Kiem van een Pools CDA

Jan van Steenbergen

Ooit maakten zij furore als hoofdrolspelers in de jeugdfilm De twee die de maan stalen, maar sinds de val van de Muur zijn de excentrieke tweelingbroers Lech en Jaroslaw Kaczynski niet meer weg te denken uit de Poolse politiek. Lech schopte het tot president van het land, Jaroslaw is de onbetwiste leider van de grootste regeringspartij. Daarmee zijn zij het boegbeeld van een totale machtsovername door conservatief rechts, iets dat in Polen sinds de omwenteling nog niet is vertoond.

De partij die deze machtsovername belichaamt, Recht en Rechtvaardigheid (Prawo i Sprawiedliwosc, PiS), werd in september 2005 met 155 van de 460 zetels de grootste in het Poolse lagerhuis, de Sejm. Eigenlijk had Jaroslaw nu premier moeten worden, maar zijn broer Lech was op dat moment een belangrijke kanshebber voor het presidentschap.

Polen mag dan een land van politieke absurditeiten zijn, een eeneiige tweeling als president en premier gaat velen toch te ver. Daarom koos Jaroslaw ervoor zijn broer niet voor de voeten te lopen en schoof een relatief onbekende partijgenoot, Kazimierz Marcinkiewicz, naar voren als premier.

Volgens critici is Marcinkiewicz slechts een boodschappenjongen van Kaczynski, een constructie die in Polen 'sturen vanaf de achterbank' wordt genoemd. Beiden ontkennen dit, maar één ding staat vast: de regering wordt volkomen gedomineerd door de PiS, en de PiS wordt volkomen gedomineerd door Jaroslaw Kaczynski.

De wortels van de partij liggen in de 'oorlog aan de top'. In de loop van 1990 was de rol van de communisten uitgespeeld en lag het morele recht om te regeren volledig in handen van het vakverbond Solidariteit.

Onenigheid over het hervormingsbeleid van de regering-Mazowiecki zorgde er echter voor dat de brede volksbeweging scheuren begon te vertonen. In de aanloop naar de eerste democratische presidentsverkiezingen kristalliseerden zich twee richtingen uit: een rond de premier en een tweede rondom Lech Walesa, leider van de vakbond en inmiddels ook presidentskandidaat.

De sfeer tussen beide kampen verzuurde zienderogen. Walesa en zijn aanhangers verweten hun tegenstanders, die steevast het stempel 'intellectuelen' opgedrukt kregen, geen oog te hebben voor de pijnlijke gevolgen van hun hervormingen voor de bevolking en bovendien veel te lankmoedig om te springen met vertegenwoordigers van het oude regime. Na een ongekend harde en bittere verkiezingsstrijd won Walesa het pleit.

De kern van Walesa's aanhang was gegroepeerd in een van de eerste partijen die direct uit Solidariteit zijn voortgekomen, de Centrum-Alliantie (PC). Het brein achter deze organisatie waren de gebroeders Kaczynski, die voor hun inspanningen werden beloond met hoge functies in het presidentiële apparaat.

De vriendschap met Walesa duurde niet lang: na enkele maanden stapten de broers op en werden verklaarde tegenstanders van de president. Dit gold ook voor de PC, die zich ontwikkelde tot een rechtse, christen-democratische oppositiepartij.

Bij de verkiezingen van 1991 behaalde ze 40 zetels in de Sejm en mocht vervolgens de premier leveren in de persoon van Jan Olszewski. Deze regering, de enige echte voorloper van de huidige, was echter ook geen lang leven beschoren: na een half jaar werd ze door de president zelf onderuit gehaald en de meeste van haar bestuurders verdwenen in de politieke marge.

Gedurende de jaren negentig bood de Poolse politiek een grillig beeld, waarin fusies, splitsingen en steeds wisselende allianties van onduidelijke samenstelling aan de orde van de dag waren.

Vooral de rechtervleugel was tot op het bot versplinterd: tientallen partijen en partijtjes dongen in alle toonaarden naar de gunst van de kiezer, maar slaagden er ondanks een grote potentiële steun van de bevolking niet in een rol van betekenis te spelen. Daarbij speelden niet eens zozeer ideologische verschillen een rol, als wel persoonlijke vetes tussen leidersfiguren die elkaar het licht in de ogen niet gunden.

Pas in 1997 slaagde de toenmalige chef van Solidariteit, Marian Krzaklewski, erin een kleine veertig rechtse partijen en andere groeperingen samen op één lijst te krijgen, met als gevolg dat de Electorale Actie 'Solidariteit' (AWS) vier jaar lang een regering mocht vormen. Ook Krzaklewski kon de boel echter niet bij elkaar te houden en bij de verkiezingen van 2001 kwamen de laatste restanten van zijn alliantie niet eens meer over de kiesdrempel.

De enige uit de AWS voortgekomen partij die wel succes had bij die verkiezingen was de PiS, die 44 zetels behaalde en daarmee de vierde partij in de Sejm werd.

De PiS was kort daarvoor, op 13 juni 2001, opgericht. De eerste leider van de partij was Lech Kaczynski, die zich in de jaren 2000-2001 als minister van Justitie populair had gemaakt door te pleiten voor strengere straffen. Na diens verkiezing tot burgemeester van Warschau nam zijn broer Jaroslaw de leiding van de partij over.

Feitelijk is de PiS dan ook een voortzetting van de in 1999 opgeheven PC. Een fors aandeel wordt bovendien geleverd door vroegere leden van de Christelijk-Nationale Unie (ZChN), een ulta-katholieke partij die sinds de teloorgang van de AWS een kwijnend bestaan heeft geleid. Dit geldt onder meer voor premier Marcinkiewicz en Sejm-voorzitter Marek Jurek.

Weer anderen, zoals minister van Cultuur Kazimierz-Michael Ujazdowski, zijn afkomstig uit conservatief-liberale hoek. Een klein aandeel wordt ten slotte geleverd door vroegere leden van Jan Olszewski's Beweging voor de Wederopbouw van Polen (ROP).

Wat is de ideologie van de PiS? Meestal wordt de partij eenvoudig gekwalificeerd als 'rechts', maar dit begrip is in Polen verre van eenduidig. Lange tijd noemden bijna alle partijen zichzelf zo om zich af te zetten tegen het communistische verleden.

Met de jaren is het onderscheid tussen partijen die zijn voortgekomen uit de oude communistische PZPR of juist uit Solidariteit, natuurlijk minder belangrijk geworden. Tegenwoordig kan men binnen 'rechts' dan ook twee oriëntaties onderscheiden: een liberale en een katholiek-nationalistische.

De eerste wordt vertegenwoordigd door het vaak als 'ultra-liberaal' of 'neo-conservatief' gekenschetste Burgerplatform van Donald Tusk, dat wordt gedragen door diegenen die het meest van de markteconomie hebben geprofiteerd.

De PiS daarentegen is de belichaming van de katholiek-nationalistische stroming, die juist appelleert aan de gefrustreerde massa's die erop achteruit zijn gegaan. In sociaal-economisch opzicht staat de PiS dan ook eerder links van het midden, zelfs links van de ex-communistische SLD.

De PiS is boven alles het politieke instrument van de gebroeders Kaczynski, de onbetwiste leiders van de partij. In tegenstelling tot de meeste van hun partijgenoten zijn zij geen ideologische scherpslijpers, maar pragmatische politici die zich weliswaar profileren als volkstribunen maar intussen vooral op de macht uit zijn.

De hele filosofie van de PiS wordt door hun tegenstanders dan ook wel afgedaan als 'kaczisme'. Dit is geen coherente ideologie, maar eerder een samenraapsel van populistische leuzen, waarin katholiek conservatisme, anti-communisme en nationalisme de boventoon voeren, naast zaken als corruptiebestrijding, de verzorgingsstaat, anti-Europese sentimenten, herinvoering van de doodstraf en het streven naar een 'Vierde Republiek', waarin de president een bijna autoritaire macht krijgt toegemeten.

De PiS greep in haar campagne voortdurend terug op het gedachtegoed van Solidariteit, hetgeen haar op ongezouten kritiek van Lech Walesa kwam te staan.

Wat velen zorgen baart is de invloed die de controversiële priester-mediamagnaat Tadeusz Rydzyk in regeringskringen schijnt te genieten. Hij is de eigenaar van Radio Maryja, een radiostation dat de meest conservatieve en bekrompen vorm van Pools katholicisme symboliseert en zaken als xenofobie, antisemitisme en allerhande samenzweringstheorieën de ether in slingert. Zelfs het Vaticaan volgt de verrichtingen van vader-directeur Rydzyk met lede ogen.

Ook weinig hoopgevend zijn de coalitiepartners waarmee de PiS sinds 5 mei regeert. Jaroslaw Kaczynski liet een coalitie met het Burgerforum handig afketsen en ging in plaats daarvan met twee kleinere partijen in zee: de Liga van Poolse Gezinnen (LPR) en Samoobrona (Zelfverdediging).

De LPR is een extreem nationalistische partij, die wel wordt gezien als de politieke arm van Radio Maryja. Partijleider Roman Giertych, thans vice-premier en minister van Onderwijs, is een notoire antisemiet, die ooit aan het hoofd stond van de militant-nationalistische Al-Poolse Jeugd en nu bezig is met een kruistocht tegen homoseksualiteit.

De andere coalitiepartner, Samoobrona, begon als een protestbeweging van boze boeren en kwam veelvuldig in het nieuws met spectaculaire acties van burgerlijke ongehoorzaamheid. Het programma van Samoobrona vertoont zowel extreem-linkse als extreem-rechtse trekken en wordt gekenmerkt door drie dingen: populisme, isolationisme en het verheerlijken van haar eigen leider, de flamboyante anti-politicus Andrzej Lepper.

Tot voor kort was elke samenwerking met deze rabiate demogoog en openlijke bewonderaar van de Wit-Russische dictator Aleksandr Loekasjenko taboe, maar nu is hij - dankzij Jaroslaw Kaczynski - vice-premier en minister van Landbouw.

Toch heeft de PiS het in zich een grote, stabiele christen-democratische partij te worden. Nu is de partij nog relatief klein: zij heeft maar half zoveel leden als de ODS in het drie maal kleinere Tsjechië.

Maar in tegenstelling tot haar voorlopers is het geen als los zand aan elkaar hangende coalitie. Onder de populistische retoriek van de gebroeders Kaczynski gaat wel degelijk een samenhangende politieke ideologie schuil, die door veel Polen wordt gedragen. In dat opzicht kan de PiS worden gezien als een teken dat de Poolse politiek volwassen begint te worden.

Daar komt bij dat de PiS een unieke kans heeft: met de steun van zowel de president als een solide parlementaire meerderheid zal zij in hoge mate het gezicht van Polen in de komende jaren kunnen bepalen. Een succesvolle sociale politiek en het daadwerkelijk aanpakken van de wijdvertakte corruptie, een van de grootste problemen waar Polen mee te kampen heeft, kunnen de PiS veel krediet bij de bevolking opleveren.

De grootste opgave voor Jaroslaw Kaczynski wordt dan ook de partij bij elkaar te houden en waar mogelijk uit te breiden.

Omhoog
Terug naar archief