Roemeens voetbal

Vlad Nicolae

Ongetwijfeld zal 27 april 2006 de geschiedenis in gaan als een zwarte dag voor het Roemeense voetbal. Tot twee minuten voor tijd was Steaua Boekarest namelijk gekwalificeerd voor de finale van de UEFA Cup. Na zeventien jaar zou een Roemeense ploeg weer een Europese finale gaan spelen. In en tegen het Engelse Middlesbrough werd echter een 0-2 voorsprong uit handen gegeven (de Engelsen wonnen uiteindelijk met 4-2) en werd er op ruwe wijze een einde aan die droom gemaakt.

Hoewel de manier waarop de plaats in de finale verspeeld werd een zeer zure smaak heeft achtergelaten, beseffen de meeste Roemenen dat op voetbalgebied een fantastisch seizoen beleefd werd. Wie had immers kunnen dromen dat Steaua en Rapid Boekarest, clubs met begrotingen waar je zelfs in de Nederlandse eerste divisie niet mee aan hoeft te komen, elkaar in de kwartfinale van de UEFA Cup zouden treffen, terwijl de andere grote club in het Roemeense voetbal, Dinamo Boekarest, de achtste finale net niet haalde.

Vóór het toernooi, waarin de Roemeense clubs sterke tegenstanders uitschakelden, zouden de meeste supporters een tweede ronde al mooi hebben gevonden. Het is immers nog niet zo lang geleden dat Roemeense ploegen niet eens de voorrondes van Europese toernooien overleefden, waarin zelfs onbekende ploegen uit Macedonië of IJsland te sterk bleken.

Hoewel Roemenië niet op het WK in Duitsland vertegenwoordigd zal zijn en de Nationala sinds het EK in 2000 geen enkel toernooi meer wist te halen, bieden de successen van dit jaar hoop voor de toekomst. Dat was ook hard nodig. Na de succesvolle tweede helft van de jaren tachtig, waarin Steaua Boekarest internationaal naam maakte door in 1986 de Europa Cup 1 (de huidige Champions League) en de Europese Super Cup te winnen, kon er weinig positiefs over Roemeense ploegen gemeld worden.

Ook de nationale ploeg, die dankzij de 'gouden generatie' van Gheorghe Hagi gedurende de jaren negentig op slechts één internationaal toernooi afwezig was, bood nauwelijks nog reden tot vreugde.

Vooral in de tweede helft van de jaren negentig was het bergaf gegaan met de binnenlandse competitie. In het spoor van talentvolle spelers die eerder naar westerse clubs waren vertrokken begonnen namelijk ook de mindere goden te kiezen voor een buitenlandse transfer. Van Oekraïne en Rusland tot aan China en Korea kwam je Roemeense spelers tegen. Vaak gingen ze weg omdat ze simpelweg elders meer konden verdienen, soms waren ze slechts handelswaar in handen van louche spelersmakelaars.

Op grote schaal namen geldschieters in de clubbesturen plaats, dikwijls zakenlieden waarvan niet duidelijk was hoe ze aan hun rijkdom waren gekomen en die beschikten over de verkooprechten van spelers. Bij een transfer kregen zij een percentage van de transfersom, soms meer dan de helft van het totale bedrag, waardoor er voor de club niet veel overbleef.

Hierdoor werd de vicieuze cirkel (geen geld - lage salarissen voor de spelers - spelers gaan weg naar het buitenland - lage inkomsten voor de clubs) in stand gehouden. Terwijl investeringen in de jeugdopleiding, spelersgroep, stadions en andere faciliteiten uitbleven, reden clubbestuurders in een Mercedes.

De tweede helft van de jaren negentig werd ook gekenmerkt door zogenoemde 'strategische' wedstrijden waarvan de uitslag van tevoren vast stond. Niet dat er altijd een tas met geld nodig was, vaak was er gewoon sprake van ruilhandel. Club A (verkerend in degradatienood) mocht 'verassend' winnen bij club B die vervolgens van club C (vriendjes van club A) de punten, zoals afgesproken, weer 'terug' kreeg.

Hoewel de pers hierover jarenlang geschreven heeft, hebben de voorzitters van de Roemeense Voetbalbond, Mircea Sandu, bijgenaamd The Godfather, en van de Vereniging van Eerste Divisieclubs, Mitica Dragomir, bijgenaamd Don Corleone, keer op keer de ogen toegeknepen. Desondanks houden de clubbestuurders deze twee controversiële figuren nog steeds in functie.

Hoewel de meeste clubs nog steeds in handen zijn van louche zakenlieden is de laatste jaren een begin gemaakt met een zekere 'schoonmaak'. Wedstrijden worden weer op het veld beslist, terwijl vraagtekens rondom de onpartijdigheid van scheidsrechters zelden meer opkomen.

Dit is mede te danken aan de nieuwe generatie trainers die de laatste jaren de oude garde vervangt. Behalve moderne trainingsmethoden brengen deze voormalige internationals, die bij clubs in Spanje, Italië of Engeland hebben gespeeld, ook een andere mentaliteit mee. Daarnaast is Justitie strafrechtelijke onderzoeken begonnen naar bepaalde clubeigenaren en heeft de Belastingdienst aan de bel getrokken bij clubs die aanzienlijke bedragen verschuldigd zijn.

Nu het deksel langzaam van de beerput wordt getrokken, blijkt ook dat bepaalde topspelers voor aanzienlijk hogere transferbedragen naar het buitenland zijn gegaan dan officieel naar buiten werd gebracht. Niet alleen is er onvoldoende belasting betaald, steeds duidelijker wordt ook in welke mate clubs gedupeerd zijn door eigenaren, bestuurders en spelersmakelaars, die onderling het verschil hebben verdeeld.

Het is te hopen dat deze praktijken definitief tot het verleden zijn gaan behoren en dat het Roemeense voetbal de trend van de afgelopen jaren (goede spelers blijven langer voor hun clubs behouden met een toenemend niveau van de competitie en een grotere belangstelling bij het publiek) kan voortzetten. Dat de breuk met het verleden loont, tonen de recente successen van Steaua en Rapid. Het is nu aan de andere clubs om hun voorbeeld te volgen.

Omhoog
Terug naar archief