Muzikaal pionieren in Servië

Morries Leeraert

Jazz en etno, experimentele elektronische muziek, een Balkan koperorkest en dj's: moeiteloos lopen de muzieksoorten in elkaar over tijdens het internationale festival voor nieuwe muziek Interzone in het Servische Novi Sad. Behalve genieten van de concerten werd er gediscussieerd over de kansen voor gedifferentieerde cultuuruitingen in een land dat lange tijd door eng nationalisme werd beheerst.

Een enthousiast gejoel klinkt op uit de zaal als Bratko Bibic en zijn drie bandleden worden aangekondigd. Uit het warme applaus dat zo'n driehonderd mensen van jong en oud hem toebedelen blijkt hoe populair de Sloveense musicus is in het Servische Novi Sad. Daar hebben zijn afwezigheid van 22 jaar en de afscheidingsoorlogen van de jaren negentig geen verandering in gebracht.

Het is de eerste avond van het vierdaagse muziekfestival Interzone en de stemming zit er al goed in. Bibic geeft op zijn accordeon een virtuoos staaltje muziek weg, een verrassende mix van traditionele en urbane stijlen. De stevig aangezette bas doet denken aan zijn inmiddels legendarische periode als oprichter van de 'Rock in Opposition' band Begnagrad.

Bibic en de buitengewoon veelzijdige percussionist kunnen niet ophouden nieuwe muzikale effecten te creëren. Een roep van herkenning klinkt als Bibic het nummer Slatko Rock inzet, een lied dat verwijst naar de brouwerij die het beroemde Sloveense bier Laško Pivo fabriceert. 'Dit is muziek waar niet alleen je lijf bij wil gaan dansen, maar ook je gevoelens en je spirit', zo omschrijft collega-musicus Boris Kovac dit concert.

Fundamenteel misverstand
Bibic' optreden is de laatste van drie op die openingsavond. Eerder luisterde de zaal ademloos naar de inmiddels 84-jarige Erne Kiraly, die als avantgarde-componist een levende legende is geworden. Met zijn zelfgemaakte instrumenten als de tablofon en citrafon (citarfoon), een houten klankkast bevestigd met elektronisch versterkte snaren, zoekt hij nog steeds de grens op tussen muziek en louter klank.

Toch klinkt ook hier onmiskenbaar door dat Kiraly geïnspireerd is door traditionele melodieën die hij met veel humor 'verhaspelt' tot een soort atonale onderwatermuziek. Deze opmerkelijke paradox is ook terug te vinden in de persoon van Kiraly zelf: naast 'postmoderne' avantgarde toonzetter is hij ook wetenschappelijk muziekhistoricus. Hij stelde diverse collecties samen en schreef boeken over oorspronkelijke volksmuziek van Hongarije en Vojvodina.

Er wordt vaak op gewezen dat de muziek - ook de nieuwe muziek - uit de Balkan berust op langdurige tradities van volksmuziek. Bratko Bibic wordt vaak geroemd vanwege het 'Sloveense karakter' van zijn muziek.

Desgevraagd moet hij er wel om lachen. 'Het is een fundamenteel misverstand', zegt hij. 'West-Europeanen horen graag dat mijn muziek teruggaat op Sloveense roots en gebaseerd is op folklore en traditie. Mijn muziek ontstaat uit persoonlijke inspiraties als dromen en herinneringen. Maar', zo voegt hij er met een knipoog aan toe, 'ik hou wel van dat misverstand. Dan klinkt de Sloveense volksmuziek veel beter dan zij in werkelijkheid is.' Duidelijk is dat Bibic zich niet in een hokje wil laten stoppen.

Culturele rehabilitatie
Vier dagen, twaalf concerten, verscheidene workshops en discussies. Dat is het volle programma dat het internationale festival voor nieuwe muziek Interzone in petto had. Van 7 tot en met 10 mei kon men in Novi Sad, na Belgrado de grootste stad in Servië, luisteren naar een mix van stijlen, genres en tradities.

In de muziek van de Macedonische groep Volvox sluiten de klanken van de Balkanfluit, de kajda (doedelzak) en mandoline naadloos aan bij Indiase instrumenten als harmonium en tabla. En voor zover de experimentele elektronische muziek van het Nederlandse duo Van Horrik en Dubach enige inspanning van het publiek vergt, wordt dit ruimschoots gecompenseerd door het swingende optreden van Ognjen Popovic i Prijatelji. Dit Servische gezelschap geeft met haar klarinetten, blaasinstrumenten, violen en de diepklinkende 'etno-drum' een temperamentvol portret van de muziek van de Balkan.

'We kiezen bewust voor verschillende benaderingen van muziek,' verklaart Ivana Indjin, directeur van het festival. 'De ene muzikant werkt vanuit een intellectuele, conceptuele benadering. Een ander spreekt emotioneel aan. Het ene concert is om stil naar te luisteren, het andere om te dansen. Muziek dus die verschillende elementen van ons menszijn aanspreekt.'

Ivana Indjin en Sasa Asentic vormen de kern van KPMOgledalo (ogledalo = spiegel), of voluit Chamber Theater of Music Ogledalo, een kleine groep zeer gedreven en professionele artiesten die theater en muziek maakt en ook veel werk verzet op het pedagogische vlak.

Bij Interzone gaat het Indjin en Asentic er niet alleen om mooie muziek ten gehore te brengen. Zij willen met het evenement ook letterlijk nieuwe geluiden laten horen. Het zit ook vervat in het mission statement van KPMO: met onafhankelijke producties werken aan de rehabilitatie van de cultuur.

Politiek gezien zijn er strikte grenzen getrokken tussen de landen van het voormalig Joegoslavië. Maar met een internationaal festival als Interzone wordt een culturele brug gebouwd, aldus Sasa Asentic. 'Dat doen we met name door de artistieke samenwerking te bevorderen tussen jonge mensen in de landen van het voormalige Joegoslavië, en daarbuiten.

Er is een grote behoefte aan uitwisseling. Sloveense, Macedonische en Kroatische musici treden tijdens Interzone op voor een Servisch publiek. Voor velen is dat voor het eerst sinds jaren. Al drie jaren proberen we Bratko Bibic op het festival te krijgen. Dat is nu gelukt,' zegt Asentic tevreden.

Het is de vierde keer dat Interzone wordt georganiseerd. Ivana Indjin over de ontstaansperiode: 'Novi Sad kende een goed jazzfestival. Tot 1990 was daar heel goede nieuwe muziek te horen. Maar in de jaren daarna werd er vooral mainstream gespeeld. Technisch heel goed, maar het is toch reproductie. We misten dat onderzoekende, dat creatieve.

In 1997 besloten we om een festival op te zetten waar die verscheidenheid aan cultuuruitingen weer aan bod kon komen. Dat is wat wij onder rehabilitatie van de cultuur verstaan. We willen dat creatieve ondersteunen; in muziek, in theater, in workshops. Muziek vult een kloof in communicatie. Het heeft het vermogen complexe gevoelens weer te geven waar nog geen exacte formulering voor is. Dat geldt voor de persoonlijke gevoelens van de componist, maar ook voor de toehoorders.

En wat de recente geschiedenis betreft; voor de verwerking van die gevoelens en ervaringen zijn nog geen exacte woorden. De kritische afstand die daarvoor nodig is, is er nog niet. Maar nieuwe muziek kan helpen een begin te maken die gevoelens te articuleren.'

Sponsors
Hoe ingrijpend de oorlogsperiode en het embargo van ruim twaalf jaar waren beschrijft Jovanka Stepanovic mij na afloop van een concertavond, in de foyer van het theatergebouw waar Interzone plaatsvindt. Stepanovic maakt al twintig jaar muziekprogramma's voor de regionale Radio Novi Sad. 'Ik ben zowat geboren bij de radio', zegt ze opgewekt. Als ze van wal steekt is ze serieus.

'In our country is silence', zegt Stepanovic. 'De periode Milosevic is echt een breuk geweest in de cultuur; het heeft mijn leven gespleten. De jaren tachtig waren een gouden tijdperk van de radio. Concerten werden live op de radio uitgezonden; je kon cd's van bijvoorbeeld John Cage vinden. Dat was ineens afgelopen. Nu zijn we blij als we de cd's kunnen bemachtigen van de mensen die hier optreden.'

Voor Stepanovic en haar radio is er nog weinig veranderd in de afgelopen jaren. 'Er is geen geld voor cultuur. Politici zijn zich er te weinig van bewust dat we een festival als Interzone nodig hebben. Het uitwisselen van muziek van andere landen, verenigt het publiek en brengt optimisme. Dat is net wat we nodig hebben.

Maar ik begrijp de politici wel; ze hebben de handen vol aan de nood van het dagelijkse leven. Cultuur en sport raken dan op de achtergrond. Maar ik heb een festival als Interzone nodig om mijn ziel te zuiveren van die stilte. Dit soort inspiratie is voor mij net zo goed van levensbelang.'

Op mijn vraag hoe deze situatie kan verbeteren, volgt een lange stilte. Dan zegt ze, enigszins schuw. 'Ik moet geduld hebben, en ik heb plezier in mijn werk. Eerst moet de economische situatie verbeteren. Dan komt de muziek ook wel. Maar het is zeker niet een kwestie van alleen maar geld, van voorzieningen. Het zit ook in de mind, de mentaliteit. Dat heeft zijn tijd nodig.'

Het organiseren van een vierdaags muziekfestival naar eigen idee en invulling is bepaald geen sinecure, zeker niet in Servië. De nog altijd kwetsbare economische en politieke situatie is van grote invloed op het leven in het pasgevormde Servië en Montenegro.

Culturele activiteit lijkt dan een luxeartikel. Het organiseren van zoiets 'alternatiefs' als een festival voor nieuwe muziek komt dan ook veel neer op lobbywerk, financieel jongleren en een beroep doen op vele vrijwilligers. 'Veel tijd ging zitten in de rondgang langs mogelijke sponsors', vertelt Indjin op het kleine kantoor van Ogledalo.

Geld komt nu van de federale en regionale overheden, van lokale sponsors en van buitenlandse organisaties als het Freedom House en de Soros Foundation. Indjin: 'Noodgedwongen werd het programma al van zes naar vier dagen teruggebracht.

En we hebben geen enkele marge. Alles is op de dinar nauwkeurig zodat we de honoraria en reiskosten van de artiesten kunnen betalen. Voor de marketing hebben we te weinig geld.' Dat een geldschieter uiteindelijk niets toezegt is tot daaraan toe. Veel moeilijker om te slikken was dat een mediasponsor het op de valreep liet afweten. De radiojingle - gemaakt door een handige kennis - wordt maar enkele keren uitgezonden.

Lef
Op de laatste avond treden Mario van Horrik en Petra Dubach uit Eindhoven op met een ongebruikelijk staaltje elektronische muziek. Op het podium zitten ze verstild aan een tafel waarop een muziekdoosje met een bankschroef bevestigd zit. Alleen hun hand die de geperforeerde papierrol aanzwengelt, beweegt. Het speeldoosje fabriceert ogenschijnlijk 'typisch' Nederlandse draaiorgelmuziek, elektronisch versterkt.

'Het is een mooie gelegenheid om weer in Servië te spelen', zeggen beide tevreden na hun optreden. 'Ze hebben beslist lef getoond bij het programmeren. Hier zijn puike muzikanten. Ik vind het trouwens moedig dat ze ons vragen. Onze muziek ligt in Nederland al moeilijk. We hebben opgetreden in de Melkweg en in het Amsterdamse Stedelijk Museum. Maar meestal treden we op in het buitenland, in de VS en Europa.'

Het duo heeft begrip voor de relatief lage gage die ze ontvangt. 'Het is toch ook een passie om dit op zulke festivals te doen. We zijn een soort pioniers in een nieuw landschap.'

Pionieren
Pionieren is misschien ook het woord dat op een festival als Interzone van toepassing is. Net als in Nederland is nieuwe muziek een zaak voor een uitgelezen publiek. Niet vreemd dus dat vooral de fijnproevers van muzikale bellettrie op een festival als Interzone afkomen. Toch waren er in die dagen relatief weinig bezoekers.

'De cultuur van theater- en concertbezoek in Servië is gebroken,' zegt Ivana Indjin. 'Mensen zijn niet meer gewend om te luisteren naar nieuwe muziek. We moeten helemaal opnieuw beginnen.'

Dat was ooit anders. 'De eerste Interzone vond plaats in 1996, midden in de 'dark age'. De cultuurafbraak was in volle gang. Maar de zaal was afgeladen vol.' Nu is het aantal bezoekers van zo'n 150 bezoekers per avond teleurstellend te noemen. Indjin: 'We weten dat het moeilijk is. De huidige jonge generatie is er niet mee in aanraking geweest. We moeten de mensen één voor één aantrekken...'

'Het is niet te wijten aan een gebrek aan belangstelling,' zegt ook Jovanka Stepanovic. Als programmamaakster en docente muziek staat zij veel in contact met jongeren. 'Jonge mensen die in de jaren negentig zijn opgegroeid hebben geen weet van nieuwe muziek of nieuwe manieren om met traditionele muziek om te gaan. Ze komen er gewoonweg niet mee in aanraking. Ze leren het niet op school.

Via het internet zoeken ze de MTV-muziek en op de radio klinkt doorgaans volksmuziek of turbofolk. De muziekscholen zijn nog vrijwel uitsluitend gericht op klassieke muziek. In mijn radioprogramma's probeer ik af en toe iets van de muziek zoals op Interzone te draaien.'

Indjin noemt nog twee redenen waarom de publieke belangstelling teleurstellend was. Er was nauwelijks geld voor publiciteit en de belangstelling van de vele lokale media viel nogal tegen. Indjin meent dat er sprake was van een 'mediablokkade'. 'Op onze persconferentie voorafgaand aan het festival waren 23 journalisten. Toch hebben er maar enkelen over het festival geschreven. Het grootste dagblad, Danas, repte met geen woord over het evenement.' Indjin denkt dat journalisten zich teveel laten leiden door een persoonlijke voorkeur. 'Als ze het persoonlijk niet interessant vinden, schrijven ze er niet over. Dat is niet bepaald professioneel.'

Ten slotte is Indjin ervan overtuigd dat ook politiek een rol speelt. 'We worden voor een deel financieel ondersteund door de gemeentelijke overheid. Dat wordt door sommige media politiek uitgelegd. En vervolgens boycotten ze ons omdat ze een andere politieke kleur hebben.'

Of er volgend jaar weer een Interzone-festival zal komen? 'Dat is nog te vroeg om te besluiten,' zegt Indjin. 'We zullen zien wat nodig is. Maar in de stad is tot op heden geen podium of café waar je zulke muziek kunt horen. De enige dagen dat je met nieuwe muziek in aanraking kan komen zijn die vier dagen van het Interzone-festival.'

Weinig publiek of niet, de vele bezoekers die ik spreek noemen het meemaken van het muziekfestival 'een kostbare ervaring'. Zo ook voor Rajko Bozic. Hij genoot met name van de concerten van de musici uit Macedonië en Roemenië. Die geluiden uit de buurlanden zijn hem dierbaar, zegt hij. Maar bij alles komt de politieke situatie om de hoek kijken. 'Er zijn mensen aan beide kanten van de grens die die grenzen willen', zegt hij. 'Maar ik wil openheid. Wij zijn dorstig. Ons land is te lang gesloten geweest. Er is een grote drang naar expressie. En het helpt me mensen te zien die intelligent en creatief zijn.'

Omhoog
Terug naar archief