Opstand van Warschau tot mislukken gedoemd

Malgorzata Bos-Karczewska

Op 6 juni zullen de geallieerden uit de Tweede Wereldoorlog voor de zestigste maal de landing in Normandië (D-day) herdenken. In Polen echter zijn de voorbereidingen in volle gang om op 1 augustus de Opstand van Warschau te herdenken. Dit jaar is het zestig jaar geleden dat de bevolking van Warschau tegen de nazi's in opstand kwam.

In 1944 vocht de Armia Krajowa, met 40.000 tot 50.000 man alleen al in Warschau het grootse ondergrondse verzetleger in Europa, 63 dagen lang in de straten van Warschau tegen de Duitsers. De inzet van de strijd was de controle over de stad voordat de Sovjets haar in zouden nemen.

Het Rode Leger stond immers al aan de rechteroever van Wisla en keek toe. Warschau was zonder tussenlanding onbereikbaar voor de vliegtuigen van de geallieerden, zodat wapens en voedsel niet aangevoerd konden worden. De Armia Krajowa vocht een oneerlijke strijd van pistolen tegen tanks.

Op 2 oktober 1944 moesten de opstandelingen capituleren. Als wraak zetten de nazi's speciale brandcommando's aan het werk die voortvarend te werk gingen: zeventig procent van de stad werd in de as gelegd. Pas op 17 januari 1945 werd Warschau door de Sovjettroepen ingenomen.

Voor Polen is de Opstand van Warschau een van de belangrijkste momenten in de Tweede Wereldoorlog. De opstand kostte aan 200.000 burgerslachtoffers en 10.000 soldaten van de Armia Krajowa het leven. Bovendien was het mislukken van de opstand het begin van de Sovjetbezetting van Polen.

In het communistische Polen was het taboe om over de opstand van Warschau te spreken. Het zou een onverantwoord staaltje van avonturisme van de Poolse regering in ballingschap in Londen en de Armia Krajowa geweest zijn. Dit beeld is pas in 1989 hersteld. Toen schafte men ook de viering van 9 mei, de dag van Overwinning op nazi-Duitsland, af. Deze feestdag was opgelegd door de Sovjet-Unie.

'Het is een verhaal dat nooit goed verteld is,' aldus de Britse historicus Norman Davies in zijn monumentale studie Rising '44 - The battle for Warsaw. En inderdaad, wie buiten Polen weet van deze slag uit de Tweede Wereldoorlog? In het beste geval wordt de slag verward met Opstand van het getto van Warschau in 1943. Deze leemte in de westerse geschiedschrijving wordt nu opgevuld door Davies, die eerder al bestsellers als Europe, The Isles en Microcosm en God's Playground publiceerde.

Rising '44 - The battle for Warsaw is niet zomaar een geschiedenisboek over de Opstand. In 750 pagina's doet Davies alle facetten van de opstand uit de doeken. Het boek bestaat uit drie delen.

In het eerste deel, Before the Rising, gaat de aandacht uit naar de opstelling van Churchill en Roosevelt tegenover Polen. De Amerikanen hadden de Poolse kwestie aan de Britten overgelaten en de Britten op hun beurt vertelden de Polen rechtstreeks zaken te doen met Stalin. De Polen in Londen waren verdeeld over een mogelijke opstand in Warschau en uiteindelijk gaven ze de leiding van de Armia Krajowa carte-blanche.

Het tweede deel, The Rising, bevat veel kaderteksten met ooggetuigenverslagen van de opstand. Davies beschrijft de hopeloze strijd in de straten van Warschau, maar hij probeert ook de ontwikkeling van de besluitvorming en de beweegredenen van de leiders van de geallieerden tijdens de opstand weer te geven. Opvallend is de ondervraging van Churchill door het Britse Lagerhuis op 26 september 1944 over de zeer beperkte hulp aan de vechtende Polen. Voor de reconstructie van de overwegingen van Stalin moest Davies het zonder de belangrijkste sovjetbronnen stellen.

In het derde deel, After the Rising, worden onder andere het lot van de opstandelingen en exodus van meer dan half miljoen burgers uit het brandende Warschau beschreven. En passant meldt Davies dat de opstand nooit op de agenda van het Neurenberg Tribunaal is geplaatst. Het boek wordt met een Interim Report, waarin ook Davies' conclusies staan, afgesloten.

Davies schrijft met passie en met veel sympathie over het complexe lot van Polen. Dit kwam al naar voren in God's Playground, dat inmiddels een klassiek naslagwerk over de Poolse geschiedenis is geworden.

Wat is de betekenis van Rising '44 - The battle for Warsaw? 'Dit is wederom een geschenk van Davies aan Polen,' schreef de Poolse krant Rzeczpospolita. De Opstand van Warschau in 1944 zit in het collectieve bewustzijn van de Poolse natie, maar dan wel in het vakje 'in de steek gelaten door de westerse geallieerden'.

Een kleine groep Poolse critici beschouwt de opstand nog steeds als een onverantwoorde onderneming van de Poolse regering in Londen en de bevelhebbers van het ondergrondse Poolse verzet. 'Warschau heeft door de opstand de bloem van de Poolse jeugd en alle culturele erfgoed verloren,' vertelde Krzysztof Skubiszewski, minister van Buitenlandse Zaken in de regering Mazowiecki (1989-1990), mij onlangs. Hij was benieuwd naar het oordeel van Davies en hij hoopte op een afkeuring van de opstand, net zoals Davies dit in God´s Playground deed.

In zijn nieuwe boek erkent Davies weliswaar de grote inschattingsfouten van de Poolse regering in ballingschap om zonder volledige medewerking van de westerse geallieerden de Opstand te laten geschieden. Hun moed past in de Poolse traditie van opstanden; net als in 1774, 1830-1831 in 1863 gokten de Polen verkeerd en verloren de strijd. De Opstand van Warschau was militair gezien de volgende Poolse mission impossible.

Maar in dit boek plaatst Davies de opstand in een breed perspectief. 'Het tragische mislukken van de Opstand van Warschau kan niet alleen aan Poolse inschattingsfouten toegeschreven worden.' Zijn betoog berust in de kern op de constatering dat Polen een onderdeel van de 'Grote Alliantie' was. Daarom typeert hij Polen consequent als de 'eerste bondgenoot' die sinds 1939 in alliantie met Groot Brittanië was.

De Polen waren zich bewust van de risico's, maar de toezeggingen van Churchill en Roosevelt verzekerden hen dat ze geen gok in het wilde weg waagden, aldus Davies. De verantwoordelijkheid legt hij bij de westerse geallieerden: 'De houding van het geallieerde bondgenootschap was bepalend in deze catastrofe.'

Behalve de halfslachtigheid van de westerse geallieerden hekelt Davies het ontbreken van een coherente strategie in de omgang met de Sovjet Unie, hun machtige bondgenoot in het Oosten. Hun prioriteiten lagen ook elders. Polen was voor de geallieerden een pain in the neck, want ze hadden de medewerking van Stalin op andere fronten nodig. Uiteindelijk gaven zij Stalin de ruimte voor een harde opstelling tegen Polen: Stalin kon de opstand bewust laten mislukken en later de oostgrens van Polen aan de rivier Boeg bepalen.

De gevolgen waren dramatisch, niet alleen vanwege het verlies van zo veel mensenlevens en de vernietiging van de stad Warschau, maar ook omdat de opstand een belangrijke rol speelde in het ontstaan van de Koude Oorlog, concludeert de auteur. In 1945 werd slechts één tiran uit Europa verwijderd en werd de bevrijding van Centraal- en Oost-Europa met bijna vijftig jaar uitgesteld. De historicus Davies rekent af met wat hem al jaren dwars zit: de dubbelhartigheid van het Westen rond het midden van de vorige eeuw.

Omhoog
Terug naar archief