Roemeens rampjaar
Ingrid Mülthaler
Vanaf april dit jaar kreeg Roemenië te maken met ware natuurrampen. Tijdens het wetenschappelijke debat 'Roemenië en klimatologische veranderingen' van 29 september bracht Mircea Dutu, rector van de Ecologische Universiteit, naar voren dat de overstromingen van dit jaar de eerste evidente bewijzen zijn van klimatologische veranderingen in Roemenië. Tot overmaat van ramp sloeg in oktober het noodlot opnieuw toe, en wel in de vorm van de vogelgriep.
Het jaar begon vreemd, bijna waarschuwend: begin januari werd 20º Celsius waargenomen, gevolgd door vorst en zware windstoten in het zuidwesten van het land. In februari werden kouderecords van -35º Celsius geregistreerd. De extreme vorst hield in het hele land tot eind maart aan.
In april komen de eerste overstromingen voor in de provincie Banat, van het zuidwesten tot het midden van het land. Het hele bestaan van mensen wordt door de kolkende wateren meegenomen. Sommigen weigeren aan de evacuatie mee te werken en blijven in hun huizen. Ze schuilen op zolders waar ze met dwang worden weggehaald. Op sommige plaatsen ontstaan grote meren, waaruit slechts de toppen van de huizen boven het water blijven uitsteken. Het is sinister en desolaat om nu naar deze verlaten plekken te kijken.
In mei wordt de provincie Bacau geteisterd door zware regenval van zelfs 258 liter per vierkante meter en zware windstoten die dagen achtereen aanhouden. In juni sneeuwt het in de bergen van de Karpaten, is er overal opnieuw zware regenval en wordt de provincie Dambovita door stormen geteisterd.
Juli brengt hagel en overstromingen. Het zuidwesten en zuidoosten van Roemenië zijn compleet overstroomd. Het water trekt uiteindelijk weg, maar de vernielingen blijven. Alleen al de schade van de maand juli is indrukwekkend: 19 doden, tienduizenden ontheemden, beschadiging aan 100 km dijken en meer dan 3000 km nationale wegen, 699 bruggen en 1500 bruggetjes, 25.000 huizen gedeeltelijk of totaal vernietigd, 300.000 ha landbouwgrond overstroomd, alsmede 160 scholen, gemeentehuizen en kerken. Voor de gedupeerden worden in het hele land inzamelingscentra voor goederen ingericht en bankrekeningen geopend.
In september vinden nieuwe overstromingen plaats in het zuidwesten van het land en in het gebied rondom Boekarest, waar waarden worden geregistreerd van 280 liter neerslag per m2. Opnieuw worden 338 plaatsen getroffen. Er vallen zes doden en er zijn 143 verwoeste en 1556 beschadigde huizen, 446 verwoeste bruggen en 310 kapotte wegen. In totaal is 41.929 ha landbouwgrond, 4854 ha weidegebied en 2490 ha bos overstroomd. Ook de zeekust is dit keer overstroomd; in Constanta valt 220 liter neerslag per m2. Deze keer hebben de autoriteiten beter gehandeld dan bij de eerste overstromingen.
Naast klimaatverandering blijken ook andere factoren de overstromingen in de hand te werken: massale ontbossingen hebben de laatste vijftien jaar het ecologisch evenwicht verzwakt en bij het verstrekken van vergunningen voor het bouwen bij rivierkades worden de veiligheidsnormen veronachtzaamd.
Hoewel de kans op overstromingen duidelijk aanwezig was, zijn de autoriteiten er niet in geslaagd een goed rampenplan te ontwikkelen. De nationale meteorologische dienst Roemeense Wateren en het Nationaal Hydrologisch Instituut beschikten over een inventaris van alle 1085 kleine dammen, waarvan ten minste 636 gebreken vertoonden. Waarschuwingen hiervoor werden door de autoriteiten in de wind geslagen, waardoor op geen enkele wijze maatregelen genomen werden.
Overstromingsrampen waren slechts een kwestie van tijd. Premier Calin Popescu Tariceanu had (naderhand) grote kritiek op de stand van voorbereiding op dergelijke noodsituaties en verklaarde dat er geen noodzakelijke materiële uitrusting, geen gespecialiseerde hulpdienst en geen strategie was.
Veel inwoners van de getroffen gebieden werden genoodzaakt zelf voor hun evacuatie te zorgen, waarbij ze oogsten, goederen en dieren moesten achtergelaten. Met een betere voorbereiding en assistentie hadden de dieren kunnen worden gered.
Getuigen hebben geklaagd over het gebrek aan coördinatie tussen de publieke instellingen. 'Wij hebben motorboten, maar de burgemeesters uit de dorpen kunnen ons niet vertellen waar we moeten ingrijpen,' verklaarde Marian Ghencea, coördinator van het Departement van Rampenbestrijding in Timisoara. Tussentijds heeft de Inspectiedienst Noodsituaties enkele oude roeiboten geleverd, terwijl het grootste deel van het geld waarover zij beschikten werd uitgegeven aan een nieuw computernetwerk.
Dorpelingen deden weinig om de gevolgen van de overstromingen te verminderen en hadden een passieve houding. Zij vonden dat de autoriteiten volledig verantwoordelijk waren voor de hulp die hen werd geboden.
De gevolgen van zeven grote overstromingen in 2005 - tientallen doden en een materiële schade van meer dan 1,5 miljard euro - tonen aan dat er een snelle verandering nodig is en dat er een plan van aanpak voor het bestrijden van grote natuurrampen moet komen. Woordvoerders van het Ministerie van Waterstaat hebben het daarom over een nieuwe nationale strategie betreffende de klimaatverandering.
Na de overstromingen kregen de autoriteiten in oktober van dit jaar met een nieuwe dreiging te maken, die catastrofale gevolgen kan hebben. Landbouwminister Gheorghe Flutur verklaarde op 7 oktober dat er gevallen van vogelgriep in het dorp Ceamurlia de Jos, in de provincie Tulcea, waren geconstateerd.
In tegenstelling tot de overstromingen hebben de autoriteiten het probleem deze keer grondig aangepakt. De politie sloot het dorp af en alle vogels werden geruimd. Minister van Binnenlandse Zaken Vasile Blaga kondigde maatregelen aan als de vorming van een speciaal team waarin ook leden van de lokale politie deelnemen, het beperken van het verkeer van mensen en dieren in het getroffen gebied en de desinfectie van voertuigen die de provincie verlaten.
De aanwezigheid van de gevreesde H5N1 variant van het virus in Ceamurlia is bevestigd door het Weybridge Laboratorium in Engeland. Het virus is zeer ziekteverwekkend en identiek aan de virussen die in Centraal-Azië en Turkije geïdentificeerd zijn. De EU heeft een importverbod op pluimvee uit Roemenië opgelegd.
Al staat het niet vast dat het virus dat in Roemenië is gevonden op mensen overdraagbaar is, de maatregelen moeten worden nageleefd. De minister van Volksgezondheid heeft aangekondigd dat er capsules van Tamiflu naar Tulcea zijn verzonden die aan inwoners worden toegediend. Er zijn voldoende ambulances en er worden continu controles uitgevoerd op het vervoer van goederen. Ook is er een jachtverbod in de Donau-delta afgekondigd, met negatieve gevolgen voor het toerisme, dat hier leeft van vissen en jagen.
De gevolgen van de vogelgriep kunnen slecht uitpakken voor zowel de particuliere producenten als voor de bedrijven die gericht zijn op de export van gevogelte, zeker als de crisis lang zal aanhouden. Behalve de directe kosten vanwege de gedaalde verkoop, zijn de kosten voor de preventie zeer hoog.
De reactie van de bevolking is gemengd. De meesten nemen het probleem serieus en zijn bezorgd, maar zorgeloosheid en weglachen (grappen uithalen is een typische Roemeense houding in geval van rampen) komen ook voor. Sommige armen hebben bij het horen van de maatregelen al hun pluimvee opgegeten of in de vrieskist gestopt. Anderen zeggen dat ze hun pluimvee en zichzelf hebben gevaccineerd, of dat zij hun dieren met tegengif en zichzelf met tuica (een soort Roemeense jenever) hebben behandeld.
Sommige Roemenen beweren dat er angst heerst in de dorpen, waar 'blanken de bangeriken zijn, want zwarten (zigeuners, I.M.) uit sloppenwijken hebben niets te vrezen want zij hebben geen kippen.' De zigeuners zouden sinds de komst van het virus van tactiek zijn veranderd. Ze zouden het pluimvee met rust laten en nu vooral naar de kalveren kijken. Varkens worden niet meer gejat, sinds ze hoorden over een 'gecombineerde variant van de vogelgriep'.
De grote meerderheid van de Roemeense bevolking neemt het probleem echter serieus. Een boer uit Cernica in de provincie Ilfov heeft zijn kippen gevaccineerd en daarom 'toestemming gekregen om ze in de tuin te laten rondlopen'. Vroeger kwamen ze niet meer terug als ze de straat opliepen. 'Zigeuners jatten ze.'
Sommigen zeggen dat er ook andere middelen tegen vogelgriep bestaan: het opruimen van de hokken, strooien met kalk en de hokken uitroken. Deze mensen zijn niet onder de indruk van de vogelgriep, want het is niet de eerste keer dat er vogels sterven.
Uit de gebeurtenissen van dit jaar is duidelijk gebleken dat de autoriteiten niet voorbereid zijn op crisissituaties. Met het Europese geld konden niet alle problemen in z'n geheel opgelost worden, zoals de gedupeerden van de overstromingen en de vogelgriep moesten ondervinden. Voor zulk onheil heeft het land geen vastgesteld plan. De laatste maatregelen tegen overstromingen werden in de jaren zeventig genomen. Een nationaal plan tegen het voorkomen ervan zal pas in 2009 klaar kunnen zijn.
Bij dit alles moet gezegd worden dat het collectivistische denken nog steeds bestaat, het volk weinig initiatief toont en dat het in Roemenië nog dikwijls ontbreekt aan gevoel van eigen veranwoordelijkheid. Dit was duidelijk te merken tijdens de overstromingen en de vogelgriep.
Veel Roemenen geven de schuld aan de autoriteiten en rekenen op hun hulp zonder zelf initiatief te tonen of zelfstandig iets te doen in de getroffen gebieden. Behalve een moderne nationale strategie voor calamiteitenbestrijding is er ook een mentaliteitsverandering nodig. Blijkbaar waren er nationale rampen nodig om dit te beseffen.
Op een grote kei voor een huis zitten twee vrouwen te praten. Ze zeggen dat alleen God weet wie vogelgriep zal krijgen. 'Wat moet het bij de kippen? Ik begrijp dat je kan sterven van een giftige paddestoel. Van de kippen sterft toch niemand!' filosofeert Piranda. Ze zegt dat ze het lef heeft om elk kip op te eten. 'Ik kook hem, dan bak ik hem en uiteindelijk rooster ik hem, want ik hoorde dat het virus het niet uithoudt boven de zeventig graden.'
Ingrid Mülthaler studeert Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam