Klaipeda: een internationale twistappel

Harm Ramkema

De huidige Litouwse havenstad Klaipeda (Duits: Memel), gelegen aan de Oostzee, heeft tijdens het interbellum een roerige tijd doorgemaakt. Het Duitse Rijk moest als een van de verliezers van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) in het oosten een aantal gebieden aan de nieuwe staat Polen afstaan. In het uiterste noordoosten van de toenmalige provincie Oost-Pruisen lag Memel. Hoe heeft het eveneens na die oorlog onafhankelijk geworden Litouwen deze stad en de strook land tussen de gelijknamige rivier (Litouws: Nemunas) en de oude Duitse rijksgrens van 1914 in handen gekregen?

Na de wapenstilstand van 11 november 1918 werd het door Duitsers zo genoemde Memelland (Litouws: Klaipedos krastas) door Franse en Britse troepen bezet. Het Verdrag van Versailles, dat op 28 juni 1919 door Duitsland werd ondertekend, bepaalde onder meer dat in het zuidelijke deel van Oost-Pruisen (Ermland en Mazurië) en in Opper-Silezië volksraadplegingen moesten worden gehouden, waarbij de plaatselijke bevolking zou kunnen kiezen tussen verblijf onder Duitse soevereiniteit of aansluiting bij het nieuwe Polen.

Volgens artikel 99 van het Verdrag moest Duitsland eveneens Memelland afstaan. Het gebied had een omvang van 2657 vierkante kilometer (iets groter dan het huidige Luxemburg) en telde in 1910 ruim 140.000 inwoners, van wie ongeveer 71.000 het Duits en zo'n 67.000 het Litouws als moedertaal beschouwde. Duitsers vormden de overgrote meerderheid van de inwoners van de stad Memel (90 procent), terwijl de bewoners van het platteland overwegend van Litouwse origine waren.

Omdat al snel duidelijk was dat de meeste inwoners van Memelland bij Duitsland wilden blijven, beriepen de Duitsers zich op het door de Amerikaanse president Woodrow Wilson gepropageerde zelfbeschikkingsrecht der volkeren en eisten ook in Memelland een volksraadpleging. Dit werd door de geallieerde mogendheden verworpen, en wel op grond van de volgende argumentatie:

'De geallieerde en geassocieerde mogendheden weigeren te erkennen dat de afscheiding van Memelland in strijd is met het nationaliteitenprincipe. Het betreffende gebied is altijd Litouws geweest, de meerderheid van de bevolking is van oorsprong Litouws en spreekt ook Litouws; het feit dat de stad Memel zelf grotendeels Duits is, vormt geen rechtvaardiging voor continuering van Duitse soevereiniteit over het gehele gebied, te meer niet daar de haven van Memel de enige maritieme uitweg van Litouwen is.' Juist de ligging van Memel zou een belangrijke rol spelen in de diplomatie van de geallieerden betreffende de stad.

Op 16 februari 1918 riep de Litouwse nationale beweging de onafhankelijkheid van Litouwen uit, die pas in juli 1920 door Sovjet-Rusland werd erkend. De Litouwse nationalisten streefden naar vereniging van Groot-Litouwen, het Litouwse deel van Rusland, met Klein-Litouwen, de door Litouwers bewoonde gebieden van Oost-Pruisen ten noorden en ten zuiden van de Nemunas. De stad Memel zou Litouwen de vurig verlangde toegang tot de Oostzee verschaffen.

Litouwen had zijn hoop gevestigd op de Conferentie van Versailles, maar die pakte voor Litouwen als een grote teleurstelling uit. De Litouwse ambities werden grotendeels gefrustreerd door Frankrijk, dat in het onafhankelijke Polen een nieuwe bondgenoot had gevonden.

De Fransen waren in principe geporteerd voor een grote Pools-Litouwse bufferstaat, als tegenwicht tegen Duitsland en Sovjet-Rusland. Maar daar wilden de Litouwers niet van weten. De vijandschap tussen Polen en Litouwen bereikte een hoogtepunt met de Poolse bezetting van Vilnius, de beoogde hoofdstad van het onafhankelijke Litouwen.

Door de geografische ligging van Memelland, ingeklemd tussen de Duitse provincie Oost-Pruisen en Litouwen, was overgave van het gebied aan Polen geen realistische optie. De geallieerden opteerden uiteindelijk voor een bijzondere status van Memelland, en wel primair uit economische overwegingen: de stad Memel was namelijk een belangrijke uitvoerhaven van hout, dat uit het bosrijke achterland aan weerszijden van de Nemunas afkomstig was. Op deze wijze bleef de vrije toegang tot de zee én de stad bestaan.

Op 15 februari 1920 werd artikel 99 van het Verdrag van Versailles van kracht. Memelland kwam namens de geallieerden onder Frans bestuur te staan, onder de naam Territoire de Memel. Gouverneur werd de Franse generaal Dominique Joseph Odry. Nadat deze in mei 1921 van zijn functie was ontheven, kwam het gebied formeel onder burgerlijk bestuur te staan, met commissaris Jean Gabriel Petisné aan het hoofd. Petisné flirtte met de idee van een soort vrijstaat Memel, maar deze vrijage was niet van lange duur.

Want terwijl Franse troepen het Roergebied bezetten om de Duitse herstelbetalingen af te dwingen, trokken op 10 januari 1923 ongeregelde Litouwse troepen en leden van schietverenigingen Memelland binnen. Binnen een week was het gehele gebied in hun handen. Ruim een maand later legden de geallieerden zich bij dit fait accompli neer en aanvaardden zij de Litouwse soevereiniteit over Memel en wel ter compensatie voor het verlies van Vilnius en omstreken aan Polen. Pas in januari 1928 vond overigens de formele erkenning door Duitsland van de nieuwe grens met Litouwen plaats.

In december 1923 tekenden Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Japan het zogeheten Statuut van Memel, als gevolg waarvan Memelland op 8 mei 1924 als autonome regio deel ging uitmaken van Litouwen. Het gebied kreeg een parlementaire vertegenwoordiging, een Landdag, met een scala aan bevoegdheden in interne aangelegenheden.

De uitvoerende macht was in handen van een Directorium. Regionale besluiten moesten echter worden goedgekeurd door een door de Litouwse president benoemde gouverneur. Het Duits en het Litouws werden twee gelijkberechtigde officiële talen.

Door interne migratie naar Memelland steeg het aandeel Litouwers in het gebied, maar in de Landdag wisten Litouwse partijen nooit meer dan 20 procent van het aantal zetels te behalen. Veel Litouwers in Memelland stonden zowel in historisch als in religieus opzicht veel dichter bij de Duitse bewoners van het gebied dan bij hun landgenoten in andere delen van Litouwen.

Nadat de Litouwse nationalist Antanas Smetona (1874-1944) in december 1926 de macht had gegrepen en zich tot president had laten kiezen, namen de spanningen tussen het centrale bestuur in Kaunas en het regionale bestuur in Klaipeda toe. Smetona probeerde de controle over het gebied te versterken.

Desondanks bleven de betrekkingen tussen Duitsland en Litouwen redelijk stabiel, maar toen de Litouwse regering in 1932 het Directorium van Memelland afzette, werden de relaties tussen beide landen er bepaald niet beter op. Na de machtsovername door Adolf Hitler in januari 1933 geraakte Memelland langzaam maar zeker in de ban van het nationaal-socialisme. Hierdoor verscherpten zich de tegenstellingen tussen Duitsland en Litouwen, maar in de jaren 1936 tot 1938 was juist sprake van een zekere ontspanning, vooral onder invloed van Duitsland, dat de Duitstalige bevolking van de regio zoveel mogelijk wilde ontzien.

De gebeurtenissen rondom Tsjechoslowakije in 1938 en 1939 waren voor Litouwen een teken aan de wand. Hitler zette Litouwen zwaar onder druk en stelde het land een ultimatum, als gevolg waarvan Memelland op 22 maart 1939 Heim ins Reich keerde, en wel met de ondertekening van het 'Staatsverdrag tussen de Republiek Litouwen en Duitsland betreffende de overdracht van Memelland'. Op 30 maart keurde het Litouwse parlement het verdrag unaniem goed, in de wetenschap dat geen enkele grote mogendheid of kleine buurstaat Litouwen te hulp zou schieten bij gewapend verzet.

Ook in deze hoek van Europa verliep de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) zeer gewelddadig. Met het oprukken van het Rode Leger evacueerde het Derde Rijk in oktober 1944 de in Memelland woonachtige Duitsers. Op 28 januari 1945 veroverden de sovjets de stad Memel, die na de oorlog deel ging uitmaken van de Socialistische Sovjet-Republiek Litouwen, een van de vijftien republieken van de toenmalige Sovjet-Unie. Nadat Litouwen in 1991 de onafhankelijkheid had verworven, bleven zowel Klaipeda als Klaipedos krastas deel uitmaken van deze republiek.

Omhoog
Terug naar archief