Bojko Borissov, generaal zonder pardon

Hellen Kooijman

De meest populaire man van Bulgarije is momenteel Bojko Borissov, secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en hoogste chef van politie. Borissov (44) zou degene zijn die daadwerkelijk de georganiseerde misdaad in Bulgarije aanpakt.

In opiniepeilingen krijgt Borissov het hoogste cijfer en onlangs werd hem door een aan aantal prominente Bulgaren, onder wie de hoofdredacteuren van populaire kranten als Troed en 24 Tsjasa, het ereburgerschap van de Bulgaarse hoofdstad Sofia aangeboden. Borissov zorgde ervoor dat er bij de politie weer motivatie was om criminelen aan te pakken en hij gaf de burgers het vertrouwen in de overheid weer terug, zo motiveerden zij het aanbod. Borissov weigerde. Zijn daden waren nog te klein voor deze grote eer, zo vond hij zelf.

Generaal Borissov, zoals hij meestal wordt genoemd, baart opzien, zowel qua fysiek als door zijn daden. Hij heeft het postuur van een goed getrainde bodyguard, maar hij heeft ook een vriendelijke jongensachtige uitstraling. Het maakt hem de droomprins van menig Bulgaarse dame of een ideale schoonzoon. De generaal gaf al enkele malen een deel van zijn loon aan de kinderen van overleden collega’s en organiseerde voor hetzelfde doel liefdadigheidsvoetbalwedstrijden.

Belangrijker is dat Borissov wil doen wat hij zegt. Dat is nieuw in de wereld van de Bulgaarse politie en politiek. Sinds zijn aanstelling in januari 2002 windt de generaal er geen doekjes om: zolang hij de opperchef van politie is, moet de Bulgaarse maffia dekking zoeken. Nu is dat in het verleden al door verschillende politici gezegd. Maar Borissov lijkt de daad bij het woord te voegen.

Van de bevolking kreeg hij veel lof voor het zogenoemde ‘jachtschandaal’. In een speciaal rapport over banden tussen politici, rechters en maffiosi dat Borissov in april liet maken, kwamen foto’s boven water waarop minister van Financiën Milen Veltsjev en twee andere politici te zien waren in Monaco op het luxueuze jachtschip van onderwereldfiguur Ivan Todorov, bijgenaamd ‘De Dokter’.

Todorov overleefde een bomaanslag midden april in het centrum van Sofia, waarbij één van zijn lijfwachten om het leven kwam. Dergelijke aanslagen zijn over het algemeen afrekeningen in het criminele milieu. Hoewel het niet de bedoeling was dat de foto’s publiek zouden worden gemaakt, werden ze gelekt naar de Bulgaarse pers en verschenen ze pontificaal op de voorpagina van de kranten. Veltsjev ontkende ook maar iets van doen te hebben met de illegale praktijken van Todorov. Hoewel ook Borissov benadrukte dat door de foto’s nog geen bewijs was geleverd voor het bestaan van een hechte relatie tussen de twee, was de toon gezet en een affaire geboren.

Na de affaire diende Borissov zijn ontslag in. Hij gaf hiervoor zelf geen reden op, maar algemeen wordt aangenomen dat dit te maken had met het maffiarapport en de onwil van Bulgaarse politici om de maffia nu eens werkelijk aan te pakken.

Een andere reden zou, zo speculeerden kranten, zijn slechte relatie met zijn baas, minister van Binnenlandse Zaken Georgi Petkanov, zijn. Borissov heeft Petkanov al meerdere malen verweten de Bulgaarse wetten op te rekken indien dat nodig is. ‘Op een of andere manier zijn we hier allemaal met elkaar verbonden doordat we vrienden, familie, collega’s of gewoon kennissen zijn’, poogde hij onlangs in een interview met het tijdschrift Tema de oorsprong van de wijdverbreide Bulgaarse corruptie te verklaren. ‘En het gebeurt vaak dat de een de ander de hand boven het hoofd houdt. Als het aan mij ligt staat de wet boven alles en is er geen vriend die mij kan helpen als ik die wet overtreedt. Het mag niet zo zijn dat de wet een uitzondering maakt voor bepaalde groepen.’ Met dit laatste refereerde hij duidelijk aan corrupte politici. Hoe dan ook, premier Simeon Saksekoboergotski weigerde zijn ontslag te aanvaarden en Borissov bleef zitten waar hij zat.

Wel kreeg de jachtaffaire nog een flinke staart. Begin augustus diende de minister van Financiën zijn ontslag in. De officiële reden was dat Veltsjev te weinig steun kreeg voor zijn financiële beleid. Een tweede reden evenwel is dat volgens Veltsjev de Bulgaarse politie - lees Borissov - te weinig had gedaan om zijn naam te zuiveren.

Ook van buiten krijgt Borissov schouderklopjes. De Britse ambassade roemde hem midden augustus om zijn kordate optreden, waardoor vier verdachten in een grootschalige cocaïnesmokkel vanuit Bolivia konden worden opgepakt. En al eerder hadden hoge Amerikaanse functionarissen laten weten zeer blij te zijn met het hoofd van de Bulgaarse politie.

Toch heeft de generaal nog geen noemenswaardige wapenfeiten op zijn naam staan. Zelf zegt hij met handen en voeten gebonden te zijn aan wetten die niet of nauwelijks functioneren. ‘Wat is dat voor vreemds’, zo vroeg hij zich af in het eerdergenoemde interview, ‘dat er in Bulgarije nog mensen kunnen rondlopen met een kilo springstof in hun tas. Die zouden voor minstens tien jaar achter de tralies moeten.’

Ook op ander niveau beklaagt hij zich over de krakkemikkige Bulgaarse wetten. ‘Bulgarije verklaart, zoals dat hoort volgens de EU, dat het huiselijk geweld aangepakt zal worden, maar waarom is het nog steeds zo dat als een man zijn vrouw of kind slaat er in het merendeel van de gevallen niet eens een onderzoek komt. Hoe kan dat?’

De politiechef zelf lijkt echter ook niet smetvrij. Borissov speelde in de jaren zeventig en tachtig op hoog niveau karate, was daarna trainer van het Bulgaarse nationale karateteam en internationaal rechter. Uit deze wereld kwamen veel vratove (nekken), een bijnaam voor de bodyguards die hooggeplaatste politici maar ook maffiabazen beveiligden.

Ook Borissov richtte in de jaren negentig zijn eigen private beveiligingsorganisatie op: Ipon-1. De organisatie beschermde de communistische ex-dictator Todor Zjivkov en Borissov zelf was bodyguard van Simeon Saksekoboergotski voordat deze premier werd.

Elke Bulgaar weet dat veel van die beveiligingsbedrijven ook banden hadden met de georganiseerde misdaad. En er zijn legio voorbeelden van soortgelijke organisaties die fraudeerden, geld witwasten of, zeker in het midden van de jaren negentig, zich schuldig maakten aan afpersing en corruptie. Wellicht was Ipon-1 hierop een uitzondering. Een diepgaand onderzoek hiernaar is nog niet gedaan of gepubliceerd. Voorlopig krijgt de generaal het voordeel van de twijfel.

Omhoog
Terug naar archief