Negatieve keuze
Joeri Buhrer Tavanier
Het ging weer zoals gebruikelijk in Albanië. Na de parlementsverkiezingen van 3 juli eiste zowel de socialistische regering als de democratische oppositie de overwinning op. Een verschil met vorige verkiezingen was dat die gepaard gingen met veel geweld en grootschalige fraude. Nu was er minder geweld en minder fraude, maar tijdens onrusten viel opnieuw een dodelijk slachtoffer.
De Raad van Europa uitte kritiek en zei dat de verkiezingen nauwelijks beter waren verlopen dan in voorgaande jaren. Volgens de organisatie voldeden ze slechts gedeeltelijk aan de internationale normen voor democratie.
Voor de verkiezingen werd er over en weer met modder gegooid, werden er bedreigingen geuit en beschuldigde oppositieleider Sali Berisha de zittende premier Fatos Nano ervan een overheidshelikopter te hebben gebruikt voor het vervoer van drugs. Het duurde bijna twee maanden voordat de socialisten op 24 augustus de verkiezingsuitslag erkenden en toegaven te hebben verloren.
Voor veel waarnemers was het verloop van de verkiezingen van groter belang dan de uitslag. Westerse diplomaten leken een voorkeur te geven aan de voortzetting van de socialistische regering, omdat premier Nano wat gematigder en voorspelbaarder is dan de excentriekere Berisha.
Zij moeten teleurgesteld zijn, want de parlementsverkiezingen hebben Berisha's Democratische Partij opnieuw aan de macht gebracht. Verwacht wordt dat zijn coalitie 80 van de 140 zetels krijgt.
Het verlies van de socialisten is groot. In Tirana verloren zij in acht van de twaalf kiesdistricten. In Durrës, Albanië's tweede stad en tot de verkiezingen een socialistisch bolwerk, verloren zij alle negen kiesdistricten. In Vlora in het zuiden, dat tot voor kort ontoegankelijk was voor Berisha, wonnen de democraten twee van de drie zetels.
Berisha kennen wij als een heethoofd die in 1997 na een chaotische periode het veld moest ruimen toen frauduleuze piramideschema's, waarin het halve land zijn spaargeld had belegd, instortten en Albanië in een financiële en sociale crisis terechtkwam. Verschillende Albanese commentatoren hebben erop gewezen dat Berisha niet is gekozen omdat men zijn partij van harte steunt of omdat de Albanezen hem het piramideschandaal vergeven hebben: de Albanezen hebben vooral de zittende premier Nano willen straffen.
Niet wat Berisha heeft bereikt, maar wat Nano heeft nagelaten bepaalde deze verkiezingen. Velen zien de regering van Nano als door en door corrupt en menen dat de staat allerlei illegale praktijken heeft gelegaliseerd. Bovendien hadden de socialisten het de laatste maanden drukker met interne partijpolitiek dan met het besturen van het land.
Berisha heeft gezegd dat zijn partij in vergelijking met acht jaar geleden geheel hervormd is. Het partijprogramma was voor het eerst mede ontworpen door vertegenwoordigers van ngo's en universiteiten. Berisha heeft aangekondigd allereerst de belastingen te zullen verlagen.
Als deze regering wil slagen zal het echter meer moeten doen. Berisha heeft Nano cum suis van corruptie en maffiapraktijken beschuldigd. Het is nu aan hem om daar iets aan te doen en een werkelijke breuk met het verleden te bewerkstelligen. Volgens een recente studie van de Wereldbank loopt de Albanese staatskas jaarlijks 1,2 miljard dollar mis door corruptie en belastingontduiking.
De corruptie kan echter alleen worden aangepakt als er ook onder de bevolking een mentaliteitsverandering plaatsheeft. Zolang omkoping door iedereen normaal wordt gevonden blijft Albanië een land waar niet de wet, maar een kleine politieke elite het volledig voor het zeggen heeft.