Het werk gaat altijd voor
Vlad Nicolae
'Is het waard om je leven te geven voor een carrière en een salaris van 2000 euro per maand?' kopte op 26 april het dagblad Evenimentul Zilei (Het evenement van de dag). Enkele dagen eerder was de pas 31 jaar oude Raluca Stroescu, auditmanager bij Ernst&Young, overleden aan een hartaanval als gevolg van uitputting. Haar dood maakte veel los in een maatschappij waarin veel overuren maken met name in de privé-sector de norm lijkt te zijn geworden.
'Wie ijverig is en hard werkt, is of dom of denkt niet na!' was eind jaren 1980 een spottende leus. Immers, als je je maar aan de regels hield was een baan onder de communistische dictatuur van Ceausescu verzekerd. Voor het bemachtigen van een toppositie moest je lid van de Communistische Partij zijn én de juiste connecties hebben, maar voor de 'gewone man' ontbrak elke noodzaak om beter te zijn dan de rest. Men leefde toch in dezelfde lelijke betonnen flats, reed in dezelfde Dacia's, kocht dezelfde kleren en ging op vakantie aan de Zwarte Zee. Maar na acht uur werken ging men gewoon naar huis.
Na 1989 stortte de economie in. De inflatie was hoog, de oude arbeider werd ontslagen, men leed armoede. Toen eind 1999 de economie weer begon aan te trekken kwamen er nieuwe kansen, met name voor hoog opgeleide jongeren. Langzaam begon zich een middenklasse af te tekenen. Sommigen toonden eigen initiatief en zetten een bedrijf op.
Mijn goede vriend Adrian begon in 2003 een advocatenkantoor. Dat hij soms ook na middernacht en in het weekend beschikbaar was voor zijn klanten was vanzelfsprekend. Immers, dat was de beginperiode. 'Als het bedrijf eenmaal goed loopt ga ik ook weer een normaal leven leiden,' verzekerde hij zijn vrienden die weer eens tevergeefs op een terrasje gewacht hadden.
Inmiddels heeft hij bijna twintig mensen in dienst, begeleidt buitenlandse vastgoedinvesteerders, rijdt in een vette Audi en woont in een groot en luxe appartement. Zijn één jaar oude dochter ziet hij echter zelden, aangezien zijn werktijden zeker niet veranderd zijn.
Met name in Boekarest en de andere grote steden worden in de privé-sector lange werkdagen gemaakt. De buitenlandse investeerders die de afgelopen jaren naar Roemenië kwamen, bleken bij de selectie van hun personeel minder rekening te houden met connecties en op zoek te zijn naar 'echte talenten'. Wie vijf jaar geleden bij een multinational kon werken, was dolblij met een loon van tussen 200 en 300 euro.
'We moeten de oude mentaliteit veranderen!' hoorde je jongeren zeggen. Dat betekende harder werken dan hun ouders onder het communisme, kansen grijpen en overwerken als de baas daar om vroeg. 'Van hard werken is nog nooit iemand doodgegaan!' spoorden hun ouders ze verder aan.
Dat deze oude wijsheid niet altijd opgaat bewees Raluca Stroescu. De zeer ambitieuze auditmanager ging helemaal op in haar werk en zoals iedereen in de auditbranche leed ze onder de 'busy season', de periode tussen januari en april als de bedrijven met hun jaarverslagen bezig zijn. Ze was het type dat altijd op kantoor was, slechts vijf uur per nacht sliep en op water en crackers leefde. Het werk ging immers altijd voor en eetpauzes duren te lang. Ze had een collega verteld dat ze de laatste weken zeven kilo was afgevallen, woog daardoor minder dan 40 kilo en vertoonde kenmerken van anorexia.
Toen ze zich op vrijdag niet goed voelde ging ze voor onderzoek naar een privé-kliniek, maar de doctoren vonden niets ernstigs. Omdat ze een dag later de telefoon niet opnam en ze ook niet, zoals elke zaterdag, op kantoor verscheen, besloot haar baas bij haar langs te gaan. Met behulp van de brandweer kwam hij binnen. Ze werd dood in haar woning aangetroffen, overleden aan een hartaanval.
Dat zij zich wel degelijk bewust was van het feit dat zij geen normaal leven leed blijkt uit een e-mail die ze ongeveer een jaar eerder aan een vriendin stuurde. Daarin klaagt ze over de lange werkdagen, het gebrek aan voldoende medewerkers en vraagt ze hulp bij het vinden van een andere baan: 'Je kan me overal aanbevelen, ik kan alles aan, zwaarder dan dit kan het toch niet zijn!'
Uit de losgebarsten maatschappelijke discussie blijkt dat Raluca geen uitzondering is. Mihai vraagt zich op een internetforum af: 'Waarom zie ik, in de glazen kantorengebouwen in het centrum, avond na avond om tien uur nog mensen gebogen over de toetsenborden van hun pc's? Waarom zegt 50 procent van mijn vrienden in het weekend als ik voorstel ergens koffie te gaan drinken dat ze eerst nog "even" langs kantoor moeten? Waarom zijn al deze mensen met z'n allen zo blij dat ze met hun 500 euro per maand, laptop, telefoon en auto van de zaak deel uitmaken van de middenklasse?'.
Het antwoord op deze vragen komt op hetzelfde forum van een andere jongen: 'Als ik een vrije dag wil opnemen, word ik er na de weigering altijd op gewezen dat er tien anderen aan de deur te wachten staan.'
Maar is dat wel de enige reden? De goede studenten die vers van de collegebanken geplukt worden door de grote accountancybureaus en een beginsalaris van 500 euro voorgeschoteld krijgen, wat binnen een jaar tot 1000 euro kan oplopen (een gemiddeld Roemeens salaris bedraagt nog altijd rond de 300 euro), zijn natuurlijk bang om hun goed betaalde baan te verliezen.
Daarnaast worden ze binnen zo'n bedrijf goed opgeleid en geldt het als heel prestigieus om voor een PriceWaterhouse&Coopers of KPMG te werken. Naarmate ze verder in het bedrijf opklimmen en misschien net als Raluca tussen de 2000 en 3000 euro gaan verdienen zijn ze niets anders gewend dan lange dagen werken. Het is blijkbaar een hele kunst om NEE te leren zeggen, om te durven aangeven dat je niet nog meer taken aan kunt.
In een maatschappij die steeds sterker gekenmerkt wordt door materialisme en consumptiedrang zijn de meesten heel trots dat ze 'het maken'. Opschepverhalen van succesvolle dertigers over werkdagen van soms twaalf tot veertien uur zijn dan ook geen uitzondering. Tijd voor sporten, hobby's of een sociaal leven is er steeds minder.
Ondanks de publieke verontwaardiging bleef het na het overlijden van Raluca redelijk stil van overheidszijde. Omdat zij thuis overleed kon het niet gezien worden als een bedrijfsongeval en had de Arbeidsinspectie beperkte bevoegdheden. Na inspectie bij Ernst&Young bleek echter dat de bedrijfspapieren geen melding maakten van door Raluca gewerkte overuren. Er werd een boete opgelegd van ongeveer 560 euro.
Een onderzoek van de Europese Organisatie voor het Verbeteren van Leef- en Werkomstandigheden laat zien dat van de EU-lidstaten de Roemenen de meeste uren op hun werkplek doorbrengen, terwijl het ziekteverzuim er het laagst is.
Blijkbaar is er voorlopig geen middenweg in een maatschappij waarin de meeste werknemers slecht betaald worden en zo veel mogelijk worden uitgemolken. Of je werkt acht uur per dag voor de overheid tegen een laag salaris, óf je maakt hele lange werkdagen voor een multinational of je eigen bedrijf zodat je een bepaalde levensstijl en sociale status kan hebben.