Polen

Malgorzata Bos-Karczewska

Op 13 juni deden de Polen als kersverse EU-burgers voor het eerst mee aan de verkiezingen voor het Europese Parlement. Helaas was Europa in de verkiezingscampagne ver te zoeken. De diepe politieke crisis die het land sinds maart teistert, wierp haar schaduw over het gebeuren. Politici beschouwden de verkiezingen van 54 Poolse europarlementariërs als de ouverture tot vervroegde nationale verkiezingen.

Net als elders in Europa wist ook in Polen de oppositie de meeste stemmen te trekken. 'Rechts heeft gewonnen', kopte de zakenkrant Rzeczpospolita. Het conservatief liberale Burgerplatform van Jan Maria Rokita won met 24% van de stemmen. De eurosceptische Samo-obrona (Zelfverdediging) van Andrzej Lepper bleef duidelijk achter. De populist Lepper eindigde de race naar Straatsburg op een teleurstellende vierde plaats met 11%.

Lepper was vorig jaar nog tegen de EU. Nu riep hij als een ware kameleon zijn aanhang, de boeren, op om formulieren voor EU-subsidies in te vullen, eiste meer EU-geld voor Polen en natuurlijk gelijke behandeling. Het verlies van Lepper is in Polen met opluchting ontvangen. Lepper en zijn 'wit-roden' (de kleur van deze partij) bleken minder gevaarlijk dan tot voor kort gedacht werd.

Veel consternatie daarentegen veroorzaakte de tweede plaats voor de 'zwarten': 16% van de stemmen ging naar de extreemrechtse katholieke Liga van Poolse Gezinnen van Roman Giertych. De Liga wist Leppers partij af te troeven door consequent te blijven hameren op de afwijzing van het EU-lidmaatschap onder de leus 'Gisteren Moskou, vandaag Brussel'.

Op de derde plaats met circa 13% belandde de rechts-nationalistische PiS (Recht en Rechtvaardigheid) van Jaroslaw Kaczynski. De regerende SLD-UP coalitie kreeg nog verrassend veel stemmen: 10%. De Boerenpartij (PSL) kreeg 6%, waardoor bijna zijn hele top naar Straatsburg afreist.

Goed nieuws was er ook voor de Vrijheidsunie (UW), die met 7,3% een comeback maakt op de (Europese) politieke bühne. De UW opereert sinds 2001 buiten het parlement. De kopstukken van deze partij in het Europarlement zijn Jan Kulakowski, voormalig onderhandelaar van Polen met de EU, en professor Bronislaw Geremek, oud-minister van Buitenlandse Zaken. Ook het politieke leven van de nieuwe sociaal-democratische partij van Marek Borowski is gered. De SDPL haalde net de kiesdrempel van 5%.

De afstraffing van de regeringspartijen en de opkomende euroscepsis deelt Polen met de rest van de Europese Unie. Maar Polen en ook Slowakije onderscheiden zich van de rest door hun zeer lage opkomstcijfers van respectievelijk 21% en 17%. Hiermee is een nieuwe diepterecord gevestigd; het oude van 24% stond op naam van het Verenigd Koninkrijk tijdens de Europese verkiezingen in 1999. De opkomst vindt men in Polen zelf beschamend laag.

President Alexander Kwasniewski verweet de Poolse burgers onvolwassenheid. Maar deze uitkomst was te verwachten in het verlengde van de politieke crisis die Polen al maanden in haar greep houdt. De Polen hebben schoon genoeg van hun politici.

De afkeer is groter dan ooit. 'Deze verkiezingen zijn eigenlijk een les in deemoed voor politici', concludeert de bekende Poolse commentator Piotr Winczorek in Rzeczpospolita. Men is gewaarschuwd: ook bij de aanstaande landelijke verkiezingen wacht Polen een lage opkomst.

In Nederland is veel geklaagd over de overheidscampagne 'Europa, best belangrijk', maar het is pijnlijk dat de Poolse overheid zo weinig deed aan voorlichting over deze historische verkiezingen. Opvallend was dat uitgerekend de Poolse bisschoppen aan de vooravond de kiezers opriepen toch vooral te gaan stemmen!

De campagne was bijzonder saai en slap. Desinteresse in Europa speelde de gevestigde partijen parten. Hun hoofden zijn vol van de binnenlandse crisis. De meeste politieke partijen wilden hun geld en energie sparen voor het ware gevecht in de komende vervroegde landelijke verkiezingen. Hiermee hebben ze zelf het Europarlement in de ogen van de burgers tot een tweederangsparlement gedegradeerd.

Die burgers weten nu ook dat leden van het EP zeer hoge toelages wachten van meer dan 2000 euro per maand plus alle mogelijke vergoedingen. De partij van de populist Lepper verkocht de verkiesbare zetels voor meer dan 5000 euro per stuk. Daarmee werd de dure campagne van Zelfverdediging deels terugverdiend.

Bovendien vonden de verkiezingen plaats in een kennisvacuüm over Europa. De hoofdleus was eigenlijk: 'Ga op ons stemmen en we zorgen voor een goede behartiging van de Poolse belangen in Europa!' Niemand nam de moeite om het functioneren van het Europees Parlement uit te leggen met als gevolg dat 'er voor de Pool geen verschil is tussen de rol van de Sejm en die van het Europarlement', aldus Marek Czaplicki, onderzoeker aan het Instituut voor Publieke Zaken te Warschau.

De belangrijkste issues in de oude lidstaten, de kwestie van de Grondwet, de toetreding van Turkije tot de EU en de oorlog in Irak, speelden in Polen geen rol. De Poolse issues waren meer economische groei, bestrijding van de hoge werkloosheid (20%) en vooral meer invloed in Europa en meer geld uit Brussel.

Onwetendheid over de Europese integratie was de grootse gemene deler van deze verkiezingen; EU-beleidskwesties waren de Poolse kandidaten voor het Europarlement onbekend en de kiezer vroeg er niet naar. 'Politieke partijen hebben ook geen eigen visie op het Europese beleid en weten niet hoe verder hun partijprogramma in het Europees Parlement uit te voeren', aldus Czaplicki.

De kandidaten konden bijna alles onbestraft beloven. De kennis van de EU en de Europese integratie is nihil. De meeste Polen is het ontgaan dat de politieke partijen niet een nationale fractie in Straatsburg vormen, maar zich formeren naar politieke kleur.

Op een paar verlichte geesten na weet niemand hoe de EU en het Europees Parlement werken. Daarbovenop komt dat Polen geen visie op de eigen rol in de EU heeft, behalve enkele hoogmoedige kreten als 'Wij willen een actieve EU-speler zijn'.

Betekent dit dat de Polen zich van Europa afwenden? Nee, maar voor hen blijft de EU vooralsnog een abstract begrip. De enige onbetwiste conclusie is dat deze verkiezingen veel te vroeg plaatsvonden, slechts anderhalve maand na de toetreding tot de EU.

Omhoog
Terug naar archief