Polen

Malgorzata Bos-Karczewska

Polen loopt op zijn tandvlees naar het EU-lidmaatschap. Over vijf weken, op 7 en 8 juni, spreken de Polen zich per referendum uit over de toetreding van hun land tot de Europese Unie. De opiniepeilingen voorspellen een gunstige uitslag van 70 procent voorstemmers bij een opkomst van 60 procent. Toch zijn er redenen tot zorg. Inertie en machteloosheid van de regering zijn koren op de molen van ludieke EU-tegenstanders. Of zal het boerenverstand toch de overhand krijgen?

Kort voor de finish krijgt Polen - de success story van de transitie in de jaren negentig - het zeer moeilijk. Polen zijn moe, somber gestemd en in een slecht humeur. De vrijage met de EU heeft te lang geduurd. Het historische belang van de toetreding wordt nauwelijks beseft.

De transitie eist nu haar tol. De dynamiek is eruit. De economie draait al twee jaar op een laag pitje. De werkloosheid loopt gestaag op naar de 20 procent! Het programma van de regering Miller is geheel verzand. De mooie plannen en hervormingen worden uitgesteld. De voorbereidingen op het EU-lidmaatschap lijden daaronder.

De Poolse premier Leszek Miller wist op de EU-top van Kopenhagen in december 2002 één miljard euro voor Polen in de wacht te slepen. De held van toen is nu een beklagenswaardige. De populariteit van Miller was in april gedaald: tot een dieptepunt van 12 procent - lager dan welke premier ook in de jaren '90.

Dat is het gevolg van de ernstigste politieke en morele crisis uit de postcommunistische tijd. De degrengolada, zoals Polen het noemen, is de nasleep van de Rywingate-affaire (zie Ablak nr.1 van 2003). De olievlek van deze affaire van de Warschause elite heeft nu ook de premier, de president en de sociaal-democratische regeringspartij SLD bereikt.

Weinigen kunnen nog waardering opbrengen voor de daden van Miller. Hij heeft vier ministers de laan uitgestuurd en begin maart ook zijn coalitiepartner, de boerenpartij PSL. Met dat laatste nam Miller een onnodig risico met het oog op het EU-referendum.

'Waarom moet Polen een regering hebben die slecht voor het land is?', vroeg de invloedrijke, liberale publicist Janusz Majcherek zich onlangs af. Er wordt openlijk gesproken over alle mogelijke opties zoals het vertrek van Miller, de vervanging van zijn incompetente ploeg door een regering van deskundigen en een vervroeging van de verkiezingen naar voorjaar 2004 en zelfs naar het komende najaar.

Een dergelijke openheid kan de SLD zich permitteren. Het is zonneklaar dat deze partij bereid is Miller op te offeren en daardoor aan de macht te blijven. Een centrumrechtse partij als tegenwicht ontbreekt na de afgang van de Kiesbond Solidarnosc.

Kort voor het EU-referendum is het pijnlijk dat de partijpolitiek de overhand krijgt. Het nationale belang krijgt zelfs op papier geen plek. Elke partij houdt zijn eigen campagne over de EU. De leus 'Tak dla Polski' ('Ja voor Polen') is niet alleen gebruikt door het liberale Burgerplatform (PO), maar ook door president Kwasniewski, die sinds 24 april een eigen pro-EU campagne voert.

Hij zal 16 steden bezoeken. Dertien miljoen Poolse gezinnen ontvangen per post een brochure over Polen in de EU van de president zelf! Voor iedere belangstellende heeft hij een cadeau: een speciale CD-rom met de tekst van het EU-toetredingsverdrag (duizenden pagina's) en een videospeech van hem zelf.

Eén campagne vanuit één speciaal bureau, zoals in Hongarije, is in Polen ondenkbaar. De campagne van de regering lijkt nergens op; de bezieling ontbreekt. Men koos voor het Zweedse voorbeeld van een voorlichtingscampagne en wilde geen overheidspropaganda.

Het op het eerste gezicht briljante idee van Lech Nikolski, de minister belast met de EU-campagne, sneuvelde snel. Hij wilde studenten inschakelen voor de voorlichtingscampagne op het platteland. Zonder computers, zonder ervaring en zonder toegang tot elektronische databanken moesten de studenten vele uren en soms enige dagen antwoord op vragen over de EU schuldig blijven.

De lage opkomst van 46 procent voor het EU-referendum in Hongarije heeft Polen zenuwachtig gemaakt. 'Memento voor Polen', was het commentaar van de kwaliteitskrant Rzeczpospolita. Polen was gewaarschuwd: de Sejm koos vijf dagen na het referendum in Hongarije voor een tweedaagse volksraadpleging, op 7 en 8 juni, om zodoende de opkomst met pakweg 10 procent te verhogen.

Polen is een land van polarisatie. Om het besluit te legitimeren besloot Polen een bindende volksraadpleging te houden. Men kon echter weten dat een opkomst onder de 50 procent denkbaar is. Geen van de referenda van de jaren negentig haalde de 50 procentdrempel en ook bij de verkiezingen bleef de meerderheid van de kiezers thuis.

Een te lage opkomst is het schrikbeeld voor veel Polen. De Sejm is dan aan zet om over de toekomst van Polen te beslissen. Het parlement heeft in dat geval de keuze tussen een herhaling van het EU-referendum of het voorleggen van het besluit aan beide kamers van het parlement, waar een tweederde meerderheid nodig is. Dat kan problematisch worden, omdat de EU-sceptici zeker over 25 procent stemmen kunnen beschikken. Een slechte uitslag van het referendum kan hun rangen nog versterken.

De socioloog Andrzej Rychard gaat echter uit van een positieve uitslag van 50 tot 70 procent voor de EU bij een opkomst net boven de 50 procent. Hij rekent hierbij op de wijsheid van het volk. 'De Polen zullen de toekomst in de EU zwaarder laten wegen dan hun afkeer van Miller en zijn incompetente ploeg. De EU is geen onbekende meer, die angsten inboezemt. Juist een scenario van Polen buiten de EU zou dat doen'.

Polen moet het blijkbaar van de wijsheid van het volk hebben. Premier Miller kijkt vanaf de zijlijn machteloos toe. Hij hoopt op een ad hoc volksbeweging ('pospolite ruszenie') voor het laatste zetje richting Europa.

malbos@planet.nl

Omhoog
Terug naar archief