Hongarije
László Marácz
De kabeltelevisie van Boedapest heeft 56 kanalen in haar aanbod. Dit zijn er heel wat meer dan de twee zenders van de publieke omroep Hongarije 1 (m1) en Hongarije 2 (m2) die Hongarije na de val van de muur rijk was.
Toch zijn er nog nauwelijks publieke zenders van andere landen op de kabel terug te vinden. Van de gerenommeerde westerse publieke zenders kunnen de Hongaren alleen het Italiaanse Rai Uno en BBC World ontvangen. Wat de vreemdtalige zenders betreft zijn er dan nog een enkele Duitse en Franse satellietzender, zoals 8sat, Pro7 en TV5, te ontvangen. Dit beperkte aanbod van buitenlandse publieke zenders op de kabel van Boedapest heeft ongetwijfeld te maken met de geringe kennis van vreemde talen van de Hongaren.
Uit vergelijkend onderzoek van de Europese Commissie over de kennis van vreemde talen blijkt dat de Hongaren er slecht vanaf komen. Slechts 25 procent van de Hongaren spreekt naast de eigen moedertaal nog een andere, grote Europese taal. Er is dan ook niet veel vraag naar de programma's van buitenlandse televisiezenders.
In het kabelpakket vinden we wel de grote internationale zenders als MTV, RTL, Cartoon Network, Eurosport, Animal Planet, Discovery Chanel, Sky News en Fashion TV, die met Hongaarse ondertiteling worden aangeboden of met wat in Hongarije gebruikelijker is: nasynchronisatie in het Hongaars.
Opvallend is dat er op de commerciële Hongaarse familiezenders een groot aanbod is van Duitse en Amerikaanse actiefilms. Er wordt wat afgeschoten en afgeknokt op de Hongaarse televisie. Je kunt de hele dag kijken naar een groot assortiment van oude actieseries als Commissaris Rex, Derrick, Magnum, Streets of San Francisco en Columbo.
Meer serieus vermaak als de Britse komedie Yes, minister! is dan weer bij de publieke omroep te vinden. Een dergelijke serie past beter bij het statige karakter van die omroep.
Een komische serie over een Britse minister die gemangeld wordt door zijn departementale adviseurs dient ook een didactisch doel. Op ludieke wijze wordt de werking van een gevestigde parlementaire democratie getoond. In de gepolariseerde politieke sfeer van het huidige Hongarije zal van Igenis, miniszter ur! een zekere opvoedende werking uitgaan.
Het lijkt erop dat de politiek van de publieke omroep verdwenen is. In de jaren negentig probeerden de Hongaarse politieke partijen als ze aan de macht gekomen waren, de publieke zenders naar hun hand te zetten. Hierdoor droegen nieuwsbulletins en actualiteitenprogramma's vaak op schaamteloze wijze regeringspropaganda uit.
De publieke zenders brengen tegenwoordig nauwelijks nog politieke programma's. In plaats daarvan kwamen programma's met een zwaarwichtige ondertoon als klassieke concerten, theatervoorstellingen, documentaires, natuurfilms en populaire wetenschappelijke programma's.
Deze indruk wordt beaamd door József Gábor, voorzitter van de Inspectie voor de Hongaarse Publieke Omroep. 'Door de Inspectie, waarin alle parlementaire partijen vertegenwoordigd zijn, is het een stuk moeilijker geworden om politieke propaganda te bedrijven op de publieke zenders.'
Vandaar dat de politieke partijen hun eigen mediakanalen hebben gezocht of gecreëerd om hun boodschap bij hun achterban te deponeren. De socialisten en liberalen vinden we terug bij het commerciële RTL Klub en TV2. De standpunten van de rechtse oppositie worden uitgedragen door het private televisiestation HirTv (Nieuws TV). Op deze zenders ontbreekt iedere nuance. Politici van de 'tegenpartij' komen al helemaal niet in beeld.
Is er dan in het geheel geen invloed meer van de politiek op de publieke omroep? Die is er wel. De live-uitzendingen van de parlementaire debatten zijn weer terug op het scherm. In de jaren negentig waren deze programma's razend populair.
De parlementaire debatten boden de kijkers een inkijkje in het democratische handwerk. Na verloop van tijd hadden de Hongaren het wel gezien, vooral ook omdat deze programma's van 's ochtends negen tot 's middags vier uur een lange zit waren.
Nu lijkt het initiatief voor programmering van de politiek te komen. De debatten worden onverkort en zonder commentaar vanuit de studio uitgezonden.
Als tijdens de bespreking van het wetsvoorstel over de financiële honorering van parlementariërs, een hot item in de Hongaarse samenleving, de woordvoerders van de regerings- en oppositiepartijen het eens zijn, spreekt minister van Financiën Tibor Draskovics, die natuurlijk weet dat de camera's van m2 op hem gericht zijn, het parlement goedkeurend toe: 'Heren, eindelijk zijn we het weer over iets eens in dit land. Proficiat!' Bij de Hongaarse kijker wordt de indruk gewekt dat het Hongaarse parlement toch nog iets voorstelt.
Een van de populairste programma's op de Hongaarse tv wordt uitgezonden door Donau TV. De Hongaarse satellietzender, die ook bij de Hongaarse minderheden in Hongarije's buurlanden driftig wordt bekeken, brengt veel Hongaarse cultuur op het scherm.
De zender biedt echter nauwelijks live programma's. Een uitzondering is het programma Kívánságkosár (Wensmand), een variant van 'U vraagt en wij draaien'. Het programma dat iedere ochtend om half twaalf begint en tot 's middags tien voor twee duurt, oogt ouderwets met een studio als huiskamer ingericht.
De anchorman van Donau TV, József Asboth, wordt geflankeerd door een vriendelijk glimlachende vrouwelijke collega. Kijkers kunnen live bellen en een videoclip voor familie, vrienden of geliefden aanvragen. De clips zijn vooral makelij van eigen Hongaarse bodem.
De virtuele huiskamer staat garant voor het succes van dit programma. Immers, volgens Hongaars gebruik staat tussen de middag een dampende pan warm eten op tafel. Asboth en consorten lijken haast aan te schuiven bij het middagmaal, waardoor het gevoel van één grote Hongaarse familie wordt versterkt.
Interessant is dat de commerciële zenders het meest geprofiteerd hebben van de crisis in de Hongaarse politiek die uitbrak nadat in september 2006 was uitgelekt dat de Hongaarse premier Ferenc Gyurcsány gelogen had over de werkelijke staat van de Hongaarse economie. Deze had hij te rooskleurig voorgesteld. De nieuwsbulletins en actualiteitenprogramma's van de publieke omroepen m1 en m2 hebben kijkers verloren, terwijl vergelijkbare programma's bij de commerciële zenders kijkers wonnen.