Vierde Republiek
Jan van Steenbergen
- 'Boef!'
- 'Dief!'
- 'Bedrieger!'
Sinds enige tijd vliegen dergelijke kwalificaties regelmatig door de vergaderzaal van de Sejm, het Poolse lagerhuis. Temidden van gefluit en gemor schelden afgevaardigden elkaar uit en duwen elkaar van de microfoon weg. Het niveau van de Poolse politiek is er niet beter op geworden.
Deze Sejm, de vijfde sinds de omwenteling in 1989, staat te boek als de slechtste ooit en geniet nog slechts het vertrouwen van 10 procent van de bevolking. De opluchting was dan ook groot toen de rechtse regering haar meerderheid verloor en vervroegde verkiezingen aankondigde. Of die ook het einde zullen inluiden van de 'Vierde Republiek', het stokpaardje van de gebroeders Kaczynski, staat echter nog te bezien.
De Vierde Republiek die de tweelingbroers voor ogen hebben, wordt gekenmerkt door retoriek: katholieke waarden, een sterke staat, nationaal zelfvertrouwen, afrekenen met het verleden en angst voor allerhande vijanden in binnen- en buitenland.
Toch lijkt de Vierde Republiek vooral te worden gedefinieerd door wie er aan het roer staat: de christen-democratische partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS), belichaamd door de Kaczynski's zelf. Immers, zij oefenen de controle uit over de partij, die op haar beurt de volledige controle heeft over zowel de regering als het parlement.
De ongebreidelde politisering van het staatsapparaat, de media en de rechterlijke macht draagt ertoe bij dat de PiS-staat onmiskenbaar totalitaire trekken vertoont. Het is de gebroeders Kaczynski er dan ook niet louter om te doen als president en premier aan de macht te blijven: zij willen de harten van het Poolse volk beheersen en de geschiedenis ingaan als twee van de grootste staatslieden die Polen ooit heeft gekend.
De voortreffelijke marketing die de PiS in 2005 aan de macht bracht, staat in schril contrast tot haar volstrekte onbekwaamheid tot het uitoefenen ervan. Blunders en affaires zijn sindsdien aan de orde van de dag. Vanaf het begin deed Jaroslaw Kaczynski er alles aan om verdeeldheid te zaaien onder zijn coalitiepartners, de extreemrechtse Liga van Poolse Gezinnen (LPR) en de protestpartij Samoobrona. De oppositie tracht hij in diskrediet te brengen en monddood te maken. De sfeer werd steeds grimmiger. Toen de positie van de regering onhoudbaar was geworden, ontsloegen de Kaczynski's alle ministers van LPR en Samoobrona, ontbonden de Sejm en kondigden vervroegde verkiezingen aan.Zullen deze verkiezingen op 21 oktober het einde van de Vierde Republiek inluiden? Alles wijst erop dat het een nek-aan-nekrace wordt tussen twee rechtse partijen: de PiS van premier Jaroslaw Kaczynski en het conservatieve Burgerplatform (PO) van Donald Tusk. Beide partijen zijn in de peilingen goed voor 28 tot 35 procent van de stemmen.
De derde partij die zeker is van een plaats in de nieuwe Sejm heet LiD (Links en Democraten), een coalitie van de postcommunistische SLD met drie kleinere centrumlinkse partijen. Deze formatie wordt geleid door de populaire oud-president Kwasniewski en kan volgens peilingen rekenen op zo'n 16 procent van de stemmen.
Twee andere partijen, de boerenpartij PSL en Samoobrona, zullen stevig moeten knokken om over de kiesdrempel van 5 procent heen te komen. De LPR van voormalig vice-premier Roman Giertych geniet nog slechts de steun van 1 à 2 procent van de Polen en zal van het toneel verdwijnen.
Belangrijker dan de uitslag van de verkiezingen is de vraag wat er hierna zal gebeuren. Kaczynski's keuze voor vervroegde verkiezingen is logisch, omdat zijn partij nog altijd veel steun geniet en een goede kans maakt opnieuw als winnaar uit de bus te komen. Hij zal stellig een sterke positie blijven behouden.
De PO verschilt ideologisch nauwelijks van de PiS, maar zal - afgeschrikt door het voorbeeld van Samoobrona en de LPR - eerder voor een coalitie met de LiD opteren. Kaczynski hoeft dan als oppositieleider alleen maar af te wachten tot de nieuwe regering haar steun verspeelt, om zich vervolgens met verdubbelde kracht aan de realisering te zetten van de Vierde Republiek - Take 2.