Al-Qaida-connecties op de Balkan
Edwin Bakker
De laatste maanden verschijnen met regelmaat publicaties over de vermeende aanwezigheid van - direct of indirect - met al-Qaida verbonden groeperingen op de Balkan. Het betreft hier de signalering van individuele terroristen, al dan niet op doorreis, en aantijgingen dat de Albanese 'bevrijdingsbewegingen' in Kosovo en Macedonië met dit netwerk verbonden zouden zijn (geweest).
Daarnaast stapelen de openbaarmakingen zich op over westerse steun aan diverse islamistische organisaties, dat wil zeggen organisaties die een radicale politieke islam vertegenwoordigen, in de periode 1992-2001. Hoewel sommige artikelen, boeken en mediaberichten een dubieuze achtergrond hebben, zoals die van nationalistische Serviërs en (pro-)Israëlische auteurs die zich fel tegen radicale moslimorganisaties keren, was en is er nog steeds wel degelijk sprake van aanwezigheid van al-Qaida op de Balkan.
Wat Bosnië betreft is algemeen bekend dat vanaf 1992 individuen en organisaties die tegenwoordig tot het al-Qaida-netwerk worden gerekend, hier actief waren. Het ging hierbij in eerste instantie om strijders, ook wel mujahedeen of jihadisten genoemd, die tijdens de burgeroorlog aan de zijde van de Bosnische moslims vochten.
Hun aantal is onduidelijk. Schattingen lopen uiteen van een paar honderd tot enkele duizenden, waarbij de lage schatting waarschijnlijker is dan de hoge. Een deel van deze mujahedeen of jihadisten werd onder leiding van Tsjetsjenië- en Afganistan-veteranen getraind in kampen in midden-Bosnië, waar overigens niet alleen voor de strijd in Bosnië geoefend werd.
Na de oorlog probeerden islamistische organisaties, met de Koran in de ene hand en een grote zak geld in de andere, het land te 'herislamiseren'. De meest zichtbare uitingen hiervan zijn de vanuit de Golfregio gefinancierde moskeeën in het land.
Of de acties van islamisten tot meer dan een hoop nieuwe minaretten heeft geleid, is onduidelijk. De vrijzinnige Bosnische versie van de islam lijkt op het eerste gezicht geen goede voedingsbodem voor de orthodoxe en radicale wahhabitische en salafistische benaderingen van de islam.
Dat er desondanks in het land lieden rondlopen die tot deze stromingen gerekend kunnen worden, blijkt uit diverse arrestaties van potentiële en daadwerkelijke terroristen. De meeste van hen hebben echter een niet-Bosnische achtergrond.
Dit geldt bijvoorbeeld voor zes Algerijnen die een maand na '9/11' werden opgepakt op verdenking van het beramen van aanslagen op in Bosnië gelegerde Amerikaanse SFOR-soldaten. Deze zes zijn vervolgens, als een van de weinige in Europa opgepakte 'strijders', afgevoerd naar Guantanamo Bay. Een tweede voorbeeld is dat van een jonge Eindhovenaar van Marokkaanse komaf die, na bij een islamistische organisatie in Bosnië stage te hebben gelopen, op weg naar een trainingskamp in Kasjmir door Indiase grenstroepen werd gedood.
Een tweede regio op de Balkan waar al-Qaida en islamisten hun gezicht hebben laten zien is Kosovo. Recent is opnieuw bericht over vermeende banden tussen het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK) en deze groeperingen.
Tevens komt er steeds meer informatie naar boven over de steun van het Westen aan het UCK, waarvan al ver vóór de Kosovo-crisis in 1999 bekend was dat deze zowel verbonden was met de georganiseerde misdaad als met islamistische groeperingen. Het ging hierbij in het bijzonder om steun vanuit de Verenigde Staten, Australië en Duitsland in de periode midden jaren negentig tot twee jaar voor '9/11'.
Zo zou volgens een recente uitzending van de Duitse tv-zender ZDF de Bundesnachrichtendienst contacten hebben onderhouden met het UCK en deze organisatie zelfs mogelijk jarenlang hebben ondersteund. Deze beweringen zijn allerminst nieuw, maar het bewijs hiervoor lijkt zich zes jaar na de 'bevrijding' van Kosovo op te hopen.
Relevanter voor dit moment is de invloed van islamisten op delen van de moslimbevolking van Kosovo. Zij zouden voet aan de grond hebben gekregen in Prizren, van waaruit zij zich vooral met rekrutering en smokkel bezighouden. Ook elders in deze provincie zijn islamisten actief. Dat hun aanwezigheid de vrede in de regio bepaald niet bevordert bleek in maart vorig jaar na een dodelijk incident in de gedeelde stad Mitrovica.
Bij de georkestreerde rellen speelden naast Albanese extremisten ook islamistische groeperingen een rol. De rellen leidden niet alleen tot een verstoring van het 'vredesproces', maar ook tot dodelijke slachtoffers. Onder hen zouden ook buitenlandse islamistische agitatoren zijn; althans dat is de conclusie van veiligheidsexperts die dit afleiden uit het feit dat een aantal lijken door niemand geclaimd werd, iets dat in de Kosovaarse familiesamenleving praktisch nooit voorkomt.
In het naburige Macedonië bestond vorig jaar de islamistische dreiging onder andere uit pogingen van terroristen om dit land als springplank te gebruiken voor aanslagen in Griekenland tijdens de Olympische Spelen. Mede dankzij betere samenwerking tussen Macedonië, Albanië en Griekenland, en met hulp van de Verenigde Staten, zou deze dreiging na een aantal gerichte acties zijn weggenomen.
Macedonië is nog wel steeds een land waar regelmatig terroristen op doorreis zijn, al dan niet vanwege smokkel in wapens, drugs en personen. Veel etnische Macedoniërs vrezen dat het islamistisch terrorisme Macedonië niet alleen als springplank en als transitland gebruikt, maar tevens probeert te rekruteren onder de moslimbevolking.
De mogelijkheid dat het Macedonische UCK net als het Kosovaarse UCK niet van al-Qaida-smetten vrij zou zijn maakt deze angst niet geheel ongegrond. Vooralsnog zijn er echter geen concrete en geloofwaardige meldingen dat groeperingen binnen de Albanese, Turkse en Bosniakkische minderheid in Macedonië open staan voor het islamistische gedachtegoed.
Maar is dat misschien een kwestie van tijd? Zullen islamisten en terroristen in Macedonië, Kosovo, Bosnië en andere delen van de Balkan op een gegeven moment toch voet aan de grond krijgen? En is de Balkan toch niet een vrijhaven voor islamistische terroristen die vanuit deze regio het Westen willen aanvallen?
Het is onmogelijk een goed onderbouwde inschatting van de ontwikkelingen te geven. Duidelijk is wel dat de Balkan een niet onaanzienlijke rol heeft gespeeld als strijdtoneel en plek waar terroristen kennis en kennissen hebben opgedaan. Een aantal Bosnië-veteranen vervult tegenwoordig een rol in het opzetten en onderhouden van netwerken elders in Europa.
Ook is de Balkan voor islamistische terroristen geen onbelangrijke doorvoerroute van wapens, drugs en personen. Daarnaast biedt de aanwezigheid van hulpbehoevende moslimgemeenschappen de islamisten een goede dekmantel voor 'liefdadigheidsorganisaties' om in het gebied actief te zijn. Dat de activiteiten van deze organisaties zich niet beperken tot alleen vredelievende projecten is ook duidelijk.
Maar spelen veel van deze zaken niet ook in West-Europese landen? Denk aan Frankrijk waar ten minste tientallen islamistische veteranen rondlopen en waar volop voor de strijd in Irak wordt gerekruteerd (het aantal 'Fransen' dat in Irak als martelaar is gestorven is niet meer op de vingers van een hand te tellen).
Denk aan Duitsland dat Mohammed Atta, de leider van de operaties op 11 september, leverde. Denk aan Nederland waar de overheid islamistische organisaties die openlijk of heimelijk de gewapende jihad steunen, aan banden moet leggen.
Tegen deze achtergrond moet de conclusie zijn dat de Balkan gewoon een van de vele plekken is die tot het werkterrein van islamisten en het al-Qaida-netwerk behoren. Gelet op de door oorlog verdeelde en getraumatiseerde samenlevingen, de vele slecht bewaakte grenzen en de relatieve onervarenheid van veelal zwakke overheden met dit type terrorisme is er alle reden om extra bezorgd te zijn.