Het Letse voetbal

Onno Bus

De geschiedenis van het Letse voetbal gaat terug tot de jaren kort voor de Eerste Wereldoorlog. In de loop van de negentiende eeuw waren in de hoofdstad Riga en elders in Letland allerlei sportverenigingen ontstaan. Er bestond toen nog geen onafhankelijk Letland, maar er waren wel Letten die aan sport deden. Andere nationaliteiten droegen eveneens bij aan de opkomst van sport in de Letse gebieden.

De Engelsman Harold Hall richtte in 1907 de eerste voetbalvereniging van Letland op. In Riga begon hij toen met de British Football Club, later omgedoopt tot Britannia FC. Al snel volgden Duitse inwoners van Riga het voorbeeld met SV Kaiserwald en RV Union. In 1909 werd de belangrijkste Letse voetbalclub buiten Riga opgericht: Olimpija Liepaja. Riga kende tot de Eerste Wereldoorlog een stedelijk kampioenschap.

In 1920 erkende ook de Sovjet-Unie de zelfstandigheid van Letland. De Letse Voetbal Federatie (Latvijas Futbola Federacija, LFF) begon haar werkzaamheden in 1921. Er kwam een nationale competitie, die bestond tot 1940.

In 1923 sloot de LFF zich aan bij de wereldvoetbalbond, de FIFA. Inmiddels had Letland een interland gespeeld. Op 24 september 1922 eindigde een wedstrijd tegen Estland in Riga met 1-1. De in 1923 gehouden interland Estland-Letland werd ook 1-1.

Letland trad toe tot het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en in 1924 verscheen er voor het eerst een Letse ploeg op de Spelen. De eenmalige Olympische voetbalwedstrijd was Letlands derde interland. Later in 1924 won het Letse nationale elftal voor het eerst een interland, in en tegen Litouwen.

In 1928 won Letland het eerste toernooi om de Baltische beker. Het versloeg zowel gastland Estland als Litouwen. Tot 1940 speelde Letland in totaal 99 interlands. De meeste daarvan gingen tegen Estland of Litouwen.

Dat is nog zo. Finland, Zweden en ook Polen speelden regelmatig tegen Letland. Wedstrijden tegen andere landen waren uitzonderlijk. Letland speelde maar twee keer tegen Duitsland en nooit tegen Nederland.

De voorlopig laatste interland speelde Letland opnieuw tegen Estland. De wedstrijd in Tallinn was op 18 juli 1940, een maand nadat het Rode Leger de Baltische landen was binnengetrokken. Na de zomer van 1940 was het voor sporters uit Letland, Litouwen en Estland niet meer mogelijk om in een eigen nationale ploeg aan internationale wedstrijden mee te doen. Velen van hen kwamen uit voor de ploeg van de Sovjet-Unie, tussen 1952 en 1988 meestal ook bij de Olympische Spelen.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 herstelde Letland zijn onafhankelijkheid. Het sloot zich toen, evenals Estland en Litouwen, opnieuw aan bij internationale sportorganisaties.

Na ruim 50 jaar kon Letland eindelijk zijn honderdste interland spelen. Op 8 april 1992 ontving Roemenië de Letten en won met 2-0. De eerste serieuze plaatsingswedstrijd, voor het WK van 1994, volgde op 12 augustus 1992. Letland-Litouwen werd 1-2. Inmiddels heeft Letland meer dan 220 interlands gespeeld, tegen ploegen uit de hele wereld. Van Brazilië tot Kazachstan.

Omhoog
Terug naar archief