Hongarije
László Marácz
Hongarije is voor zijn belangrijkste energiebronnen, aardgas en olie, bijna volledig afhankelijk van het buitenland. Bijna honderd procent van het gas wordt inmiddels uit Rusland betrokken. Nu de olie- en gasprijzen stijgen en de energie-afhankelijkheid van Rusland groeit, gaan er ook in Hongarije stemmen op om aan energiediversificatie te doen. Nieuwe technieken maken het nu mogelijk dat de ontginning van de goede, oude steenkool eveneens haalbaar wordt. Het Mecsek-gebergte is de ideale plek daarvoor.
Ten noorden van de zuidelijke stad Pécs ligt het Mecsek-gebergte met een omvang van vijfhonderd vierkante kilometer. Het is een mooi natuurgebied met glooiende heuvels en lage bergen. De hoogste top is de Zengö, die 682 meter boven de zeespiegel ligt.
De Mecsek is een belangrijk waterwingebied voor omliggende steden als Pécs en Bonyhád. Het gebergte telt zo'n honderd grotten, die samen een grottenstelsel vormen en is rijk aan mineralen als uranium en steenkool. Ook heeft het Mecsek-gebergte een unieke flora en fauna die in de rest van Hongarije niet voorkomt.
Mijnbouw heeft in de streek een rijke geschiedenis van bijna twee honderd jaar oud, maar de meeste steenkool werd tussen 1860 en 1960 naar boven gehaald. De laatste mijnschachten zijn in de jaren tachtig gesloten en liggen er nu verlaten bij. Het werd te duur om de steenkool te ontginnen.
Onderzoek uit 1985 heeft echter wel duidelijk gemaakt dat er in de Mecsek nog een reusachtige voorraad van zo'n 1,5 miljard ton steenkool ligt. Recent onderzoek van een internationaal gezelschap van Duitse, Poolse en Russische mijnbouwingenieurs hebben deze gegevens bevestigd.
József Verböci, mijnbouwingenieur en directeur van het bedrijf Calamites in Pécs, dat de exploitatie van de steenkoolmijnen wil ontwikkelen, heeft zijn plannen al klaar. 'Het is niet de bedoeling dat de steenkool op traditionele wijze gewonnen wordt.' De steenkolenvoorraad bevindt zich ongeveer 150 meter onder de grond.
Nieuwe technieken maken het mogelijk dat er al onder de grond hete lucht en waterdamp over de steenkool wordt geblazen waardoor er zogeheten synthesegas ontstaat. Dit gas is een mengsel van koolmonoxide, waterstof en methaan, dat gewoonlijk bij vergassing van vloeibare of vaste koolwaterstoffen vrijkomt. Het synthesegas wordt bovengronds opgevangen waarmee een energiecentrale gevoed kan worden die dan weer stroom levert.
Volgens Verböci heeft synthesegas een lagere brandstofwaarde dan aardgas, maar bij stijgende aardgasprijzen kan het zeker rendabel worden. Ook heeft het milieuvriendelijke synthesegas de steun van de Europese Unie. Verböci verwacht dat hij jaarlijks twee miljoen ton aan steenkool met dit technische procédé kan bewerken. Op deze wijze kan men met de steenkolenvoorraad in de Mecsek nog zo'n 750 jaar vooruit.
De directeur verwacht dat hij de vergunningen om te mogen beginnen in 2010 rond heeft. Hij zit dan wel met een groot probleem. Volgens hem kunnen de mijnen in het Mecsek-gebergte werk bieden aan zo'n duizend mijnwerkers, maar er zijn nauwelijks nog mijnwerkers in de omgeving te vinden. De oudgedienden zijn met pensioen, de jongere mijnwerkers zijn na sluiting van de mijnen naar het buitenland vertrokken.
Verböci denkt dat hij dit probleem wel kan verhelpen. Zolang er nog niet genoeg mijnwerkers opgeleid zijn, kunnen ook andere werknemers ingezet worden en wel in die gebieden die zich lenen voor steenkoolwinning in dagbouw. Daar heb je volgens de directeur geen echte mijnwerkers voor nodig.
De eerste reacties van de lokale bevolking op het idee om de mijnbouw in de Mecsek nieuw leven in te blazen zijn overwegend negatief. De locale bevolking heeft na de sluiting van de mijnen veel geďnvesteerd in het landbouwtoerisme om de verloren gegane werkgelegenheid te compenseren. Mijnbouw in de streek zou de toeristen wegjagen en is slecht voor het milieu.
Verböci zegt daar niet zo bang voor te zijn. Hij heeft zelfs een idee hoe de mijnbouw het ecotoerisme kan versterken. Volgens Verböci kunnen de afgegraven schachten aangepast worden tot zwembaden en daarmee dienst doen als toeristische trekpleisters. 'Zoiets is in de noordelijke mijnstreek van Hongarije rond Miskolc ook gebeurd met de verlaten schachten. Het is daar inmiddels een gezellig drukke bedoening in die schachtenzwembaden.'