Oost-Europa leeft in Berlijn
Marlies Ootes
Dalende interesse in Oost-Europa? In antwoord op deze constatering in het interview met hoogleraar Oost-Europese Studies Raymond Detrez in de vorige editie van Ablak, ditmaal een positieve noot: in Berlijn is Oost-Europa aan de orde van de dag.
Vanuit Berlijn is het slechts tachtig kilometer tot de Oder-Neisse grens, de veelbesproken grens tussen Duitsland en Polen. Met de trein ben je in minder dan vijf uur in Praag. Elke dag vertrekken er zes vliegtuigen naar Moskou.
Maar reizen hoef je hier niet eens om toch met Oost-Europa in contact te komen: Oost-Europa begint hier voor de huisdeur. Het aantal Berlijners afkomstig uit voormalig Joegoslavië wordt geschat op 60.000, in de metro hoor je vaker Russisch dan Engels, specialiteiten als pirogi (vleespasteitjes) kun je hier in de mensa eten, en mocht je het Tsjechische kunst- en cultuurfestival gemist hebben, dan ga je naar Kino Krokodil of Kino Balázs om de Oost-Europese cultuur te proeven.
Het gedeelde Berlijn van vóór 1989, deels DDR-grondgebied, deels West-Duitse enclave, werd door velen tot Oost-Europa gerekend, met de Muur als duidelijke grens tussen Oost en West. De invloed van Oost-Europa en met name de Sovjet-Unie was in die tijd vanzelfsprekend groot. In de DDR werd op de middelbare school Russisch als tweede taal geleerd in plaats van Engels, op vakantie ging men naar Hongarije of Tsjechoslowakije.Na de Duitse hereniging behoorde Berlijn plotseling weer tot West-Europa. Veel Oost-Europeanen zagen dit ook zo en besloten massaal naar Duitsland te emigreren om een graantje mee te kunnen pikken van de kapitalistische welvaart. Voor de vele Russen en Kazachen met Duitse voorouders werd deze optie extra aantrekkelijk gemaakt door de Duitse overheid. Nazaten van Duitsers die 240 jaar geleden naar Rusland emigreerden, kregen bij hun ‘terugkeer’ naar Duitsland financiële steun. De 2,2 miljoen Oost-Europeanen die van deze regeling gebruik maakten kregen zelfs een Duits paspoort aangeboden.
Met deze golf van Oost-Europese immigranten ontstonden in de loop van de jaren negentig in Berlijn belangenorganisaties, sportverenigingen, kerken en culturele instellingen, waarin Bulgaren, Roemenen en andere Oost-Europeanen samenkomen. De centrale ligging van Berlijn in Europa brengt velerlei invloeden met zich mee, niet op de laatste plaats uit Oost-Europa.
Niet alleen migranten houden zich bezig met hun herkomstlanden. Na 1989 werden de zogeheten transitielanden interessante studieobjecten voor onder anderen politicologen, economen en sociologen. In en rond Berlijn bevinden zich vier universiteiten die studies met betrekking tot Oost-Europa aanbieden. Aan de Humboldt Universität en de Freie Universität in Berlijn, de Universität Potsdam en de Europa-Universität Viadrina Frankfurt/Oder studeren naar schatting 2500 studenten aan Oost-Europa gerelateerde studies.
Naast traditionele studies als Slavistiek, Russische taal en cultuur en Hongarologie is met de invoering van het bachelor-mastersysteem de interdisciplinaire master Oost-Europese Studies in het leven geroepen, die aansluit op bachelors in economie, rechten, politicologie, geschiedenis en sociologie.
Ook het talenaanbod aan de Berlijnse universiteiten is niet gering. Naast Russisch en Pools, dat op alle universiteiten wordt gegeven, biedt de Humboldt Universiteit ook Tsjechisch, Slowaaks, Servisch, Kroatisch, Bulgaars, Wit-Russisch, Hongaars, Sloveens, Georgisch en Albanees aan.
Aan deze verschillende studies zijn bovendien enkele studenteninitiatieven gelieerd. Verenigingen als Ostblick, een regionaal initiatief van Oost-Europa-studenten in Berlijn-Brandenburg, en JOE, de Jonge Oost-Europa Experten, bevorderen uitwisseling en verspreiding van kennis met behulp van maillijsten en borrelavonden. Beurzen voor projecten, stages en uitwisselingen met betrekking tot Oost-Europa kunnen bij stichtingen als de private Robert-Bosch-Stiftung aangevraagd worden. Daarnaast bestaan er talloze organisaties die bemiddelen bij het vinden van een stageplek, taalcursussen aanbieden en conferenties organiseren. Voor studenten en andere geïnteresseerden zijn er in Berlijn dus mogelijkheden genoeg om zich met Oost-Europa bezig te houden.
Wat hebben Duitsers met Oost-Europa, afgezien van de geografische nabijheid en de vele migranten van Oost-Europese komaf, die hun stempel op het dagelijks leven drukken? De relatie tussen Duitsland en Oost-Europa is sterk gevormd door de loop der geschiedenis. Deze is natuurlijk niet altijd positief te noemen. Volgens de nazi-propaganda waren de Slavische volkeren Untermenschen. In West-Duitsland heerste de angst voor het Rode Gevaar, die gevoed werd door de Russische ‘bezetting’ van Oost-Duitsland. Voor veel na de oorlog uit Polen verdreven Duitsers gelden de oude Pruisische gebieden nog altijd als verloren Heimatgebiet.
Anderzijds zijn er ook veel positieve tendensen. Het zijn de kinderen en kleinkinderen van de Vertriebenen die op zoek gaan naar hun wortels in Polen. Met de opkomst van de zogenoemde Ostalgie wordt een meer positief licht geworpen op de Russische invloed in de DDR.
Economische belangen spelen verder een steeds grotere rol in de relatie tussen Duitsland en Oost-Europa. De toetreding tot de EU in 2004 van Polen, Hongarije, Slovenië, Tsjechië, Slowakije en de Baltische staten werd mede mogelijk gemaakt door een krachtige rugwind uit Duitsland. Met de recente uitbreiding van het Schengen-gebied zijn de grenzen nagenoeg verdwenen en de economische mogelijkheden vergoot.
In veel Oost-Europese landen struikel je over de Lidls en Aldi’s, een nieuwe golf van (arbeids)migratie brengt goedkope Oost-Europese werknemers naar het Westen. Deze onderlinge Europese samenwerking zal in de komende jaren naar verwachting alleen maar groter worden. Berlijn zal daarin een belangrijk rol spelen, als hart van Europa, waar Oost en West samenkomen.
Voor meer info: