Politieke verwarring: Hongarije

László Marácz

Na het uitlekken van een geheime rede van premier Ferenc Gyurcsány die hij op 24 mei in het regeringsoord Balatonöszöd hield voor het 185-koppige gehoor van zijn socialistische fractie (MSZP) is in Hongarije een diepe politieke, economische en morele crisis ontstaan. Gyurcsány gaf in deze rede toe het electoraat twee jaar lang te hebben voorgelogen over de staat van 's lands economie. Deze werd door Gyurcsány veel rooskleuriger voorgesteld dan ze in werkelijkheid was.

De machinaties van Gyurcsány en zijn kleine kring van oligarchen hadden de socialisten in mei wel de parlementaire verkiezingswinst opgeleverd. Dit is voor het oppositionele Fidesz (Burgerpartij), dat de parlementsverkiezingen nipt verloor, onverteerbaar. Ze vindt dat een premier die het electoraat in een democratie heeft voorgelogen, moet aftreden.

Gyurcsány weigert vooralsnog en heeft in een vertrouwensstemming een parlementaire meerderheid gekregen van zijn eigen MSZP-fractie en de coalitiegenoot, het links-liberale Verbond van de Vrije Democraten (SZDSZ).

Inmiddels wordt de politieke en maatschappelijke sfeer in Hongarije steeds grimmiger. De brutale wijze waarop de politie op 23 oktober, de 50-jarige herdenking van de Hongaarse Opstand, optrad tegen geweldloze demonstranten belooft niet veel goeds voor de verdere politieke verhoudingen in Hongarije.

In 2002 wonnen de socialisten met een verschil van minder dan één procent de verkiezingen van de regerende centrumrechtse Burgerpartij van Viktor Orbán. De socialistische bankier Péter Medgyessy werd naar voren geschoven als de nieuwe premier van Hongarije. In zijn regering werd de ambitieuze Ferenc Gyurcsány (45) minister van Sport en Jeugdzaken en Gyurcsany's vrouw Klara Dobrev de persoonlijke assistente van Medgyessy.

Gyurcsány gold toen al als een van de rijkste personen van Hongarije. Hij had in de jaren negentig fortuin gemaakt met speculaties in de aluminiumindustrie. Zijn startkapitaal verkreeg Gyurcsány uit de privatisering van de onroerende goederen van de communistische jeugdbond KISZ, de Hongaarse tegenhanger van de Komsomol, waarvan Gyurcsány de laatste secretaris was.

Met een goede financiële dekking en invloedrijke contacten die hij via het huwelijk met Klara Dobrev legde, begon zijn ster in kringen van de MSZP, de opvolger van de communistische partij van Hongarije, snel te rijzen.

Klara Dobrev is de kleindochter van Antal Apró, oud-president van de communistische volksrepubliek onder het bewind van János Kádár en een van de communistische hardliners die de revolutionaire regering van premier Imre Nagy tijdens de Hongaarse Opstand in 1956 verraadden. Samen met Kádár zat Apró op Russische tanks die op 4 november Boedapest binnenrolden om orde op zaken te stellen en een nieuwe pro-sovjetregering te installeren die afrekende met de democratische idealen van de Hongaarse Opstand.

In socialistische kring geldt de Apró-clan ook nu nog als de belangrijkste erfgename van het Kadar-regime die een netwerk van politieke en economische invloedrijken bedient.

Feitelijk lag voor Gyurcsány de weg naar de macht open nadat premier Medgyessy vlak na de verkiezingen in 2002 ontmaskerd werd als voormalig spion van de Hongaarse veiligheidsdienst, die tijdens de onderhandelingen met het IMF eind jaren zeventig door de KGB gerund werd. Pas in 2004 werd Medgyessy afgezet door de kring van oligarchen rond Gyurcsány.

Een belangrijke rol hierbij speelde ook dat de socialisten op zoek waren naar een jeugdige, ambitieuze leider die Viktor Orbán van de Fidesz beter tegenspel zou kunnen bieden. De vermogende en jeugdige Gyurcsány, die ingetrouwd was in het old-boys netwerk van de ex-communisten, was in de ogen van de socialisten en hun links-liberale coalitiegenoot, het SZDSZ, de ideale nieuwe leider.

In het kielzog van Gyurcsány betrad een kleine kring van oligarchen het centrum van de politieke macht, zoals János Kóka, de huidige minister van Economische Zaken en Arpád Székely, de huidige ambassadeur van Hongarije in Moskou. Hoewel de politieke en financiële macht van deze oligarchenklasse wortelt in de ex-communistische structuren, doen hun ideeën van machtscontrole en -uitoefening in stijl en visie modern aan.

Gyurcsány maakt als premier veel en vaak gebruik van reality-tv-achtige effecten. Hij biedt op internet een inkijkje in zijn privé-leven, wat voor Hongaarse politici zeer ongebruikelijk is. Op allerlei video'tjes kunnen we Gyurcsány in zijn eigen huis zien dansen, omdat hij zijn geluk na de gewonnen verkiezingen niet op kan. Op zijn weblog laat Gyurcsány af en toe vertrouwelijke informatie 'lekken'. Hierdoor is zijn weblog (http://blog.amoba.hu) een belangrijke bron van nieuwsgaring geworden.

Volgens de prominente Fidesz-politicus Zsolt Németh, voorzitter van de commissie buitenlandse zaken van het Hongaarse parlement, hebben de oligarchen rond Gyurcsány een liberale visie op de Hongaarse staat. Zij zien de staat als een onderneming waar zoveel mogelijk winst uit gepuurd moet worden.

Németh: 'Dit wil men bereiken door het functioneren van de staat zo goedkoop mogelijk te maken. Onder het mom van rationalisering en privatisering betekent dit de totale verkoop van alle onroerende goederen van de staat. Het mag zelfs niet worden uitgesloten dat het neo-gothieke parlementsgebouw uit 1906 zal worden verkocht. Daar zal Fidesz uiteraard niet mee instemmen. Hieronder valt ook het komende ontslag van zo'n twintig procent van het landelijke overheidspersoneel, zo'n 7000 ambtenaren.'

'Het beleid van Gyurcsány is erop gericht de instellingen van de staat te verzwakken. Vandaar dat onder de nieuwe regering-Gyurcsány zoveel mogelijk instellingen van de staat gesloten zijn, waaronder ook het ministerie van Binnenlandse Zaken en het Bureau voor de Hongaarse Minderheden in de Buurlanden. Deze regeringstaken worden nu vanuit het ministerie van Algemene Zaken (Gyurcsány's ministerie - LM) informeel verricht.

' '

Verder heeft Gyurcsány al tijdens zijn eerste regeerperiode de onafhankelijke rekeninstellingen van de Hongaarse staat naar de zijlijn gedirigeerd. De berekeningen van de Nationale Bank, nota bene de spreekbuis van de Europese Unie in Hongarije, het Hongaarse CBS en de Rekenkamer werden terzijde gelegd. Hierdoor konden de Hongaarse statistieken vervalst worden, werd het begrotingstekort op vier procent gezet terwijl nu blijkt dat het bijna elf procent is, en heeft de staatsschuld van Hongarije inmiddels het astronomische bedrag van 500 miljard euro overschreden. Een bedrag dat wij met tien miljoen Hongaren in geen decennia kunnen betalen, ook al zouden we alles wat we nog hebben verkopen.'

Voor veel Hongaren is het moreel niet te verkroppen dat ze systematisch zijn voorgelogen over de toestand van de economie, enkel en alleen ter wille van de machtswellust van een kleine kliek oligarchen. Vandaar dat de spontane demonstraties tegen Gyurcsány en zijn beleid nu al de derde maand ingaan.

De kracht van deze demonstraties is wisselend. Een harde kern van zo'n tienduizend demonstranten is continu op het Kossuthplein voor het parlement. Rond nationale feestdagen of herdenkingen, zoals die van 23 oktober 1956, zwelt het aantal demonstranten aan tot enkele honderdduizenden. De demonstraties vinden in het hele land plaats en overal wordt het aftreden van premier Gyurcsány geëist.

De premier weet echter van geen wijken. Hij schijnt ook niet te beseffen wat hij verkeerd gedaan heeft of hij doet alsof. Gyurcsány heeft recentelijk verklaard dat 'hij Hongarije graag wil helpen nu het land door twee moeilijke bezuinigingsjaren moet gaan.' Hij schijnt niet te beseffen dat er in Hongarije een omvangrijke vertrouwenscrisis is ontstaan die wel eens de bijl aan de wortels van de jonge Hongaarse democratie kan worden.

De geweldloze demonstranten werden op de dag van de vijftigjarige herdenking van het uitbreken van de Hongaarse Opstand op 23 oktober met excessief politiegeweld de stad in gedreven. Hierbij schond de Hongaarse politie de grondwet en de politiewet en werden tevens fundamentele vrijheidsrechten, zoals het recht van demonstratie, geslachtofferd.

Het is de politie in Hongarije verboden om geweldloze demonstranten op te drijven en gearresteerden te molesteren na arrestatie. Toch heeft ze zich op grote schaal hieraan schuldig gemaakt. Verder heeft de politie geschoten met rubberen kogels, kleurden hun traangasgranaten de hemel boven Boedapest blauw en werd de ploertendoder gebruikt, wat als een zwaar wapen geldt als het gaat om geweldloze demonstranten. Ook voerde politie te paard charges uit met getrokken sabels.

Het mag een klein wonder heten dat er op 23 oktober geen doden onder de demonstranten zijn gevallen. Wel vielen er veel gewonden, onder wie enkelen die hun oog verloren door rubberen kogels. De Hongaarse politieagenten droegen geen identificatienummer, wat volgens de politiewet wel moet. Het mag zeker niet uitgesloten worden dat het geweld de komende maanden zal escaleren en dat er groepen demonstranten zullen radicaliseren en geweld tegen de autoriteiten gaan gebruiken.

Als de premier in het parlement spreekt, is het erg leeg. Namens de oppositie zit alleen fractievoorzitter Tibor Navracsics nog op zijn plek. De rest van de fractie van Fidesz heeft besloten om zich terug te trekken uit het parlement als de premier het woord neemt. Ze wil niets van doen hebben met een premier die het parlement voorliegt.

Daarmee is in feite het Hongaarse parlement zo goed als buiten werking gesteld. Een parlementaire behandeling van het excessieve politieoptreden van 23 oktober zal hoogstwaarschijnlijk achterwege blijven.

Hongarije's parlementaire democratie is nauwelijks twee jaar na de toetreding tot de Europese Unie verworden tot een macaber schouwspel om de macht, zonder dat er een oplossing voor de crisis in zicht is. De regering-Gyurcsány wil niet opstappen. Het oppositionele Fidesz wil geen nieuwe verkiezingen, maar steunt het idee van een zakenkabinet dat de orde moet gaan herstellen in 's lands begroting.

Maar of een dergelijk zakenkabinet het vertrouwen van de bevolking kan winnen voor het harde pakket aan bezuinigingen dat de Hongaren de komende jaren te wachten staat, is zeer de vraag.

Omhoog
Terug naar archief