Een multi-etnische kerk in Mostar
Herman Bouma
Langzaam wandelt Baja door de straten van Mostar. Elke dag doorkruist de oude man deze verdeelde stad in Herzegovina. In het westelijke gedeelte staat de flat waarin hij en zijn vrouw al jaren wonen. In het oosten, in de wijk Brankovac, werkt Baja als conciërge van een evangelische kerk. Baja is al sinds de bouw ervan kort na de burgeroorlogoorlog van 1992-1995 betrokken bij deze protestantse kerk. Hoe hij als Bosnische moslim betrokken is geraakt bij een christelijke kerk is een ingewikkeld verhaal.
Omdat zijn ouders op jonge leeftijd overleden groeide Baja op in een weeshuis. Hij volgde een opleiding in het Joegoslavische leger en zijn hele leven tot aan de oorlog in de jaren negentig diende hij in dit leger. Tijdens de oorlog werd hij door Bosnische Kroaten gevangen gezet vanwege zijn etnische achtergrond en zijn verleden in het Joegoslavische leger.
Tijdens zijn gevangenschap had Baja naar eigen zeggen een bijzondere religieuze ervaring. Het was alsof hij op een bepaald moment God zag. Naar aanleiding van deze ervaring begon hij boeken te lezen over het christelijk geloof.
Toen hij uit de gevangenis kwam zocht hij contact met een groep evangelische christenen die humanitaire hulp verleenden in Mostar. Sindsdien is hij betrokken bij de evangelische kerk.
In veel opzichten lijkt hun kerk niet te passen in het huidige Mostar, een stad met ongeveer 100.000 inwoners. In Mostar-Oost wonen overwegend Bosnische moslims en in Mostar-West merendeels Kroaten.
De stad is sinds de oorlog sterk verdeeld. Hoewel de reconstructie van veel gebouwen inmiddels ver gevorderd is, zijn er nog altijd veel ruines. De herbouw in 2004 van de oude brug over de rivier de Neretva zorgde voor veel internationale publiciteit en voor een groot feest, maar ondanks alle goedbedoelde initiatieven leven moslims en Kroaten in Mostar nog strikt gescheiden.Daar lijkt ook in de toekomst weinig in te veranderen. Veel jonge mensen, die de oorlog nauwelijks bewust hebben meegemaakt, groeien op met een onoverbrugbare kloof tussen hun eigen groep en de anderen aan de overkant van de rivier.
De verdeling speelt op alle fronten. Er zijn twee universiteiten, twee voetbalclubs, twee busstations, twee mobiele telefoonnetwerken. Op bijna alle lagere en middelbare scholen zitten leerlingen van één etnische groep. Er is slechts één schoolgebouw midden in Mostar waar kinderen van beide etnische groepen naar school gaan; deze school is dan ook het uithangbord van de internationale gemeenschap in Mostar.
Alle verzoeningsinitiatieven ten spijt lijkt de kloof tussen beide groepen alleen maar groter te worden. Een haast lachwekkend voorbeeld is de oprichting van een standbeeld van Bruce Lee in 2005.
Dit standbeeld was bedoeld als een monument voor de eenheid, omdat de Kong Fu-legende fans heeft van alle etnische achtergronden. Het standbeeld hield het echter niet lang vol. Eerst werden enkele ledematen afgebroken en niet lang daarna werd het standbeeld verwijderd. Wat overbleef was een leeg voetstuk.
De evangelische kerk slaagt er als een van de weinige organisaties in om Bosnische moslims en Bosnische Kroaten bij elkaar te brengen. Er zijn weliswaar twee evangelische kerkjes in Mostar, een in het oosten en een in westen van de stad, maar beide kerken hebben een gemengde groep bezoekers en organiseren ook veel activiteiten samen. In totaal zijn er zo'n 150 mensen betrokken bij de evangelische kerk in Mostar. Tijdens de activiteiten gaan moslims en Kroaten met elkaar om alsof er van verdeling geen sprake is.
Etnische verzoening is voor de kerk geen doel op zichzelf. Verzoening wordt er gezien als een zaak van politici en alles wat met politiek te maken heeft, wordt gemeden in de kerk. Het lijkt alsof etniciteit als onderwerp in z'n geheel wordt gemeden.
Een van de voorgangers van de kerk verwoordt de rol van etniciteit in de kerk als volgt: 'Als je lid wordt van de evangelische kerk verlies je langzamerhand de trots op je etnische afkomst. Dit gebeurt niet in een dag, het is een proces. Je kunt niet van de ene op de andere dag afstand doen van je etnische afkomst.'
Het betekent echter niet dat de gelovigen zich niet meer associëren met hun oorspronkelijke etnische groep. Dit zorgt soms voor verwarrende situaties.
Op mijn vraag naar zijn etnische achtergrond antwoordt de 25-jarige Sanel dat hij moslim is. Als ik hem vraag naar zijn religie vertelt hij me dat hij sinds enkele jaren christen is. Hij is dus tegelijk moslim en christen. De toch al verwarrende relatie tussen religie en etniciteit wordt in zulke gevallen op z'n kop gezet.
Dit geldt niet alleen voor Bosnische moslims, maar ook voor Bosnische Kroaten die zich bij de evangelische kerk aansluiten. Voor de meeste Kroaten in Mostar staat Kroatisch gelijk aan katholiek. Als iemand niet langer katholiek is, betekent dit in hun ogen dat deze persoon niet langer Kroatisch is. Uit angst voor sociale uitsluiting verbergen veel Kroaten voor hun familie dat ze betrokken zijn bij een protestantse kerk.
De evangelische kerk heeft aantrekkingskracht op mensen die sowieso buiten de gevestigde groepen vallen. Een relatief hoog percentage komt uit een gemengd huwelijk en ook zigeuners en vluchtelingen uit Kosovo zoeken een thuis in deze kerk.
De evangelische kerk slaagt er in om mensen van alle etnische groepen bij elkaar te brengen en daarmee onbedoeld een kloof te overbruggen. Op zichzelf is dit een interessant fenomeen in het verdeelde Bosnië-Herzegovina. Het samenkomen is mogelijk doordat de gelovigen afstand doen van een deel van hun etnische identiteit.
Dit heeft wel iets weg heeft van de manier waarop er in de dagen van Tito werd omgegaan met etniciteit. Het oude Joegoslavische motto Bratstvo i jedinstvo (Broederschap en eenheid) lijkt in deze kerk opnieuw mogelijk.