'Bijna al mijn studenten gaan naar het buitenland'
Servië lijdt onder brain drain
Tijana Prokic
De geesteswetenschappen zijn niet populair onder studenten in Servië. Met zo'n
studie kun je een vertrek naar het Westen wel vergeten. Op bezoek bij een
professorengezin in Novi Sad.
'Toen ik mijn vriendinnen twee jaar geleden vertelde dat ik klassieke talen in Belgrado wilde gaan studeren, verklaarde iedereen me voor gek. Waar moet je dan in godsnaam van leven als je klaar bent, vroegen ze. Wie wil er in Servië nog iets over de oudheid weten, laat staan die talen leren, wij leven zelf nog steeds in de oudheid, was meestal het commentaar. Maar ik had mijn keuze allang gemaakt. Waarom zou ik ook rechten of medicijnen gaan studeren, zoals 90 procent van mijn klasgenoten van het gymnasium?'
Danica is een uitzondering met haar besliste studiekeuze. De 21-jarige studente ziet er met haar beugeltje in de mond jong uit. Toch kleedt en gedraagt zij zich als een echt dametje.
Danica's ouders kunnen haar keuze wel begrijpen. Zij zijn zelf allebei hoogleraar aan de Universiteit van Novi Sad, de tweede stad van Servië. Vader Ljubinko Pusic is hoogleraar in de sociologie van de architectuur en moeder Nevenka Pusic is hoogleraar wiskunde. Ze vinden het juist leuk dat iedereen in het gezin iets heel anders doet.
'Het is heel moeilijk voor ons om Danica naar Belgrado te laten gaan. De meeste kinderen blijven hier bij hun ouders wonen, de mensen hebben het geld niet om ze op kamers te laten gaan,' zegt Nevenka. Danica heeft geluk met zulke ruimdenkende ouders.
De familie Pusic is geen gewoon intellectueel gezin. Moeder Nevenka is een introverte vrouw, gefascineerd door science fiction en koken. Haar gevoel voor humor is groot en haar liefde voor de wiskunde is onbegrensd.
Vader Ljubinko, op het eerste gezicht een verstrooide professor, spreekt mij ernstig toe over zijn geesteskind en grote uitvinding: Serbian Academic Studies (SAS), een NGO die sinds 1999 in Novi Sad aanvullend onderwijs verzorgt voor jaarlijks 200 studenten in de geesteswetenschappen.
'Er is in dit land een grote honger naar kennis. Tien jaar lang zijn we geïsoleerd geweest. De universiteit was en is nog steeds onderworpen aan veel achterlijke regels, de onderwijsprogramma's zijn verouderd, de professoren gedemotiveerd, maar de jongeren hebben de moed nog niet opgegeven. Daarom proberen wij bij het SAS iets anders aan te bieden. Het zijn aanvullende cursussen in verschillende vakken, vooral sociologie, architectuur en psychologie. Wij nodigen binnen- en buitenlandse sprekers uit, proberen moderne boeken aan te schaffen en de presentaties aantrekkelijk te maken. De belangstelling is enorm. Jaarlijks moeten we uit 800 studenten er maximaal 200 kiezen die de cursussen mogen volgen.'
In Servië is het openen van NGO's big business geworden. Er zijn op dit moment circa 100.000 mensen actief in NGO-achtige instellingen. Veel academici kunnen geen werk vinden nadat ze afgestudeerd zijn en besluiten dan maar een NGO te beginnen.
Men doet werkelijk alles voor buitenlandse geldschieters. 'Wij zijn intussen allemaal heel goed geworden in het vragen om geld. Begrippen als democratie, multiculturele samenleving en civil society moeten de centen binnen brengen'.
Het aantrekken van de nodige middelen blijkt desondanks niet zo eenvoudig. 'Ondanks haar populariteit denk ik niet dat het SAS lang zal blijven voortbestaan. Het meeste geld uit het buitenland blijft in Belgrado. Het Westen is vaak al tevreden als ze het geld maar ergens kwijt kunnen. Toen Milosevic nog aan de macht was, was het erg makkelijk om in het buitenland sponsors voor onze programma's te vinden. Na de val van zijn regime verslapte de buitenlandse aandacht en sinds 11 september weet niemand meer van ons bestaan. Alle hulp gaat nu naar Afghanistan'
'Op mijn faculteit is het anders', vertelt Nevenka. 'Mijn beste studenten hebben al een baan in het buitenland voor ze afgestudeerd zijn.' Ze laat mij de internetsite zien van de faculteit wiskunde en informatica, die er erg netjes uitziet voor Servische begrippen. 'Studenten kunnen zelfs al een half jaar vantevoren tentamenroosters bekijken. Op andere faculteiten, zoals bij rechten, weet men vaak een week van te voren nog niet wanneer het tentamen is. Wij proberen ook onze programma's zo veel mogelijk aan te passen aan internationale standaarden. Dit leidt ertoe dat vrijwel iedereen die hier afstudeert binnen half jaar een baan in het buitenland vindt. Maar als je echt in dit land wil blijven wonen, is een rechten- of medicijnenstudie de enige overlevingsstrategie.'
In de jaren van Milosevic hebben meer dan een half miljoen hoogopgeleide mannen en vrouwen Servië verlaten. Oost-Europa en Rusland staan bekend om hun goede onderwijs in technische en exacte wetenschappen. Veel Serviërs met een technische opleiding hebben daarom vrij makkelijk een baan kunnen vinden in West-Europa en Noord-Amerika.
In de meest populaire bestemming, Canada, woont 60 procent van deze Servische emigranten. Het huidige regime is er echter nog niet in geslaagd om deze uittocht tot staan te brengen. Bijzonder slechte arbeidsvoorwaarden, te weinig goedbetaald werk en een onzekere toekomst drijven mensen nog steeds het land uit.
Het gemiddelde maandsalaris in Servië voor een IT-er is 500 euro, maar die werkt dan wel voor een buitenlands bedrijf. Een arbeidscontract wordt voor niet langer dan één jaar afgesloten. De werkloosheidsuitkeringen zijn in Servië schrikbarend laag .
'Het niveau van de geesteswetenschappen wordt steeds lager', vertelt Ljubinko. 'In mijn jaar op de sociologiefaculteit zijn er nog maar een paar die hun best doen en liefde voor het vak hebben. Zij weten dat ze met een opleiding als deze onmogelijk naar het buitenland kunnen. Als ze klaar zijn is hier geen werk en het liefst blijven ze daarom maar eeuwig student. Zij blijven thuis wonen, op hun ouders zak teren en zijn niet van plan ooit volwassen te worden. Onze cursussen bij deze NGO trekken dan ook vaak de ambitieuzere en geïnteresseerde sociale wetenschappers van het land, omdat ze denken op die manier gemakkelijker in contact te komen met het Westen en uiteindelijk ook weg te kunnen.'
Danica luistert naar de woorden van haar ouders. Zij lijkt zich geen zorgen te maken. 'Ik weet hoe de situatie is. Ik maak me geen illusies. Hoe somber alles ook klinkt, wij zijn nog steeds in Servië. Niets is hier zeker en alles is mogelijk. Mijn docenten hebben zo weinig leerlingen dat we soms in het dichtstbijzijnde café college lopen. Wij drinken koffie en zij nemen hun eerste sjlivowitz. Dat heeft toch ook een zekere charme?! Ooit zullen betere tijden aanbreken. Of niet natuurlijk.'