Het nut van kleine talen
László Marácz en Greetje van der Werf
Wordt het Engels de lingua franca in de internationale communicatie binnen de Europese Unie? Heeft het voor studenten nog wel nut een kleine Europese taal te leren? Ablak verzamelde met deze vragen in het achterhoofd vijf studenten rond de tafel die aan de Universiteit van Amsterdam kleine Oost-Europese talen studeren.
Welke talen spreek je en hoe ben je erbij gekomen om een kleine Europese taal te gaan studeren.
Olwin Schrauwen (25): Nederlands, Engels en Duits spreek ik goed. Roemeens spreek ik redelijk, Frans een beetje. Ik heb in Maastricht cultuur- en wetenschapstudies gedaan. Via de studentenvereniging daar ben ik meegeweest op een reis naar Oost-Europa, en zo ben ik min of meer toevallig in Roemenië terechtgekomen. Toen ik in Amsterdam Oost-Europese Studies ging doen, koos ik voor het Roemeens.
Natalie Schumacher (21): Ik spreek Nederlands, Engels en Frans. Mijn Duits is weggezakt. Ik studeer Europese Studies met de variant Pools. Mijn moeder is Poolse. Ik wilde graag mijn kennis van het Pools uitbreiden en de achtergrond van mijn familie leren kennen.
Iris Pander (23): Ik studeer geschiedenis, een taalonderdeel is dan verplicht, net als bij rechten trouwens. Ik heb voor het Hongaars gekozen omdat deze taal helemaal nieuw voor mij is. En ik heb een Hongaars vriendje. Ik spreek Engels, Frans en een beetje Duits.
Judith Schweitzer (22): Ik doe Europese Studies met de variant Tsjechisch. Tsjechisch is dus mijn hoofdrichting, mijn keuzevak is Hongaars. Verder spreek ik Nederlands, Engels, Duits en een beetje Frans. Toen ik zeven jaar oud was, viel de Berlijnse Muur. Dat was in 1989. Twee maanden na de val van de Muur gingen mijn ouders naar Oost-Berlijn. Een andere oorsprong van mijn belangstelling voor Oost-Europa is dat er op mijn middelbare school bij het vak geschiedenis erg veel aandacht was voor Oost-Europa. Ik koos Tsjechisch als hoofdtaal vanwege mijn belangstelling voor Centraal-Europa, Tsjechië heeft zowel 'Oost' als 'West' in zich.
Mirjam Driessen (18): Ik ben dit jaar contractstudent Europese Studies. Hiervoor ben ik een halfjaar in Hongarije geweest voor een opleiding in de muziek en het leren van een niet-westerse taal. Dat werd het Hongaars dus. Daarnaast spreek ik Nederlands en Engels.
Waarom zou je zoveel energie steken in zo'n kleine taal?
Olwin: Ik koos voor het Roemeens omdat mijn Engels al goed was. Bovendien: als je je in een bepaald gebied verdiept, moet je de taal spreken en de kranten kunnen lezen.
Natalie: Met Engels en bijvoorbeeld Pools kun je twee kanten op.
Iris: In Nederland krijg je automatisch een goede basiskennis van het Engels. Bij geschiedenis krijgen wij bijvoorbeeld alleen maar Engelstalige teksten. Dat het Hongaars maar een klein taalgebied is schrikt mij niet af, nee.
Mirjam: Bovendien zullen de Oost-Europeanen op een gegeven moment hetzelfde niveau van het Engels hebben als wij.
Judith: Met de kennis van de taal leer je ook de culturele achtergrond van de mensen kennen.
Olwin: Ook als je bij een multinational wilt werken moet je de taal van het land spreken. Bij een multinational moet je met een zeker niveau van de taal binnenkomen.
Iris: Maar als ik slecht Hongaars spreek en zij goed Engels, dan draaien we het om.
Kunnen jullie voorbeelden geven van wanneer kennis van de taal echt belangrijk was?
Mirjam: Om deel te kunnen nemen aan de Hongaarse samenleving was kennis van het Hongaars voor mij wel belangrijk, voor de integratie dus. Maar dat lukte nog niet.
Judith: Als je Tsjechisch spreekt leer je de Tsjechen wel kennen. Je kunt begrijpen waarom ze een bepaald standpunt innemen. Taal komt met alle achtergronden.
Natalie: En op vakantie kun je je veel beter redden natuurlijk!
Olwin: Maar ik ben ook blij dat ik de Roemeense kranten kan begrijpen. Engelstalige kranten geven toch alleen maar globale informatie over Roemenië.
Judith: En Engelstalige internetsites geven de informatie via een omweg. Ik lees liever rechtstreeks de Tsjechische kranten en luister liever rechtstreeks naar de Tsjechische radio.
Mirjam: Wat het Hongaars betreft kun je het nooit zó leren dat je de kranten leest zoals de Hongaren ze lezen.
Op de universiteiten wordt steeds meer Engels gebruikt. Dat kost tijd. Zijn jullie niet bang dat dat ten koste gaat van jullie eigen nieuwe taal? Kunnen jullie nog een acceptabel niveau halen?
Judith: Dit kan inderdaad de kleine talen verzwakken, maar het geeft aan de andere kant ook native speakers die hier willen komen doceren een kans. Tsjechen kunnen dan gastcolleges geven in het Engels.
Natalie: Voor het leren van de Poolse taal hadden wij hier grammaticaboeken in het Engels. Dat was niet fijn en het kostte veel tijd, want alles ging via een omweg. Via het Engels dring je moeilijker door tot het Pools.
Judith: Een Tsjechisch-Nederlands woordenboek is er ook niet, alleen een Tsjechisch-Engels. Er zijn wel woordenboeken Engels-Tsjechisch en Duits-Tsjechisch, maar die zijn voor de Tsjechen zelf. Dat is inderdaad een handicap, want vijf keer zoeken voor hetzelfde woord vertraagt enorm.
Natalie: Nederlands-Pools is er ook geeneens.
Iris: Een overkoepelende taal is nodig, hoor, maar een vreemde taal leren kun je beter vanuit het Nederlands doen. Binnen de studie: liever Nederlands.
Natalie: Ja, je moet wel heel goed Engels kunnen om vanuit het Engels Pools te leren. Je moet bijvoorbeeld alle grammaticale termen in het Engels weten.
Olwin: Nou ja, als alles in het Engels gaat, went dat ook wel. Ik heb een Nederlands-Roemeens woordenboek, maar het Engels-Roemeens woordenboek is beter.
Judith: Het blijft een beetje behelpen. Het Tsjechisch-Engels woordenboek wordt aangeraden, het zou beter zijn dan het Tsjechisch-Duits.
Met de uitbreiding van de Europese Unie zal er een enorme proliferatie van talen ontstaan, het Babylonisch Europa. Is die veeltaligheid goed, of moeten we juist toe naar één taal?
Judith: Het respect voor de cultuur van de ander moet natuurlijk blijven. Respect voor de taal van de ander blijft belangrijk, want naties ontlenen hun identiteit aan hun taal. Maar de internationale communicatie moet in één taal plaatsvinden.
Iris: Ja, die communicatie moet in een en dezelfde taal. Het Engels is nu al de koepeltaal. Er is dan geen tolk of vertaling nodig.
Olwin: We gaan langzaam maar zeker over op één taal, dat gaat vanzelf. Engels kunnen wordt vanzelfsprekend.
Natalie: De Oost-Europese talen zullen niet verdwijnen. De belangrijke EU-teksten moeten in het Engels, maar teksten op eigen intiatief in de eigen landstaal vertalen kan natuurlijk altijd.
Olwin: Ja, zo moet de grondwet van de EU zeker vertaald worden in de eigen landstaal.
Iris: Je hoeft dat niet op te leggen, ieder land is zelf verantwoordelijk voor de communicatie naar de eigen burgers.
Is de taal die je nu bestudeert van belang voor je verdere carričre?
Olwin: Ik zit al in de eindfase van mijn studie, maar zeker, zo'n taal geeft je zeker meerwaarde op de arbeidsmarkt. Je onderscheidt je ermee. Met kennis van een kleine taal neem je een positieve inbreng mee. Een heleboel mensen spreken al Spaans of Engels, maar met een kleine Oost-Europese taal breng je toch iets aparts mee.
Natalie: Ik heb niet zo'n niveau in het Pools dat het een rol kan spelen. Daarvoor zou ik er ook nog een jaar gewoond moeten hebben.
Judith: Ja, ik wil mijn Tsjechisch wel graag gaan gebruiken. Ik wil me helemaal richten op Centraal-Europa. Tsjechië biedt perspectief, want bedrijven willen daar investeren.
Iris: Ik ben nu nog erg op geschiedenis gericht. Ik weet het verder nog niet. Ik ga eerst deze zomer maar eens naar Hongarije. Toch zou het Hongaars wel een rol kunnen gaan spelen in mijn carričre.
Olwin: Om er echt iets mee te kunnen, moet je erin doorgaan. Maar ik heb al profijt gehad van mijn Roemeens. Ik heb een baantje bij de busonderneming Eurolines. Dat kreeg ik vanwege mijn kennis van het Roemeens.
Natalie: Ik wil hier in Nederland blijven.
Judith: Nee, ik zal mij ook niet definitief in Tsjechië vestigen.
Olwin: Ik ga voor mijn scriptie een tijdje naar Roemenië en dan zie ik het wel.
Iris: Ik voel mij niet gebonden aan Nederland.
Mirjam: Ik wil terug naar Hongarije!