderingen door te voeren die nodig zijn om te voldoen aan de eerder genoemde Criteria van Kopenhagen. Zo kan nu eindelijk een begin gemaakt worden met een hervorming van het regionale bestuur en het justitieapparaat, beide voorwaarden voor toetreding tot de Unie.
De grondwetswijziging was echter een zware bevalling voor de regering. Bij de stemming over de amendementen ontbraken slecht twee afgevaardigden. Gelet op de duidelijk afwijzende houding van de oppositie betekende dit dat de regeringspartijen de rijen gesloten dienden te houden en afhankelijk waren van de steun van een onafhankelijk kamerlid. Ondanks politiek getouwtrek binnen de regeringscoalitie kreeg het pakket de steun van 90 van de 149 aanwezige parlementariërs. De blijdschap van de premier en politieke vader van de amendementen ontlaadde zich in een brede grijns en een 'high-five' met zijn vice-premiers.
Deze en andere hervormingssuccessen werden niet alleen behaald ten koste van oplopende spanningen tussen de regeringspartijen en de oppositie. Ze leidden tevens tot ernstige conflicten binnen de regeringscoalitie en zelfs tot ruzies binnen de individuele regeringspartijen. Twee van de vijf, de liberale SDK en de sociaal-democratische SDL, werden zelfs geconfronteerd met afsplitsingen.
Het aantal ministers dat vroegtijdig de koffers kon pakken is niet meer op de vingers van één hand te tellen. Dit jaar vertrokken Pavol Hamzik, minister van Europese Integratie en tevens vice-premier en Ladislav Pittner, minister van Binnenlandse Zaken. Hamzik werd door Dzurinda de laan uitgestuurd na geruchten over corruptie met EU-gelden. Pittner trad af na kritiek op zijn werk door meerdere coalitiepartners.
Impopulair
Vanwege de interne strijd, persoonlijke politieke afrekeningen en diverse
politieke schandalen, werden de laatste dagen van de regering-Dzurinda meer dan
eens voorspeld. De regering werd tevens geen lang leven meer gegeven vanwege de
sociaal-economische gevolgen van haar economische hervormingen. De meeste
Slowaken klagen steen en been over de sterk gestegen prijzen, de hoge
werkloosheid (rond twintig procent) en de problemen in het onderwijs en de
gezondheidszorg. Ook zijn veel Slowaakse burgers teleurgesteld in het
uitblijven van succes in het bestrijden van corruptie en het straffen van de
mensen achter de grote corruptieschandalen uit de tijd van Meciar.
In het buitenland is men positiever over de verrichtingen van Dzurinda en de zijnen. De bezoeken van West-Europese ministers van Buitenlandse Zaken en hoge vertegenwoordigers van de EU, de NAVO en de OVSE leiden in de regel tot krantenkoppen in de trant van 'X juicht het hervormingsbeleid toe' of 'Slowakije is volgens IJ op de goede weg'. Ook de succesvolle afronding van de onderhandelingen rond zestien hoofdstukken van het acquis communautaire van de EU kan als een compliment van Europa worden beschouwd.
Maar wat koopt de regering Dzurinda hiervoor? Ondanks de internationale steun en het feit dat het land zijn buurlanden op weg naar Europa inloopt is de populariteit van de regering-Dzurinda in de afgelopen drie jaar sterk gedaald. De laatste voorspellingen laten winst zien voor de HZDS van Meciar en de protestpartij Smer die onder leiding staat van de populistische Robert Fico, een voormalig kamerlid van de sociaal-democratische SDL. Deze twee partijen kunnen volgens de laatste polls rekenen op de steun van respectievelijk 28 en 19 procent van het electoraat. De vijf regeringspartijen, drie jaar geleden nog goed voor zestig procent van de stemmen, halen nu samen nog geen 37 procent.
Politieke zelfmoordactie
Kan een regering die drie jaar na aantreding bijna de helft van haar publieke
steun heeft verloren, succesvol worden genoemd? Alleen als de regering-Dzurinda
het motto 'het doel heiligt de middelen' als lijfspreuk zou hebben, kan men
deze vraag met een voorzichtig 'ja' beantwoorden. Hoofddoelstelling van dit
kabinet was en is een zo spoedig mogelijke toetreding van Slowakije tot de NAVO
en de EU. Dit doel is nu al voor een belangrijk deel gehaald.
De prijs die Dzurinda en zijn politieke partners hiervoor moeten gaan betalen, lijkt echter bijzonder hoog. Indien er nu verkiezingen zouden worden gehouden, zouden twee van de vijf regeringspartijen in hun huidige vorm niet meer in het Slowaakse parlement terugkeren. Erger nog, de huidige politieke zelfmoordactie zou Vladimir Meciar weer in het zadel kunnen helpen en daarmee al het zware werk dat in de afgelopen drie jaar werd verricht teniet doen.
Dzurinda kan, met nog maar een jaar te gaan, de klus niet in deze kabinetsperiode klaren. Met andere woorden: hij dient er voor te zorgen dat er na de verkiezingen van volgend jaar opnieuw een regeringscoalitie met democratische en pro-Europese partijen kan worden gevormd die het land in de EU kan loodsen. Met de verkiezingen aan de horizon zou zijn regering daarom veel meer aandacht moeten schenken aan de Slowaakse kiezers en iets minder aan de onderhandelaars en controleurs in Brussel. De regering-Dzurinda zal alleen dán in de geschiedenisboeken komen als één van de succesvolste regeringen in Centraal-Europa van dit moment indien het haar politieke zelfmoord alsnog weet te voorkomen.