Naar de stad: Hongarije

László Marácz

Interne migratie in Hongarije is moeilijk vast te leggen. Tot halverwege de twintigste eeuw moest men het doen met gegevens uit volkstellingen. Pas sinds 1955 zijn er betrouwbare cijfers over de interne migratie. In dat jaar werd namelijk de persoonsgebonden identiteitskaart ingevoerd.

Interne migratie kwam in Hongarije voor het eerst op grote schaal voor aan het eind van de negentiende eeuw als gevolg van de industrialisatie in het Habsburgse rijk. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog waren er in Hongarije twee belangrijke migratiestromen te zien. De migratie verloopt van noord naar zuid, dat wil zeggen van de Karpaten, het hooggebergte naar de laagvlakte in het midden van Hongarije.

De tweede stroom gaat van het hele land naar Boedapest, dat juist in deze periode een enorme groei doormaakt als hoofdstad van het Hongaarse gedeelte van het Habsburgse rijk. De explosieve stijging van het aantal inwoners van de stad Boedapest van 180.000 rond 1850 naar 800.000 in het begin van de twintigste eeuw is vooral te danken aan interne migratie.

In de eerste decennia van de twintigste eeuw kwam er ook een stroom migranten van het oosten naar het westen van het land op gang. In deze periode gingen bovendien steeds meer mensen in de stad wonen waardoor het aandeel van de stadsbewoners op de totale bevolking steeg.

In het interbellum stagneerde de interne migratie als gevolg van stagnerende urbanisatie. Het bevolkingsoverwicht van Boedapest werd echter nog pregnanter. In 1941 was maar liefst een vijfde van het totaal aantal Hongaren in Boedapest woonachtig.

Na de Tweede Wereldoorlog vond er interne migratie plaats van Oost-Hongarije en het noordelijke berggebied naar de laagvlakte in Midden-Hongarije en Zuid-Hongarije. In die streken woonden etnische Duitsers die na de Tweede Wereldoorlog verdreven waren. Hierdoor konden boeren uit andere delen van het land grond krijgen in deze regio's.

In de stalinistische periode in de jaren vijftig verliep de interne migratie van dorp naar stad, van agrarische gebieden naar industriële centra en centra met dienstverlening en van gemeentes met weinig inwoners naar gemeentes met veel inwoners. Deze trek werd veroorzaakt door de industrialisering en de collectivisering van de landbouw en was ideologisch onderbouwd.

De stad werd bevoordeeld boven het platteland omdat de stad als centrum van de modernisering werd gezien. In de stedelijke centra ontstonden nieuwe problemen die te maken hadden met het stadsleven, zoals een tekort aan woningen, overbelasting van de publieke voorzieningen en stijging van de misdaad.

Aan het eind van de jaren vijftig en het begin van de jaren zestig is de interne migratie in Hongarije op zijn top met 33 personen per 1000 inwoners. Het gaat hierbij in totaal om 425.000 personen. Vanaf de jaren zeventig vlakt de interne migratie naar Boedapest en de grotere steden af naar 20 personen per 1000 inwoners, jaarlijks zo'n 250.000 personen.

Dit heeft te maken met suburbanisering: forensen gaan op en neer pendelen tussen hun woonhuis op het platteland en hun werk in de stad. Verder worden er in de jaren tachtig überhaupt minder nieuwe huizen gebouwd wat de interne migratie bemoeilijkt.

In 1990 wordt er een omslagpunt bereikt. Vanaf 1990 trekken uit Boedapest en de steden meer inwoners weg dan er gaan wonen en gaan er juist weer meer mensen op het platteland wonen. Het migratiesaldo van Boedapest is jaarlijks minus 10.000 mensen; in andere steden is dit saldo zo'n 5000 mensen negatief per jaar.

Gemeenten onder de 500 inwoners blijven echter slachtoffer van de interne migratie naar de steden. Vandaar dat je op het Hongaarse platteland en in de periferie van Hongarije veel kleine verlaten dorpen kunt zien.

De recente stagnatie van de interne migratie zorgt er bovendien voor dat de grote regionale loonsverschillen in Hongarije geconserveerd blijven. In Centraal-Hongarije zijn de lonen 24 procent hoger dan in de rest van het land. Dit geldt ook voor de prijzen van de huizen die in het midden van het land hoger zijn dan elders.

In 1998 is in Boedapest een stadsvernieuwingsproject gestart met betaalbare woningen. De verwachting is dat na 2010 weer meer jongeren in de hoofdstad zullen gaan wonen.

Omhoog
Terug naar archief