Patstelling door absolute tweedeling
Stijn Croes
In Tsjechië is na de parlementsverkiezingen van 2 en 3 juni een politieke patstelling ontstaan omdat het linkse en rechtse blok precies evenveel parlementszetels behaalden. De conservatieve Burgerpartij ODS van Mirek Topolánek wist 35,38 procent van de kiezers te overtuigen, een stevige verkiezingsoverwinning. Maar de al acht jaar regerende sociaal-democratische CSSD van Jíri Paroubek deed het ook niet slecht en kwam uit op 32,32 procent.
De ODS had van tevoren te kennen gegeven een coalitie aan te willen gaan met de Christen-Democraten (KDU-CSL) en de Groenen (Strana Zelených), maar deze mogelijkheid blijkt parlementair niet werkbaar: samen haalt het blok 100 van de 200 zetels. De CSSD komt samen met de orthodoxe communisten (KSCM) uit op hetzelfde aantal. De meest voor de handliggende 'grote coalitie' tussen ODS en CSSD is echter uitgesloten gezien de bijzonder agressieve verkiezingscampagne.
Negatieve billboards van de CSSD over het programma van de ODS, een fysieke klap van voormalig ODS-voorzitter Miroslav Macek aan minister van Gezondheidszorg David Rath, beschuldigingen over contacten met de georganiseerde misdaad en kindermisbruik aan het adres van premier Paroubek en nog veel meer moois maken een grote coalitie tussen de CSSD en de ODS in principe onmogelijk.
Bovendien reageerde premier Paroubek na de overwinning van de ODS erg emotioneel. Hij had gezegd dat hij een klacht zou indienen bij het hoogste gerechtshof van het land vanwege de onfaire campagne ten aanzien van zijn persoon. Paroubek vergelijkt de middelen van de ODS met de middelen van de communistische campagne tijdens de verkiezingen in 1948, toen de communisten definitief de macht overnamen. Bovendien beschuldigde hij de ODS van te grote invloed op het Tsjechische medialandschap.
De reacties op deze speech waren bijzonder heftig en met name de vergelijking met de verkiezingen uit 1948 werden Paroubek niet in dank afgenomen. Later excuseerde Paroubek zich publiekelijk voor deze emotionele uitspraak.
Als de grootste partij zal de ODS als eerste mogen proberen om een coalitie te vormen. Een regering onder leiding van Topolánek kan tot stand komen als de partij kan samenwerken met de sociaal-democraten. De CSSD zal echter garanties eisen over de instandhouding van de sociale voorzieningen in het land. De ODS daarentegen wil het roer omgooien en met name het belastingssysteem omvormen naar Slovaaks model met een zogeheten vlaktaks, een gelijkschakeling van het belastingstarief tot 15 procent voor alle inkomens.
De CSSD heeft na twee volle ambtstermijnen Tsjechië stilaan omgevormd tot een sociale welvaartsstaat, met Zweden en Nederland als voorbeeld. Voor een jonge democratie, zoals Tsjechië nog steeds is, zijn twee ambtstermijnen een mooi resultaat.
De resultaten van acht jaar sociaal-democratisch bewind zijn overigens verre van slecht: de economie groeit de laatste jaren sterk, de armoede is in Tsjechië relatief laag, de salarissen zijn sterk gestegen en de buitenlandse investeringen, met name in de automobielsector, zijn de hoogste van de regio.
De CSSD wist bovendien op het immateriële vlak met steun van de communisten als eerste postcommunistische land geregistreerd partnerschap voor homoseksuele paren mogelijk te maken.
De ODS is echter overtuigd gekant tegen de welvaartsstaat van de CSSD: het bestaande systeem werkt niet motiverend en draagt niet bij aan het verlagen van de werkloosheid (minder dan 8 procent). De ODS wil een halt kunnen toeroepen aan de toenemende corruptie. Volgens haar heeft acht jaar CSSD geleid tot een overmaat aan corruptie. Transparancy International bevestigt die trend.
Of de ODS werkelijk veel zal ondernemen tegen corruptie, is echter maar de vraag. De ODS heeft op regionaal niveau en uit haar eigen regeringsverleden weinig positieve verhalen te vertellen over corruptiebestrijding. Eerder het tegendeel.
De ideologische verschillen, de harde en op de persoon gespeelde campagne en het onbehagen tussen beide partijen zullen gesprekken moeilijk maken. Het is afwachten of de ODS en CSSD tot een compromis kunnen komen. Zo niet, dan wordt gevreesd dat de ODS zal pogen één volksvertegenwoordiger om te kopen om de overstap te wagen van de CSSD naar een van haar mogelijke coalitiepartners, de Groenen of de Christen-Democraten.
De Tsjechische Groenen lijken een sleutelrol te gaan spelen in de coalitievorming. Zij zijn relatieve nieuwkomers in het politieke spectrum van de Midden-Europese landen. Tot enkele maanden voor de verkiezingen waren de Groenen niet in staat om de kiesdrempel van 5 procent te overwinnen.
Echter, met het aantreden van de nieuwe partijleider Martin Bursík wist de partij snel te groeien in de peilingen. Bursík is een politieke zwerver die zich nu heeft genesteld bij de Groenen. Ook oud-president Václav Havel steunt openlijk de aanwezigheid van de nieuwe partij in het parlement.
Onder Bursík zijn de Groenen geëvolueerd van een kleine linkse partij naar een centrumrechtse mogelijke coalitiepartner voor de ODS. Vlak voor en na de verkiezingen is er echter onrust ontstaan bij de Groene achterban over de te volgen koers van de partij: de relatief linkse achterban heeft moeite met de rechtsere ideeën van Bursík.
De resultaten van de Tsjechische parlementsverkiezingen op een rijtje:
ODS (conservatieven): 35,38 procent, 81 zetels
CSSD (sociaal-democraten): 32,32 procent, 74 zetels
KSCM (communisten): 12,81 procent, 26 zetels
KDU (christen-democraten): 7,22 procent, 13 zetels
Strana zelených (groenen): 6,29 procent, 6 zetels