Te veel liefde voor Sarajevo
Erik Nijsten
Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië-Herzegovina, was tussen 1992 en 1996 vrijwel dagelijks in het nieuws. Artilleriebeschietingen en sluipschutters hielden de stad in die periode in de tang. Deze belegering door de Bosnisch-Servische troepen vormde voor Robert J. Donia de aanleiding om een geschiedenis van de stad te schrijven. Met Sarajevo. A Biography probeert hij de lezer te overtuigen dat de stad een unieke mix is van oosterse en westerse invloeden.
Aan de hand van bezoeken aan de stad (sinds 1965) en onderzoeken schetst Donia, hoogleraar aan de Universiteit van Sarajevo, een gedetailleerde geschiedenis van Sarajevo vanaf haar begindagen in de vijftiende eeuw. In de introductie geeft hij aan dat hij wil onderzoeken hoe de ontwikkeling van Sarajevo werd beïnvloed door de grote historische gebeurtenissen onder de achtereenvolgende regimes. Als centrale thesis stelt hij dat de stad meer opbloeide tijdens een periode waarin geen van de bevolkingsgroepen werd buitengesloten en dat Sarajevo zich minder voortvarend ontwikkelde tijdens een periode waarin de overheersers bepaalde groepen uitsloten.
De stad bloeide op in een drietal perioden. Allereerst in de periode vanaf de vijftiende eeuw tot het einde van de negentiende eeuw, toen het Ottomaanse Rijk heer en meester was in het gebied. De Ottomanen stichtten de stad en begonnen met de bouw van moskeeën en andere islamitische gebouwen. Al snel ontwikkelde de Bašcaršija (Grote Markt) zich tot het belangrijkste economische en sociale centrum van de stad. Deze wirwar van kleine houten winkeltjes met oosterse koopwaar is nog steeds de grootste trekpleister van de stad.
Ten tijde van de Ottomaanse overheersing werd Sarajevo buiten het islamitische centrum onderverdeeld in verschillende buurten, de zogenaamde mahalas. Elke buurt werd bepaald door de religie van de inwoners. Zo was er een katholieke, een orthodoxe en een joodse wijk en natuurlijk meerdere moslimbuurten. De inwoners leefden vreedzaam naast elkaar. Vooral op het einde van hun overheersing werden de Ottomanen toleranter tegenover niet-moslims. Hoogtepunt was de bouw van de Servisch-orthodoxe kathedraal, die tegen de gewoonte in groter was dan veel minaretten en tevens een kerktoren had.
In de tweede periode, tussen 1878 en 1918, zwaaide het Habsburgse rijk de scepter in het gebied. De infrastructuur van Sarajevo werd door de Habsburgers drastisch onder handen genomen en er werden verschillende gebouwen in de typische Habsburgse fin-de-siècle-stijl gebouwd. De grote inspiratiebron hiervoor was de Oostenrijkse hoofdstad Wenen.
Dankzij de lokale gouverneur Benjamin Kállay von Nagy-Kálló, die later premier van Hongarije werd, bleven de meeste oude Ottomaanse bouwwerken gespaard. Hierdoor is er in Sarajevo een mix ontstaan van zowel oosterse als westerse invloeden. Dit is een van de kenmerken die de stad ook tegenwoordig zo bijzonder maakt.
De laatste periode was de periode dat de communisten onder leiding van Tito aan de macht waren. In deze periode groeide het inwonertal van een kleine honderdduizend inwoners aan het einde van de Tweede Wereldoorlog tot meer dan een half miljoen in het begin jaren van de negentig van de vorige eeuw. Typerend voor de bouwstijl in deze tijd zijn de enorme torenflats die ook vandaag de dag nog het grootste gedeelte van Sarajevo ontsieren. Aan de hand van prachtige ansichtkaarten, afkomstig uit het historische museum in Sarajevo, wordt de unieke mix van verschillende stijlen zichtbaar gemaakt.
Volgens Donia ontwikkelde Sarajevo zich minder voortvarend tijdens perioden waarin de overheersers bepaalde groepen uitsloten. Dit gebeurde onder andere tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de Kroatische fascisten en sommige moslims een bevoorrechte positie hadden ten opzichte van de Serviërs en de joden. Laatstgenoemde groep werd bijna geheel gedeporteerd of vermoord.
Een andere zwarte bladzijde in de geschiedenis van Sarajevo is natuurlijk de belegering tussen 1992 en 1996. Het is dan ook niet echt verrassend te noemen dat beide stellingen die Donia heeft onderzocht, stand houden.
Donia wil echter meer dan alleen een geschiedenis schrijven. Volgens hem is Sarajevo meer dan een gewone stad. Sarajevo heeft een eigen persoonlijkheid die gevormd wordt door haar inwoners. Dankzij de onderlinge intimiteit, de gastvrijheid en het verzet tegen machthebbers hebben de inwoners de stad door de eeuwen heen een specifieke persoonlijkheid gegeven. Vandaar ook de ondertitel van het boek: A Biography.
De persoonlijkheid van Sarajevo laat zich volgens hem dan ook goed beschrijven door middel van een gedetailleerde geschiedenis. Specifieke details en ontwikkelingen in Sarajevo door de eeuwen heen die worden beschreven, moeten de lezer hiervan overtuigen. Mijns inziens draaft Donia hier te ver door. Wie de geschiedenis van Bosnië-Herzegovina kent zal zich tijdens het lezen van het boek regelmatig afvragen of de beschreven ontwikkelingen en details echt van wezenlijk belang zijn geweest voor de stad, laat staan het land. Zo worden verschillende stadsbesturen en gemeenteraden uitgebreid besproken, hoewel ze feitelijk niet zo heel veel invloed hadden op de loop van de geschiedenis van de stad.
Er zijn echter meer dingen aan te merken op het boek. Zo wordt in de laatste drie hoofdstukken ingegaan op de opkomst van de nationalistische partijen begin jaren negentig van de vorige eeuw en de scheuringen die uiteindelijk tot de belegering hebben geleid. Interessant is te lezen hoe de Servische nationalisten langzaam maar zeker een parallelle politieke en militaire bestuurlijke organisaties wisten te ontwikkelen. Nergens wordt echter ingegaan op de reacties van de moslims of de Kroaten op deze gebeurtenissen. Hierdoor blijft het bij een vrij eenzijdige beschrijving.
Ook de inwoners van de stad komen in deze laatste drie hoofdstukken niet of nauwelijks aan het woord. Voor iemand die zo warm spreekt over de inwoners is dat vreemd.
Na het lezen van dit boek bleef ik met het gevoel zitten dat de auteur zijn liefde voor Sarajevo te graag wil delen en de lezer te graag ervan wil overtuigen dat Sarajevo een bijzondere stad is. Hiervoor wordt er zo erg in detail getreden dat het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, zeker met betrekking tot de geschiedenis van heel Bosnië-Herzegovina, soms niet wordt gemaakt. Liefde maakt in dit geval blind.
- Robert J. Donia, Sarajevo. A Biography, London 2006, C. Hurst & Co. Publishers Ltd., 435 blz., ISBN 1-85065-765-3, € 41,61