'Kameraden, dat hebben jullie weer mooi voor elkaar'
László Marácz
Vijftien jaar na de val van het communisme zijn er in Hongarije nog maar weinigen die met nostalgie terugkijken naar het communistische verleden. In Hongarije is ostalgie geen mode geworden. Hongaren zullen hun best doen om de buitenstaander uit te leggen dat er voorgoed een streep onder het communisme is gezet.
Het is in Hongarije bij wet verboden om symbolen van dictatoriale regimes te gebruiken. Op kleding of in het straatbeeld mogen de communistische symbolen, de vijfpuntige rode ster en de hamer en sikkel, niet meer gepopulariseerd worden, net zo min overigens als het hakenkruis van het nationaal-socialisme. Wie zich inlaat met dergelijke uitingen van ostalgie riskeert een zware boete of zelfs gevangenisstraf.
Ook het gestaalde linkse residu van de oude Hongaarse Communistische Partij, de Munkáspárt (Arbeiderspartij), lijkt niet meer op haar voorganger. Het symbool van de Munkáspárt, die overigens niet in het Hongaarse parlement is vertegenwoordigd, past eerder bij een nog op te richten Hongaarse Partij voor de Liefde. De oude stalinisten gebruiken een hart met de kleuren van de Hongaarse driekleur, rood-wit-groen. In het hart staat de naam van de partij afgebeeld.
Voor zover er aandacht is voor het communistische verleden heeft dat vaak een pedagogische functie. De Hongaarse jeugd moet op de uitwassen van het communisme worden gewezen. 'Zo was het en dit nooit meer,' luidt het pedagogische devies.
Soms gebeurt dat op een ludieke wijze, zoals in het communistische Beeldenpark dat zich aan de rand van Boedapest aan de Balatoni-weg bevindt. In het Beeldenpark zijn de gigantische beelden van de openbare plaatsen van Boedapest uit de communistische tijd bijeen gebracht. De monumentale vertegenwoordigers van het communisme kunnen hier op een fundament van tonnen bezichtigd worden: Lenin, Marx, Engels, de sovjetsoldaat, etcetera.
Soms neemt de pedagogische functie lugubere vormen aan, zoals in het Huis van Terreur aan de imposante Andrássy-weg nr. 60. Hier was het hoofdkantoor van de voormalige communistische veiligheidsdienst, AVO, dat nu als museum is ingericht. De folterkamers zijn in de oorspronkelijke staat gebracht en lange lijsten met de namen van de slachtoffers en de beulen van communistische terreur zijn in de muren gegraveerd.
Hoewel Hongaren bij hoog en laag zullen volhouden dat er een streep is getrokken onder het communisme, staat het taalgebruik nog steeds bol van begrippen en termen die verwijzen naar het communistische verleden en die zonder kennis van het communistische referentiekader vaag zijn. Het moderne Hongarije is zonder kennis van dit referentiekader niet goed te begrijpen.
Een interessante verzameling van dergelijke termen en woorden is te vinden in het Engelstalige culturele woordenboek van schrijver en vertaler István Bart, Hungary and the Hungarians. The Keywords, dat in 1999 bij Uitgeverij Corvina is verschenen. In dit boekje vind je woorden die specifiek zijn voor de Hongaarse cultuur, waaronder de woorden en termen uit het communisme die nu nog springlevend zijn.
Zo is het Hongaarse woord voor de gebruikelijke aanspreekvorm onder communisten elvtárs (kameraad), wat in het Hongaars zoiets als principegenoot betekent, niet in onbruik geraakt. Vanwege de afwijzende houding van de Hongaren tegenover alles wat met het communisme te maken heeft zou je dit wel verwachten.
Tegenwoordig is het woord of zijn turbovariant elvti een sarcastische en spottende verwijzing naar functionarissen en politici die banden met het communistische verleden hebben. In Hongarije zitten nog steeds veel personen uit de oude tijd op voorname posities. De elvtársak (kameraden) blijven verantwoordelijk voor zaken die in het land verkeerd gaan. De populaire reactie is in dat geval 'Kameraden, dat hebben jullie weer mooi voor elkaar'.
Het publieke debat gaat nog steeds over de vraag wie lid is geweest van Három per három, 'drie schuine streep drie', de afdeling van de communistische veiligheidsdienst die zich bezig hield met het bespioneren van dissidente personen en organisaties. De laatste jaren zijn er veel prominente personen ontmaskerd die tijdens het communisme informant voor afdeling III./3 waren. Vorig jaar gaf Gyula Vikidal, de legendarische Hongaarse rockzanger uit de communistische tijd, toe voor III./3 onder sterren uit de rockscene gespioneerd te hebben.
Het acronym közért, wat letterlijk 'voor het publieke goed' betekent, stond in de communistische tijd voor een keten van kleine staatswinkels die tijdens de sovjetisering van Hongarije in de jaren vijftig geďntroduceerd werd. Tegenwoordig spreken veel Hongaren nog steeds over közért, maar hiermee worden nu de kleine, geprivatiseerde 24-uurs winkeltjes op de hoek van de straat bedoeld, in tegenstelling tot grote supermarkten als Tesco en Metro die zich aan de randen van de steden bevinden.
Panel, wat 'geprefabriceerd element' betekent, staat voor de enorme grijze flatblokken die vanaf halverwege de jaren zestig aan de randen van de Hongaarse steden uit geprefabriceerde elementen werden gebouwd. Het communistische regime probeerde op deze wijze zo snel mogelijk de naoorlogse woningnood weg te werken. Hoewel de panel-appartementen al snel in een abominabele staat verkeerden, waren de arbeiders die in de panel-wijken blij met het dak boven hun hoofd. De meeste panel-appartementen zijn inmiddels door de bewoners gekocht. Sommige panel-wijken zijn getto's van het moderne proletariaat geworden.
Deze voorbeelden illustreren dat het moderne Hongarije zonder kennis van woorden uit de communistische tijd niet te begrijpen is. Hoewel sommige van deze woorden inmiddels een andere betekenis hebben gekregen, worden ze in het Hongaars nog steeds volop gebruikt.