Tsjechië en Slowakije
Edwin Bakker
Tsjechië: het minst positief
De Tsjechen, ooit bijzonder enthousiast over de EU-integratie, zijn op dit
moment vergeleken met de andere kandidaat-leden van de Europese Unie, het minst
positief over het EU-lidmaatschap. Volgens recente peilingen zou slechts iets
meer dan veertig procent van de Tsjechen in een referendum voor toetreding tot
de EU stemmen. Eén op de zes Tsjechen geeft aan tégen EU-toetreding te zijn.
De verschillen tussen voor- en tegenstanders zijn eerder sociaal dan politiek bepaald. Grootste voorstanders zijn ondernemers, de hoger opgeleiden, personen die een vreemde taal spreken, inwoners van grote steden en mensen met hogere inkomens. Tegenstanders van Europese integratie zijn vooral te vinden onder de oudere Tsjechen, de minder hoog opgeleiden, mensen die geen vreemde taal spreken en personen werkzaam in de agrarische sector.
Maatschappelijke organisaties en instellingen zijn over het algemeen positiever over toetreding van Tsjechië dan de bevolking. Ook een meerderheid van de Tsjechische media is voor Europese integratie. De vier belangrijkste televisiezenders (T 1, T 2, Nova en Prima) zijn pro-Europees en dat geldt ook voor de meeste radiozenders.
Het thema toetreding krijgt veel aandacht in de geschreven pers. De artikelen in de grotere Tsjechische kranten Lidove noviny, Mlada fronta dnes, Pravo, Zemske noviny, Slovo en Hospodarske noviny en de weekbladen Tyden, Respekt en Ekonom zijn over het algemeen positief over een Tsjechisch EU-lidmaatschap.
Datzelfde geldt voor de vakbonden. Ondanks het feit dat het overheidsbeleid in het kader van de toetreding de laatste jaren grote sociale offers vroeg, hopen ze op een snelle toetreding. De vakbonden verwachten dat het lidmaatschap op termijn een verhoging van de levensstandaard oplevert en bijdraagt aan de uitbouw van de sociale markteconomie.
De Tsjechische ondernemersverenigingen zien ook veel voordelen in toetreding tot de Europese Unie. Men hoopt op buitenlandse investeringen en voorziet grotere afzetmogelijkheden in het buitenland. De Kamer van Koophandel van Tsjechië beschouwt het lidmaatschap als goed voor zowel grote als kleine ondernemingen. Zij ziet het als haar belangrijkste uitdaging Tsjechische bedrijven te helpen bij de integratie in de interne Europese markt.
Minder positief zijn vertegenwoordigers van de zware industrie, de banksector en de landbouwsector. De zware industrie ziet naast positieve aspecten van het EU-lidmaatschap tevens een einde komen aan subsidies en bescherming van de eigen markt. De Tsjechische banken, vooral de vele kleine banken, zijn bang voor concurrentie vanuit EU-landen. Hun angsten vallen echter in het niet bij die van de vertegenwoordigers van de agrarische sector. Die voorzien grote problemen aangezien de landbouw die in een zeer slechte staat verkeert.
De meeste Tsjechische politieke partijen zijn net als de meeste maatschappelijke organisaties voorstander van integratie. De Tsjechische Sociaal-Democratische Partij (CSSD) wil het land onder leiding van premier Vladimír Spidla zo snel mogelijk de EU binnenleiden. Ook de zogeheten Coalitie, bestaande uit christen-democraten en liberalen, ziet Tsjechië graag in de voorste rij van de kandidaat-lidstaten.
De Democratische Burgerpartij (ODS) daarentegen heeft bedenkingen tegen het EU-lidmaatschap. De partij van Vaclav Klaus beschouwt haar eigen standpunten en argumenten echter niet als eurosceptisch, maar definieert deze als 'eurorealistisch'. De houding van de ODS tegenover de EU is vergelijkbaar met die van centrumrechtse partijen uit de huidige lidstaten, met veel kritiek op het 'redistributieve' en 'collectivistische' karakter van het sociale beleid van de Unie.
De Communistische Partij (KSCM) is van alle partijen in het Tsjechische parlement het meest negatief over het EU-lidmaatschap. De KSCM stelt toetreding het liefst nog een tijd uit, namelijk totdat zeker is dat Tsjechië niet 'misbruikt' zal worden als afzetmarkt en bron van goedkope arbeid.
Ondanks het feit dat de
Tsjechen niet bijzonder positief over het EU-lidmaatschap zijn, lijkt een
meerderheid, net als premier Spidla, toch niet te willen wachten met het hijsen
van de Europese vlag.
Slowakije: niemand is meer tegen
Alle grote politieke partijen in Slowakije zijn pro-EU. Waar sommige politici
zich een aantal jaren geleden nog wel eens kritisch over Europese integratie
uitten, durft nu niemand meer tegen toetreding te zijn. In de aanloop naar de
parlementsverkiezingen van dit najaar was Euro-atlantische integratie zonder
meer het belangrijkste en tevens het minst controversiële verkiezingsthema.
De partij van voormalig premier Vladimir Meciar, die vóór 1998 de EU bijna dagelijks voor het hoofd stootte, was tijdens de verkiezingscampagne van dit jaar opeens een grote fan van Europese en Atlantische integratie. De HZDS kon er niet omheen dat het overgrote deel van het electoraat en zelfs van haar eigen leden beseft dat elke andere weg dan de Europese een doodlopende weg is.
De populistische nieuwkomers Smer (centrumlinks) en ANO (rechtsliberalen) hoopten te profiteren van de onvrede over de prijs die voor Europese integratie betaald moet worden en over de vermeende verduistering van EU-subsidies. Met name de politiek leider van Smer, Robert Fico, maakte zich publiekelijk zorgen over de sociaal-economische gevolgen van het integratiebeleid. Toch stond ook hij grosso modo achter de door de regering van Mikulas Dzurinda ingezette koers.
ANO, de partij van mediamagnaat Pavol Rusko, vindt dat Slowakije zo spoedig mogelijk tot de Unie moet toetreden. Zelfs de Slowaakse hardcore nationalisten van de Slowaakse Nationale Partij en een afsplitsing van deze club, de Echte Slowaakse Nationale Partij, stelden zich niet openlijk op tegen de EU. Zij formuleerden in hun verkiezingsprogramma wel een hoop mitsen en maren rond het EU-lidmaatschap waarbij ze het belang van de nationale identiteit onderstreepten, maar zij profileerden zich niet als eurosceptisch.
Het meest kritisch over het lidmaatschap van de Europese Unie is de KSS, de communisten van de oude stempel die tegen alle verwachtingen in de kiesdrempel van vijf procent haalden en nu met elf zetels in het parlement zitten. Zij zien het NAVO-lidmaatschap niet zitten, maar zeggen geen 'nee' tegen EU-toetreding. De communisten wensen Slowakije graag in de Europese Unie, maar wel op voorwaarde dat de Slowaken volledig dezelfde rechten krijgen als alle andere EU-burgers.
Een mogelijke verklaring voor de opvallende eensgezinde houding ten opzichte van de EU is de internationale druk op de Slowaakse kiezers om voor integratie en tegen isolement te stemmen. Deze druk nam zelfs de vorm aan van directe inmenging in de binnenlandse politiek door middel van al dan niet verkapte anti-Meciar statements, het benadrukken van het belang van de verkiezingen voor de toekomst van het land en de financiering van een campagne om vooral te gaan stemmen.
Dat laatste deed meer dan 70 procent van de stemgerechtigden. De
Slowaken gaven Brussel en Washington waar voor hun geld: een uitgesproken
pro-Europese regering van (christen-)democraten (SDKU en KDH), liberalen (ANO)
en Hongaren (SMK), die het land naar alle verwachtingen binnen haar
ambtstermijn in de NAVO en de EU zal loodsen.