Kosovo: uitgestelde onafhankelijkheid
Erik Nijsten
De Kosovo-oorlog van 1999 werd vaak 'de uitgestelde, maar meest voorspelbare oorlog' in voormalig Joegoslavië genoemd. Na de oorlog werd Kosovo een protectoraat van de Verenigde Naties. Hoewel Kosovo deel bleef van Servië, is Kosovo sindsdien op weg naar onafhankelijkheid. De stand van zaken in de kwestie Kosovo.
Vrijdag 2 februari 2007 was het zo ver. Na meer dan een jaar lang onderhandelen tussen de leiders in Belgrado en Pristina over de toekomstige status van Kosovo, maakte de speciale afgezand van de VN, de voormalige Finse president Martti Ahtisaari, zijn voorstel bekend. In het voorstel staat dat Kosovo een multi-etnische samenleving wordt die op een democratische wijze zal worden geregeerd. Een belangrijke rol is hier weggelegd voor de internationale gemeenschap.
Volgens het voorstel zal een speciale afgezant worden benoemd die de uiteindelijke macht heeft over de uitvoering van het voorstel. Om de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving in de gaten te houden zal in Kosovo een speciale missie van de Europese Unie worden opgericht. Ten slotte zal een door de NAVO geleide vredesmacht de veiligheid van alle inwoners en in het bijzonder de Servische minderheid, garanderen.
Tegelijkertijd staat in het voorstel dat Kosovo een eigen vlag, een eigen volkslied en een eigen wetgeving mag gaan ontwikkelen, internationale verdragen mag gaan tekenen en lid kan worden internationale instanties als het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank.
Voordat het beschreven voorstel naar de VN-Veiligheidsraad zal worden gestuurd, treed nu opnieuw een fase van onderhandelingen in. Van de onderhandelingen wordt niet veel verwacht. De enige conclusie uit alle voorgaande onderhandelingen was immers de constatering dat beide partijen geen stap dichterbij waren gekomen.
En waarom zal daar nu veranderingen in komen? Servië blijft tegen de mogelijke onafhankelijkheid van Kosovo en de Albanese Kosovaren nemen alleen genoegen met onafhankelijkheid. Dat de nieuwe, nog te vormen Servische regering deze patstelling zal doorbreken ligt niet voor de hand. De leiders van de belangrijkste Servische partijen hebben immers verklaard de onafhankelijkheid van Kosovo niet te zullen accepteren.
Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat de nieuwe onderhandelingen een van de partijen op andere gedachten brengt. Albert Rohan, een van de collega-diplomaten van Ahtisaari, gaf in het verleden ook al toe dat beide partijen 'nog tien jaar konden gaan praten zonder dat er iets zou veranderen'. Naar verwachting zal het voorstel van Ahtisaari uiteindelijk vrijwel ongewijzigd worden voorgelegd aan de Veiligheidsraad van de VN.
Als een van de vaste leden van de Veiligheidsraad speelt Rusland een doorslaggevende rol in het al dan niet goedkeuren van het voorstel. Meerdere malen heeft Rusland al laten weten dat het een voorstel dat van buitenaf wordt opgelegd en niet door Belgrado wordt gesteund, niet zal accepteren. Rusland is vooral bang dat de onafhankelijkheid van Kosovo een precedent schept voor een aantal bevroren conflicten in eigen land.
De meeste Servische politici voelen zich gesterkt door deze Russische steun. De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, liet echter in een interview weten dat 'Poetin nooit heeft gezegd dat Moskou zijn veto in de Veiligheidsraad zal uitspreken over de kwestie Kosovo'. Enkele Servische politici vrezen dan ook dat Rusland zich uiteindelijk neerlegt bij het voorstel van Ahtisaari, in de verwachting zijn eigen belangen veilig te stellen.
Voor de Europese Unie is de kwestie Kosovo ook van groot belang. De EU zit niet te springen om onopgeloste kwesties in een van haar toekomstige lidstaten. Er gaan dan ook al stemmen op om de toetredingsonderhandelingen met Servië voort te zetten als de kwestie Kosovo zonder al te veel Servische weerstand kan worden opgelost.
Om de onderhandelingen nieuw leven in te blazen, speelt echter ook een andere kwestie een grote rol. Dit is de uitlevering door Servië van de van oorlogsmisdaden verdachte generaal Ratko Mladic.
De kans bestaat dat de EU minder druk zal uitoefenen voor de uitlevering van Mladic als Servië zich neerlegt bij Ahtisaari's voorstel. Het opgeven van zowel Kosovo als het uitleveren van Mladic is immers wel erg veel gevraagd van de nieuwe, nog te vormen Servische regering.
De hoofdaanklaagster van het Joegoslavië-tribunaal, Carla del Ponte, heeft haar bezorgdheid hierover al uitgesproken. Zij hamerde er bij de coördinator van het buitenlandse beleid van de EU, Javier Solana, op dat de druk op Belgrado om Mladic uit te leveren gehandhaafd moet worden.
De landen in de regio hebben verdeeld gereageerd op het voorstel van Ahtisaari. Milorad Dodik, de minister-president van de Republika Srpska, de Servische entiteit in Bosnië-Herzegovina, gaf aan dat de Bosnische Serviërs zich zullen gaan afvragen waarom de etnische Albanezen wel recht hebben op een onafhankelijk Kosovo, maar de Bosnische Serviërs geen recht op een onafhankelijke Republika Srpska. Tegen de wil van de internationale gemeenschap wil de Republika Srpska al geruime tijd een referendum organiseren over onafhankelijkheid.
Montenegro, dat vorig jaar onafhankelijk werd van de uniestaat Servië-Montenegro, houdt zich tot nu toe afzijdig in de discussie, buiten een verklaring van president Filip Vujanovic, waarin hij aangaf dat Montenegro een waardige oplossing voor Kosovo wil.
In Macedonië worden de ontwikkelingen in Kosovo met spanning afgewacht. De Macedonische minister-president Nikola Groejevski gaf aan dat het voorstel van Ahtisaari acceptabel was. De angst voor mogelijke instabiliteit in het aangrenzende Kosovo blijft echter onder veel Macedoniërs bestaan.
Men vreest dat instabiliteit kan overslaan naar het eigen land. In Macedonië kwam het in 2001 immers ook tot gewelddadigheden tussen Albanese opstandelingen en het Macedonische leger. Hoewel een grootschalig conflict kon worden afgewend, zijn de spanningen tussen beide groepen nog lang niet verdwenen. Het boycotten van het parlement door een van de belangrijkste Albanese partijen in Macedonië kan dan ook niet op een gevoeliger moment gebeuren.
Zoals gezegd zal het plan van Ahtisaari naar verwachting aan de Veiligheidsraad worden voorgelegd. Het uiteindelijke standpunt van Rusland aangaande het voorstel zal dan de doorslag geven.
Volgens de Amerikaanse oudgediende Richard Holbrooke, een van de drijvende krachten achter de uiteindelijke vredesbepalingen voor Bosnië-Herzegovina, is het huidige Russische standpunt pure bluf. Of zoals hij het zelf verwoordde: 'The Russians don't give a damn about the Serbs.'
Als het voorstel wordt aangenomen, zal Kosovo onder leiding van de EU uiteindelijk wel haar onafhankelijkheid krijgen. Mocht de beslissing over de uiteindelijke status van Kosovo echter te lang op zich laten wachten, dan bestaat de kans dat de Albanezen in Kosovo eenzijdig hun onafhankelijkheid zullen uitroepen. Hoewel de Kosovaarse minister-president Agim Ceku hier geen voorstander van is, gaf hij aan dat Kosovo wel op weg is naar de onafhankelijkheid.
Er heerst de angst dat de Serviërs in Kosovo ook een eigen republiek zullen uitroepen als Kosovo overgaat tot het eenzijdig uitroepen van de onafhankelijkheid. Het is mogelijk dat de Bosnische Serviërs dan in hun voetsporen treden. Dan wordt niet alleen Kosovo opgedeeld. Buurland Bosnië-Herzegovina zal ook in een crisis terechtkomen.
Zo'n scenario lijkt echter niet voor de hand te liggen. Niemand binnen de internationale gemeenschap wil immers een nieuwe Doos van Pandora op de Balkan openen.