B.Ú.É.K

László Marácz

In Hongarije zijn de feestdagen in december met veel tradities omgeven. Zeker op het platteland worden ze steevast in ere gehouden.

De voorbereidingen op het kerstfeest beginnen ver vóór Kerstmis, zeker op het overwegend katholieke platteland, waar de kinderen tijdens de Advent samen met de pastoor een opvoering van het kerstverhaal instuderen. Dit gebruik wordt Bethlemezés genoemd en gaat terug op de middeleeuwse christelijke mysteriespelen. Het is de bedoeling dat het kerstverhaal met liederen, gedichten en geestige dialogen op vermakelijke wijze wordt opgevoerd.

Vooral in de kleinere dorpsgemeenschappen is het voor kinderen een hele eer om gekozen te worden voor een rol in het kerstspel. Op de laatste schooldag vóór de kerstvakantie wordt het kerstspel onder grote belangstelling van ouders en leden van de dorpsgemeenschap in de plaatselijke kerk opgevoerd.

Voor deze gelegenheid is de ruimte in de kerk voor het altaar omgetoverd tot een grote kerststal, waar de kinderen verkleed als Maria, Jozef, de herders, de drie wijzen uit het oosten en andere figuren het kerstverhaal in dichtvorm en zingend uitbeelden. Tijdens de kerstdagen wordt het kerstspel op het plaatselijke kabelnet eindeloos herhaald en bekijken de trotse ouders de verrichtingen van het eigen kroost op televisie.

Kerstavond
Op kerstavond is het in een Hongaars huis een drukte van belang. Vóór het bezoeken van de nachtmis moet nog heel wat werk verzet worden. De kerstboom wordt rond een uur of zes gebracht door Jezuska, de kleine Jezus.

Uiteraard is de kleine Jezus de heer des huizes zelf, die met een laken over zijn hoofd de kerstboom op de veranda zet en na een paar ferme bonken op de deur weer verdwijnt. Nadat de kinderen de zilverspar gevonden en bewonderd hebben, wordt er in de woonkamer of de voorkamer een plekje gezocht voor de kerstboom. De kinderen tuigen met hun moeder de kerstboom op.

De boom wordt volgehangen met szaloncukor, chocolaatjes en zachte snoepjes die in zijde of gekleurd zilverpapier zijn verpakt. De laatste jaren wordt de Hongaarse kerstboom overigens steeds vaker met kerstballen en verlichting getooid, zoals in West-Europa.

Tijdens het optuigen van de kerstboom wordt het traditionele kerstgebak, bejgli, gebakken. Bejgli is een staafgebak van deeg, gevuld met maanzaad, walnoten of jam. Voor de smaak worden aan de vulling nog geraspte citroen en krenten toegevoegd.

Vader komt tijdens het optuigen van de boom 'thuis' en spreekt zijn verbazing uit over de schoonheid van de kerstboom. Nu het de Hongaren beter gaat, is het een nationale sport geworden om elk jaar een grotere kerstboom te kopen. In ieder geval moet de kerstboom groter zijn dan die van de buren.

Vader komt niet met lege handen thuis, want hij is de kleine Jezus tegengekomen die de cadeautjes voor het gezin aan hem meegegeven heeft. 'De kleine Jezus had namelijk nog erg veel te doen.'

Als vader de piek op de kerstboom zet, is het moment gekomen om de cadeautjes uit te pakken en elkaar Kellemes karácsonyi ünnepeket (Prettig kerstfeest) te wensen. De kinderen die aan het kerstspel hebben deelgenomen, moeten er nog een keer aan geloven: zij moeten hun deel nog een keer onder de opgetuigde kerstboom voordragen.

Dan verschijnen de eerste groepen jongens die gekleed in traditionele klederdracht van huis tot huis oude kerstliederen ten gehore brengen. Deze kantálók wensen de bewoners van het huis prettige kerstdagen, gezondheid en voorspoed in het nieuwe jaar. Na afloop van hun optreden worden ze getrakteerd op een glas wijn of een glaasje zelfgestookte pálinka, vruchtenjenever. De vrouw des huizes biedt de zangers plakjes bejgli aan.

Het kerstmaal is de volgende dag precies om twaalf uur 's middags. Favoriete kerstgerechten in Hongarije zijn wild en gevogelte, zoals gans, eend, kalkoen en kip. Armere gezinnen eten varkensvlees.

Het hoofdgerecht wordt voorafgegaan door een krachtige rundvleessoep. Het toetje op Kerstmis is steevast kastanjepuree met slagroom. Bij de maaltijd wordt een goed glas wijn gedronken. 's Middags komt de familie op bezoek en worden er heel wat staven bejgli verorberd met pálinka en sterke, geurende Turkse koffie.

Szilvester
Met oud en nieuw blijven ouderen in Hongarije over het algemeen thuis. Ze kijken naar het populaire oudejaarscabaret, waarin de Hongaarse politiek op de hak genomen wordt. Jongeren daarentegen vieren oud en nieuw, szilveszter, massaal buitenshuis.

Vanwege de drukte moet al maanden vóór szilveszter een tafel in een restaurant gereserveerd worden. Gekleed in smoking en sjieke avondkleding en onder begeleiding van live muziek wordt dan op het begin van het nieuwe jaar gewacht. De hele avond worden er winterse lekkernijen opgediend, zoals zuurkool met hurka (bloedworst van varkensvlees en brood), en kan er gedanst worden.

Met een glas Hongaarse Törley-champagne in de hand wordt om twaalf uur met het zingen van het Hongaarse volkslied, God zegen de Hongaar, waarin om voorspoed voor Hongarije wordt gevraagd, het nieuwe jaar ingeluid.

Na twaalf uur begint de silvesterparty pas goed. Maar niet nadat de obers een jong biggetje door het restaurant gedragen hebben, dat tegen betaling aangeraakt mag worden. Een oud volksgeloof zegt dat het aanraken van jonge biggetjes geluk brengt in het nieuwe jaar.

Ook schoorsteenvegers brengen volgens een oud volksgeloof geluk. Vandaar dat schoorsteenvegers in hun zwarte werkkleding en met een roetig gezicht er op nieuwjaarsdag op uittrekken om gelukkig nieuwjaar te wensen. In ruil daarvoor ontvangen ze een kleine attentie.

Op nieuwsjaardag hoor je de hele dag op straat bekenden en onbekenden elkaar B.Ú.É.K (spreek uit: 'boejeek') toeroepen. B.Ú.É.K. is de Hongaarse afkorting van Boldog új évet kivánok, hetgeen 'Ik wens u een gelukkig nieuwjaar' betekent.

Omhoog
Terug naar archief