Hollandse huizenjacht
Edwin Bakker
De dag nadert dat er geen dorp in Hongarije meer is waar géén Nederlander woont. Samen met onze oosterburen en de Oostenrijkers hebben Nederlanders zich in de afgelopen jaren op de Hongaarse woningmarkt gestort.
Vooral ten westen van de Donau, in het bijzonder in de regio Baranya en rond het Balatonmeer, vind je dorpen met tientallen Duitse en Nederlandse huizen. Vaak zijn deze direct te herkennen omdat ze beter onderhouden zijn en de Hongaarse gribus rond het huis ontbreekt.
Met name de langgerekte authentieke huizen met veranda en de typische pilaren zijn erg populair. Naar schatting enkele tienduizenden Nederlanders hebben inmiddels belangstelling getoond en enkele duizenden hebben daadwerkelijk een Hongaars huis gekocht.
De eersten die zich na de val van de muur op de markt voor deze panden waagden hebben de mooiste huizen en plekjes voor een habbekrats kunnen kopen, maar zij hebben veel energie moeten steken in het uitzoeken van regels, de strijd met de bureaucratie en het voldoen aan allerlei juridische eisen. Bijzonder belemmerend was een regeringsbesluit uit het begin van de jaren negentig dat de aanschaf van onroerend goed door niet-Hongaarse staatsburgers verbond aan toestemming van het Ministerie van Financiën. Dit proces tot aanschaf ging erg moeizaam en vaak wees het ministerie het verzoek van de buitenlanders af. Tegen dit besluit was geen beroep mogelijk.
Maar het idee van een huisje in Hongarije bleef trekken en de Duitsers, Oostenrijkers en Nederlanders bleken creatief. Met behulp van lokale partners en de eerste postcommunistische makelaars werd gebruikgemaakt van de mogelijkheid deze restrictie te omzeilen door het oprichten van vennootschappen van buitenlanders en in Hongarije geregistreerde rechtspersonen. Via deze en andere mazen in de wet konden niet-Hongaren toch hun droomhuis kopen.
Mede dankzij (de voorbereiding op) het EU-lidmaatschap is er vanaf het midden van de jaren negentig veel veranderd op de Hongaarse huizenmarkt. Zo is sinds 1996 de oprichting van een vennootschap niet meer noodzakelijk.
Wel zijn er nog een aantal beperkingen, zoals een verklaring van de burgemeester dat de aanschaf door de buitenlander niet in strijd is met de belangen van de gemeente en geen eventuele andere publieke belangen worden geschaad. Meestal hebben tussenpersonen al naar de mening van de burgemeester gevraagd en vormt deze bepaling geen echte barrière voor westers woongenot langs de oevers van het Balatonmeer, op de heuvels rond Boedapest of op de uitgestrekte poesta.
In sommige gevallen, bijvoorbeeld als het onroerend goed als 'primaire woonplaats' gaat dienen, is de toestemming van burgemeester of provincie zelfs helemaal niet meer vereist. Ook zijn hinderlijke verplichtingen op het gebied van deviezen en financiering, zoals de omwisselverplichting, beëindigd.
Nog beter nieuws voor potentiële kopers die niet eerst een cursus Hongaars willen doen en zich niet in wet- en regelgeving willen storten, is de opkomst van Duits-, Engels- en zelfs Nederlandstalige bemiddelaars. In het laatste geval gaat het vaak om Hongaren die tijdens de Koude Oorlog in Nederland woonden en na de Wende naar Hongarije terugkeerden.
Daarnaast zijn er meerdere Nederlanders die - uit liefde voor het land, voor hun Hongaarse partner, of beide - in Hongarije beland zijn en hun ervaring met het kopen van een woning ten dienst stellen aan landgenoten. De officiële bemiddelaars onder hen hebben een Hongaars makelaarsdiploma en beschikken over professionele websites die het mogelijk maken vanuit Nederland de huizenjacht te openen.
Nog belangrijker zijn de kennis van de tussenpersonen van een bepaalde streek en vooral hun contacten om huizen in de verkoop te krijgen. Dit laatste valt op het platteland niet altijd mee. Er staat veel leeg, maar wat leeg staat is niet altijd te koop. Families zijn gehecht aan het huisje van oma met de tuin waarin ze in het weekend kunnen wroeten. Soms wachten ze op nog betere tijden om hun huis aan een 'rijke' buitenlander te slijten.
De prijsstijging gaat met veel ups en af en toe een down. De tijd dat je voor een paar duizend - toen nog - gulden aan een leuk huisje kon komen, zijn definitief voorbij. In de bekende toeristenregio's en in Boedapest zijn de prijzen al op een westers niveau.
Maar Hongarije is groot en in de heuvels in het noorden van het land, de Cserhat en de Matra, is nog veel moois voor relatief weinig geld te koop. Dat geldt ook voor de poesta, waar de huizen bovendien meer grond hebben. Een eigen abrikozenboomgaard of weide voor paarden behoren nog steeds tot de mogelijkheid voor mensen die een bedrag van rond de twintigduizend euro kunnen besteden.
Maar dan is er vaak nog veel te doen, vooral op sanitair gebied. Het buiten poepen is op het Hongaarse platteland beslist nog niet uitgestorven. Ook koken doet men liever ver weg van woon- en slaapkamers. Zo kleven er wel wat praktische bezwaren aan het Hongaarse droomhuis. Want hoe ga je verbouwen in een land waarvan je de taal niet spreekt en waar je met Duits en Engels niet overal terecht kunt? Wie houdt je mooie boomgaard een beetje netjes en wat gebeurt er met het paard na je vakantie?
Gelukkig zijn er net zoveel creatieve oplossingen als lastige vragen. Dé oplossing is, zoals overal en altijd, goed contact met je Hongaarse buren. En die staan in het algemeen niet negatief tegenover de komst van Nederlandse Hongarije-liefhebbers. Daarnaast verlenen veel bemiddelaars ook allerlei diensten waardoor je met gerust hart de deur achter je kunt sluiten.
Maar dan komt het allergrootste nadeel van een huis of boerderijtje in Hongarije: de terugweg. Die is behalve lang ook de weg die je doet verplaatsen van het rustige, vriendelijke en zonnige Hongarije naar het drukke, jachtige en vaak regenachtige Nederland.
Hongaarse huizen op het web
De eerste website is niet commercieel, de volgende drie zijn halfcommercieel (van liefhebbers die amper op een verkoop verdienen) en de laatste drie zijn commercieel.